Vrijdag 15 Juni ‘45
Maagdenburg!
Dat hadden we gisteren niet meer
gedacht. Na een paar regenbuitjes op het veld moesten we weer naar de barakken.
Met zijn negenen verneukt in een klein tochtig zaaltje. We installeeren ons met
de matrassen en bedden die nog even uit de paardenstal gehaald worden. We gaan
maar slapen met kleren en alles aan, omdat de auto’s ieder ogenblik kunnen
komen. Er komen jongens aan, die even een wandelingetje zijn gaan maken, en
verbaasd zijn dat ze hun groep niet meer terug vinden. Hun koffers zijn
natuurlijk weg! Ze zingen hun verdriet weg.
Plotseling klinkt het gerucht: de
auto’s zijn er! Ik geloof het eerst niet, en blijf rustig liggen. dan begint
Edzard ook te schreeuwen en zenuwachtig te doen. Direct aankleden! Ik blijf nog
liggen, omdat ik haast niet geloven kan dat ze ons midden in de nacht zullen
gaan opladen! Maar ik heb ongelijk, ze doen het ondanks de regen en het
pikkedonker. Het wordt een zenuwachtig gejaag, tot we bij de auto’s staan. De
groep is natuurlijk uit elkaar, en er wordt eindeloos geknoeid met rijen van 5.
Ten slotte belanden we op een vrachtauto, met de familie die half Duits is (de
melkboer) en een andere familie met kinderwagen. Het wordt een gescharrel met
enorme bagage van deze mensen, en ten slotte kan ik er haast niet meer bij! Het
duurt een poosje voor ik mijn zit gevonden heb.
Eindelijk is er voldoende geperst
en kunnen we vertrekken. Wat een regen! Vaarwel Biesdorf! Het regent maar we
hebben gelukkig een auto met dekzeil. We volgen de koers tot Grünen, en dan
weten we niet meer precies waar we heen gaan. Om drie uur stoppen we
plotseling: de chauffeurs gaan een dutje doen! Dat duurt drie uur, en dan is
het al licht geworden. We staan op een grote autoweg, koers Maagdenburg. De
stemming is best, en wonder boven wonder gebeuren er geen ongelukken met de
spuitpoep. Onze groep is wel niet gezond, en Jaapje moet wel in een mok pissen,
maar er gebeuren tenminste geen ongelukken.
Bij de haltes die hier en daar
ingelast worden, springen de mensen van de wagens en hollen de graanvelden in! De
Russen geven nog even een demonstratie van vernielzucht, als ze de colonne doen
stoppen om in kersenbomen te klimmen, hele takken onrijpe kersen er af breken
en dan elkaar met de kersen bekogelen.
Het is koud op de auto, bar koud,
maar de tocht is prachtig. Het landschap is schitteren, en ik geniet als van een
echte vacantietocht.
Onderweg komen we de Auto’s van
C80 weer tegen, die met Russen terug komen naar Berlijn. Een echte
volksverhuizing.
In Maagdenburg is veel kapot, en er
staan lange rijen voor levensmiddelenwinkels. Als we in het kamp arriveren,
merken we al weer, dat het een echt Russisch kamp is: Geen verzorging, wachten
op een veld. De groep die gisteren vertrokken is staan op het veld te wachten,
altijd maar wachten. Ze hebben een koude tocht gehad op open wagens, en kwamen
’s avonds laat aan. In het donker moesten ze naar onderkomen zoeken in een
grenzeloze rotzooi in militaire barakken.
Zullen we vandaag nog naar de
Amerikanen gaan? Er wordt weer eten uitgedeeld, en dat is altijd een goed teken
bij de Russen.
Op het veld is er plotseling een commotie:
twee man worden opgebracht. Één er van is de “Kelner” die in de paardenstal
boven ons op zolder woonde. Hij schijnt S.S. man te zijn, en is nu hier
aangebracht. Het hele veld is direct in opschudding.
Als we dan weer eten hebben gekregen,
spek, brood, vlees, erwten en bladeren tabak, (en zelfs kaneel!) moeten
we ons weer eens opstellen. Deze uitreiking van eten is zuiver een
reclamekwestie. We worden geteld en gaan dan een lijdensweg beginnen.
Ik help Jan met zijn koffer, samen
aan een stok. We scharrelen zo de twee km naar de Elbe. Daar zij we nu n.b. ’s
morgens naar dat kamp gereden, en onderweg langs de brug der beloften gekomen,
en dan zetten ze je verdomme een eind verder, om je hetzelfde stuk weer terug
te laten lopen. Wat een martelgang! De meeste mensen lopen een eindje en gaan
dan uitrusten. Tenslotte verschijnen er overal karren en karretjes, de meesten
gammel en kapot, maar het gaat. Met twee koffers aan een stok sjouw ik met Jan
verder. We charteren voor een brood een karretje, rijden er 100 m mee, en laten het dan
voor de brug in het gedrang maar weer in de steek.
Op de brug der verlangens is er
een grote opstopping, de mensen worden per 10 man doorgelaten. Onze groep valt
hier uit elkaar, met Jan wordt ik naar achteren gedrukt. Bij een plotselinge
beweging gaan de anderen over de brug en vóór wij aan de beurt zijn moeten de
heren eerst een borrel gaan drinken. We staan minstens twee uur te wachten.
Eindelijk gaat het weer door: over de eerste brug, naar een eilandje. Daar is
het grote moment: pas contrôle. Vooral de vrouwen worden gecontroleerd, er
staat een heel troepje op rij te wachten op een Hollander die op het gehoor zal
verklaren wat ze zijn. Allemaal vrouwen zonder pas, “papieren verbrand”. Veel
D. vrouwen komen er nog door.
De eerste Engelsen met hun baret
met pluim en wandelstok doe erg dandy-achtig aan. De mensen worden bijna niet
gecontroleerd.
Dan gaat het verder, “Com on,
hurry up”. Even opschieten, om de hoek wachten de auto’s! We denken eerst dat
we verneukt worden, net als bij de Russen, maar het valt mee: inderdaad auto’s.
We kruipen er op. Er hangt een wagentje achteraan met een Amerikaan er op die
wel 20 kisten heeft. Deze Charly Chaplin figuur gaat op zijn wagentje staan en
sleept levensgevaarlijk achter ons rupsband autootje aan. De stemming slaat om,
door deze grootse ontvangst. Dat is nog eens werk, geen gesjouw met koffers
zoals bij de Russen! We worden naar een wijk gebracht die niet, zoals 90
% van Maagdenburg, volledig vernield is. We hoeven maar even te wachten, en
lopen dan naar een ontruimd huis. Ik schiet direct naar boven, en leg beslag op
een meidenkamertje met twee divans voor Jan en mij.
Heerlijk wassen, we zijn volledig door gezweet. We eten nog wat en gaan
dan gauw naar bed, het is ondertussen negen uur geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten