Zaterdag.
We blijven voorlopig nog even
afwachten, later gaat het misschien direct naar het Westen. Als eerst de
Americanen maar hier zijn, dan vertrouw ik de zaak pas goed. Je zweeft telkens
tussen hoop en vrees. Het idee naar huis te gaan maakt je weer dol. Je merkt
het aan iedereen: als hij van plan is naar huis te gaan wordt hij onrustig en
opgewonden.
Lang uitgeslapen en toen de etage
helpen schoonmaken. De toiletten worden schoongemaakt, de W.C. uitgemest (de
fecaliën lagen boven de rand uit!) Je moest oppassen niet met je achterste er
in te gaan zitten. De toestand van het lager is niet te beschrijven. Overal
viezigheid en stank, en verder sloopt iedereen wat er aan hout is weg om te
kunnen koken. Het is dat er hoe langer hoe meer meubilair verdwijnt. Hoe iemand
in koelen bloede een stoel kapot kan zagen is me een raadsel. En dan die
voorraden op de kamers, daar lach je je ook een ongeluk om. De Fransen
tegenover ons kunnen beslist een winkeltje opzetten, van alles hebben ze een
zak vol. En dan de flessen wijn en zelfs complete stellen damesondergoed e.d.
die kerels hebben wel zo naar hartelust geplunderd, hun vandalisme hebben ze
eindelijk bot gevierd. Barnatan is wat dat betreft het toppunt. Nooit ijverig
als er gewerkt moet worden, maar nu … hij sjouwt de hele dag.
Vandaag zijn Hans, Thijs en Jan
v.d. Braak vertrokken. Misschien knijpen ze er in Friedrichsfelde, als ze het
niet vertrouwen, of dat het te ver lopen wordt. Iedere Rus schijnt anders te
weten dat iedereen naar huis gestuurd wordt. Een Hollander die naar Rusland
wilde omdat hij in Holland niets meer heeft, mag niet naar Rusland, maar moet
naar Holland.
In de stad wordt koortsachtig
opgeruimd, iedereen moet zijn straat schoonmaken. De Amerikaanse troepen
schijnen Maandag te komen, dan kunnen net de lijken opgeborgen zijn en de
straten opgeruimd. Er slepen zelfs al mensen met glas voor ramen!
Vandaag een koffer naar Frau
Lisureck gebracht, in de hoop dat ze het ons later zal kunnen sturen. Wat
moeten we een hoop achterlaten! Meer dan een rugzak heb ik nu niet meer als
bagage, gelukkig. Er zijn jongens die met een handkar weg gaan, maar Gerrit
heeft er ervaring mee, en zegt dat het helemaal niet makkelijk gaat. Als we
onderweg de spullen achterlaten zijn we ze kwijt.
Bij Helga durf ik niet aan te
lopen. Dat is te pijnlijk. Ik ben wel overtuigd dat de moeder en vader dood
zijn, en dat ze zich van het leven heeft beroofd. Mijn pakjes boeken zie ik wel
nooit in Holland denk ik, dat is wel erg jammer.
Het is koud. Of ben ik ook al
grieperig? Gerrit ligt op bed met hoofdpijn. De anderen hebben zich allemaal al
overeten. Andries Koopmans ligt nu op bed.
Jan :
Zaterdag 5 Mei 1945.
Vanochtend heb ik mijn zaakjes zoo
gepakt, dat ik alleen met mijn rugzak met het allernoodzakelijkste erin weg
kan. De koffers en de pakketten met boeken (2 stuks) heb ik ondergebracht bij
Frau Lisurek en Frau Boesader, onze kruideniersjuffrouw, bij wie we steeds kaarsen
plaatsten. Ze hebben me beloofd, de koffer op te sturen, en dat is voor mij een
heel groote zorg minder. Maar hopelijk kunnen we nog iets meer meenemen dan
alleen een rugzak. {Jan heeft hier zijn
vulpen bijgevuld} Hoe dan ook, we kunnen nu ten allen tijde
binnen 10 minuten vertrekken.
Een hoogst noodzakelijk, hoewel
minder frisch werkje was vanmiddag het schoonmaken van de WC’s; wat verdieping
voor verdieping moet gebeuren. De werksters weigeren het te doen, en Frau
Lisurek heeft geen macht meer over ze. En daar we geen zin hadden, ons met die
stinkboel ziekten op de hals te halen, hebben we (d.w.z. de Belgen en de
Hollanders van de eerste verdieping, de Franschen waren plotseling allen weg)
de zaak zelf maar in handen genomen.
Gisterenavond kregen we om 10 uur
ineens bezoek van 2 Russische soldaten, die met alle geweld een onderkomen voor
10 man wilden hebben. Maar toen hij boven de puinboel gezien had, en vooral
toen hij de WC’s geroken had, was hij heel gauw verdwenen. Merkwaardig, zoo
vriendelijk als de Russen worden als je ze vertelt dat je “Hollandski” bent,
zoo giftig en vuil worden ze als ze horen dat ze met Franschen (“Franzooski”)
te maken hebben.
De Katholieke Fractie is vanmorgen
naar Friedrichsfelde vertrokken. Ik ben benieuwd wat ze voor ervaringen opdoen.
De nieuwste berichten zijn, dat de jongens daar in lagers ondergebracht worden,
en te eten krijgen. Op slapen was echter niet gerekend. Iemand van Borsig die
hier toevallig een Hollander kwam opzoeken vertelde, dat de studenten daar zich
allang op weg begeven hadden. Fred is dus misschien al thuis, daar Tegel
ongeveer een week eerder in Russische hand was dan wij. Maar ze zullen zich dan
thuis wel ongerust gaan maken over mij.
’s Avonds hebben we de zaak nog
eens bepraat, en we hebben besloten tot Maandag te wachten. Zijn de Amerikanen
er dan al, dan vervoegen we ons daar om inlichtingen, en zijn ze er niet, dan
gaan we op ons eigen houtje naar het Westen. Tenminste, als er geen andere
berichten tusschen beide komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten