Met Jan in één bed geslapen. Rustig
slaap je niet, hoe dat later moet met een vrouw in bed als je bonen gegeten
hebt, weet ik niet hoor. Met 9 man in dat hok is het na een maaltijd bonen wel
een dergelijks stank, dat je een gasmasker kan gebruiken.
De stemming in onze groep is
uitstekend. De twee vreemden, Berto en Jaques, zijn volkomen opgenomen, de
enige wanklank komt door Jan E. Maar ja, dat gaat wel weer beter als we weten
waar we aan toe zijn. Ieder doet net waar hij zin in heeft. Gerrit en Edzard
koken graag. Ze hebben uitgerekend dat we bijna een maand iedere dag een
stevige maaltijd kunnen koken. Er is niet veel corvee te doen, alleen het eten
halen, en dat gaat vlot, al moet er steeds nog lang gewacht worden. Er wordt nu
een vlag gehesen als er eten is. Op het dak hebben we een uitkijkpost.
Met Jan geprobeerd naar Roselaar
te gaan, om daar mijn zwemkleren te halen. Het wordt een grandioze mislukking,
alles is afgezet. Het is grappig hoe je toch als buitenlander een streepje vóór
hebt. We wandelen langs de villa’s, en daar komt een Rus op ons toe. Een uur
werken. We kijken elkaar aan. Het is vervelend deze uiterst beleefde Rus te
moeten teleurstellen, maar het is nu eenmaal zo dat we geen zin hebben.
“Hollààndsky”. Hij excuseert zich prompt en wil niet eens onze papieren zien!
Bezoek van Paans, die nog hoop
heeft met 25 nam naar het Westen te mogen trekken. Ik hoop dat het lukt.
Ik heb sinds jaren niet in zo’n
vacantiestemming geleefd als nu. Het is dan ook ideaal weer. Lezen, slapen en
eten, dat is alles wat we presteren. Twee veldbedden buiten gemaakt. Jan en
Berto gaan proberen of ze in de buitenlucht beter slapen dan binnen. Zolang het
zo warm is hebben ze een goede kans, maar dan wordt het moeilijk.
De Fransen moeten weg, naar het
schijnt naar een verzamelplaats van waar ze naar huis kunnen vertrekken per
trein.
Jan :
Zaterdag 12 Mei 1945.
(Het radiobericht van Japans
capitulatie is helaas niet bevestigd door het nieuwsberichtenbulletin in het
kamp hier.)
Vanmorgen vroeg met Oswald op stap
gegaan om Frl Rose op te zoeken. Maar tot ongeveer 4/5 van den weg. Toen werden
we teruggestuurd, want het geheele gebied benoorden het station Köpenick was
door de Russen in beslag genomen. Het was dus hopeloos.
Op deze tocht heb ik 50 mark
verdiend: een biljet lag zoo maar op straat: het papieren noodgeld, uitgegeven
door de geallieerde bezettingsmacht. Het blijkt alweer, wat het waard is.
Teruggaande kwamen we een soldaat
tegen, die gewoon stond te bedelen om ons een uur te laten werken: “Eine Stunde
nur, Kamerad, eine Stunde nur, dann kunnst du wieder nach Hause gehen”. (Hij
sprak goed Duitsch). Maar toen we het toverwoord “Hollandski” tegen hem
afschoten, zei hij : “Och Mensch, sage das dann doch gleich!” en we moesten
doorloopen. Ze schijnen wel strenge consignes te hebben gekregen om de
Hollanders met een beetje onderscheiding te behandelen.
De soep was vandaag beter dan
gisteren: een dikke soep van grutten met vleesch erin. Goed van smaak, maar
zonder brood zou het erg geklotst hebben in je maag.
Vannacht heb ik met Oswald, uit
plaatsgebrek op de grond, in bed moeten slapen. Dat was echter geen pretje. Vannacht
bedank ik voor de eer. Ofwel op de grond, ofwel buiten. Bovendien is het bed me
te zacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten