Iedere dag doen we minder, en
eten we meer. Het verzadigingspunt is nog niet bereikt. Avond en middag
wandelingetje, eten halen, spitten en wieden, dat is alles zo ongeveer.
Proef genomen met buiten slapen.
Het is prachtig, warm weer, en ik waag het op een paar planken mijn dekens uit
te spreiden en te gaan slapen. Eerst heb ik nog even tijd tot mediteren. Het is
zo heerlijk hier buiten met dit prachtige weer. Een strak blauwe hemel, met de
handen onder het hoofd lang uitgestrekt lig ik er naar te kijken. In de verte
zingen Russen een dronkemanslied, en Hollanders zingen “ouwe taaie” en nog
enkele andere nationale liederen. De Rus in het buurhuis maakt ruzie met zijn
vrouw (ook in uniform!)
Dan slaap ik in en wordt pas door
het getjilp van vogels wakker. Er hingen ’s avond donderkoppen, maar die hebben
de rust niet verstoord. Maar bij zonsopkomst begint het te waaien, en dat is
niet prettig.
v. Dijke zit in het andere kamp,
met D. {duitse} vrouw en kind. Hoe zal hij in Holland ontvangen worden?
Jan :
Zondag 13 Mei
1945.
Vannacht heb ik inderdaad buiten
geslapen. En als het niet regent blijf ik het doen ook, zoo goed is het me
bevallen. Alleen hoor je allerlei geluiden, die je tot dusverre volkomen
vreemd waren. We werden verschillende keeren gestoord door opmerkingen als: “Verrek,
daar liggen menschen!”, van lieden die naar de WC gingen, en verder door een
hevig gekijf uit het huis naast aan. Later bleek dat de reden hiervan was, dat
een Russische (officier, in het huis is een veldtelefoonpost gevestigd) zijn
Russische “Lustmädel” eruit schopte. Maar anders hebben we heel rustig op onze
planken gelegen.
Na het ontbijt heb ik een
wandeling gemaakt door een deel van het dorp. Het is ontzettend wat een volk
hier geconcentreerd is, naar men zegt, ca. 40.000 man. Vooral Franschen. Aan Hollanders
ongeveer 1.500 man. Het is een raar gezicht, als je al die geïmproviseerde huisjes en tentjes ziet. Als een troep zigeuners ziet het er uit. Sommige onderdakken
zijn geïmproviseerd van granaathulzen en boadrcarton.
Een heele troep Oekrainers en
Polen stond met karren en paarden klaar om te vertrekken. Die worden direct
weggevoerd. Mijn oorspronkelijke bedoeling van deze wandeling was, eens uit te
pluizen, waar Fred zat, want die moet hier ergens in de buurt zitten, daar
Oswald de eerste maal dat we soep kregen, een Borsig-student in de rij bij de
keuken had zien staan. Mijn pogingen bleven echter zonder succes. Wel vond ik
in een van de andere kampen heel toevallig Arie van Dijke met vrouw, kind en
broer. Hij vertelde, dat een Hollandsch transport van ongeveer 1.500 man
waarschijnlijk Dinsdag of Woensdag a.s. vertrekken zal, van Erkner. We moeten
dan naar Erkner loopen, ca 25
km . Hopelijk is het waar. Vanwege den Zondag kreeg het
kamp een extra portie eten, die werkelijk voortreffelijk was, vooral wat de kwaliteit vleesch betreft. Alleen kookt de keuken geheel zoutloos. Maar dat bezwaar
is wel overkomelijk.
Net onder het eten kregen we
bezoek van de eigenaar van de bungalow. Veel kon hij niet zeggen, en hij stelde
zich dan ook erg beminnelijk aan. Dat is een typische eigenschap van de
Duitschers. Nu kruipen ze tegen je, vinden alles mooi en prachtig wat je doet,
en vooral zijn ze poeslief als ze hooren, dat je Hollander bent. “Ich habe ja
immer gasagt, die Holländer sind etwas ganz anderes als die andere Ausländer”,
en dergelijke “Schleimscheiserei” meer. Maar om op den eigenaar terug te komen,
hij was zelfs zoo poeslief dat hij ons kolen bracht om de keukenkachel te
stoken. Het Duitsche volk is nu eenmaal een volk zonder ruggegraat, en zonder
nationale trots. Het is ook merkwaardig zoo gauw als ze het “Heil Hitler”
afgeleerd hebben, dat er toch zoo muurvast ingeheid was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten