De ochtend besteed met pogingen
een vrachtauto te vinden die ons naar huis brengt. Ook hier is het weer een
vriendjes gedoe, de vrachtauto’s komen vol met kennissen, en de repatrianten
komen er niet aan te pas. Het bevrachtingskantoor stuurde ons deze adressen af.
Na het eten naar de schouwburg om
kaartjes te halen voor de avondvoorstelling. We zoeken naar een loket, en
vinden dan een administrateur waar we mee in gesprek raken. Eerst de
verdeeldheid in de kunstenaarswereld, later de algemene toestand. De man is erg
ontevreden en praat zelfs van een revolutie om het “militair gezag” aan de kant
te zetten. Het zit de mensen wel erg hoog hier, en dat volkomen terecht.
We eten drie ijsjes en drinken wat
limonade in een café dat nog toegelaten is voor normale mensen. Je komt G.v.d.
in het bevrijde Nederland niet in een behoorlijk café, terwijl je in Berlijn
als vuile “Ausländer” nog overal in kon. De Duitse propaganda krijgt waarachtig
nog gelijk! toen ze beweerden dat we nog eens de D. bezetting zouden terug
wensen.
We kankeren een flink nummertje,
en concluderen dat we nog oppassen moeten in ons landje, anders krijgen we
moeilijkheden. Wat een teleurstelling maken we toch mee.
De avond doorgebracht met zoeken
naar een bioscoop, en vinden ten slotte kersen. We eten ieder meer dan een kilo
op, en wandelen nog wat over de wallen van Maastricht.
We horen toevallig dat een
medereiziger uit de trein, een zeer sympathiek jongmens, opgepakt is. Hij had
zich gemeld voor de S.S. en de prik onder de arm al te pakken, hoewel het nooit
tot een opleiding gekomen is. Dat geval doet ons wel even pijn, want Jan en ik
hadden juist tegen elkaar gezegd dat het zo’n verdomd aardige, rustige jongen
was, die als een vader voor de anderen zorgde. Hoe komt zo’n jongen er bij, en
wat heb je toch in dit opzicht een verrassingen te slikken.
Vanavond ben ik wel in een enorme
mineur stemming. De laatste dagen eigenlijk al. De kater, na de vreugde van de
terugkomst in het Vaderland. De teleurstelling, omdat je je hier nog meer moet
ergeren dan in Duitsland. Kort samengevat erger je je over:
1e
de Zondagse stemming van: Wij hebben de oorlog gewonnen.
2e de
gele bussen conserven, die onze afhankelijkheid van de hulp van Engeland en A.
demonstreren.
3e
de gesloten café’s, je voelt je meer Ausländer dan in Berlijn.
4e
de vrouwen die zich aan de Amerikanen verslingeren.
5e
het geheel ontbreken van initiatief om de schade te herstellen. De mannen lopen
met armbanden van “Repatriëring” en vegen de zalen aan: typisch vrouwenwerk. In
plaats van de brug over de Maas te herstellen.
6e
de honderden armbanden en uniformen waaraan de Hollanders zich te buiten gaan
alsof het Moffen waren.
Bob hoort het resultaat van het
doktersonderzoek: meteen opname in het ziekenhuis, later pas transport naar
Groningen. Dik de lul dus. Bob huilt bijna van emotie als hij het vertelt. Kort
hartroerend afscheid als hij in de ziekenauto weg rijdt.
Jan :
Vrijdag 22 Juni 1945.
Vanmorgen wilden we naar de
Pietersberg gaan, maar daar we vannacht een ware wolkbreuk beleefd hebben ,
zijn we uit angst voor de modder maar van idee veranderd, en gewoon de stad
ingegaan. We hebben geprobeerd om bij enkele fabrieken toestemming te krijgen
om met hun vrachtwagens mee te rijden naar Amsterdam. Maar dat ging niet vlot.
We zijn niet de eersten, en bovendien is het “vriendjes-systeem” heel sterk
vertegenwoordigd. Bij de aardewerkfabriek “de Sfinx” werden we niet eens
toegelaten, hoewel vanmiddag 6 vrachtwagens naar Amsterdam vertrokken. Maar
mijnheer pastoor kon zonder meer naar binnen rijden.
Bij het middageten kregen we
uitgereikt een zakgeld van ƒ 2,50 en verder 10 sigaretten, een stuk goede
toiletzeep en een pakje zeeppoeder.
…
En hoe het zoo kwam weet ik niet,
maar we hebben in dat kantoor een uur met den administrateur zitten praten.
Eerst over het tooneel. Daar bleek nogal een groote verdeeldheid bij te
heerschen in Limburg. Allemaal kleine groepjes met 1 of 2 werkelijk goede
spelers, en verder niets, in plaats van 1 groep met allemaal sterke krachten.
Precies als vóór den oorlog: de een gunt de ander het licht van zijn oogen
niet!
Toen kwamen we op de algemene
toestand, en naar wat de administrateur vertelde, bleken de Amerikanen precies
dezelfde ongeciviliseerde bende te zijn als de Russen. Ze hadden 4 maanden in
het theater gelegen, en na afloop was er geen stoel meer heel, en bovendien zat
alles onder de kauwgom. Verder hadden ze op bals en dergelijke, als ze bezopen
waren, bijna al het glaswerk stukgesmeten. Maar hij raakte pas goed op streek
toen we over de binnenlandsche politieke toestand te spreken kwamen. Toen
predikte hij complete revolutie. “Ik ben nooit communist geweest, maar nu ben
ik er heel dicht aan toe”. En dat heb ik van vele anderen gehoord ook. En het
is ook een schandaal als je het ziet: er is werk in overvloed, maar er wordt
niets gedaan. De Maasbruggen liggen nog onveranderd in de rivier, maar er is
geen mensch die ze op zal ruimen, of de rivier bevaarbaar zal maken. En dan is
het om je dood te ergeren, als je dan ziet dat er voor een nieuw hekje om de
kerk wel werkvolk is.
De Amerikanen kunnen waarachtig
van de moffen nog heel wat leeren. Ik heb nog nooit een mof voor een café zien
zitten met zijn beenen op tafel. En het aantal café’s dat het leger in beslag
heeft genomen is meer dan de helft van het totaal aantal kroegen hier. De
Amerikanen hebben ook hun “Finterweiben” meegenomen. Walgelijks types, die
direct de nadruk leggen op hun beroep van hoer. Opgescholderd en zoo.
Toen ik verschillende keeren in de
Völkische Beobachter las dat de bevolking in de door de geallieerden bezette
gedeelten van Nederland verzuchtte dat het onder de Duitsche bezetting zooveel
beter was, heb ik me daar hevig over opgewonden. Maar nu begin ik te beseffen,
dat er een heel groote waarheid in steekt.
…
De administrateur
vertelde ook, dat de organisatie voor de gerepatrieerden pas zoo goed is
geworden sinds prinses Juliana een bezoek hier heeft gebracht. Bij dat bezoek
heeft ze alles persoonlijk geïnspecteerd veel en veel diepgaander dan in de
bedoeling lag van de personen die haar rondleidden. Ze liet zich door niets
haasten, en onderzocht alles zelf. Een week later waren de meeste misstanden
opgeheven.
Het oog van de meester.
De eerste
gevolgen van de Amerikanen hebben zich dezer dagen kenbaar gemaakt. Enkele meisjes
van 14 jaar zijn in een van de ziekenhuizen bevallen. Een is er gestorven. Nu is
dat alles getolereerd; de meiden die zich met de moffen afgaven, werden gemeden
als de pest. En nu kijken de meiden geen Hollandsche jongen meer aan…..
…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten