Voor een school, bij de Rosenthalerplazt, in het zonnetje, zit ik te schrijven. Het begin van onze reis
gaat niet voorspoedig. We staan vroeg op, half zeven, omdat we meteen om 8 uur
weg willen in verband met de legering in het verzamelkamp. Als we goed en wel
op zijn, komen de soldaten al om ons weg te sturen. Gisteren zeiden ze 12 uur,
nu moeten we om negen uur al weg zijn. We slepen alles op het perronwagentje
van Adzard, en na veel gescharrel is alles torenhoog opgetast. Met een stuk
geleend touw binden we zo goed mogelijk onze spulletjes zeevast. Het wordt een
vrolijke bende, een van de Russen ziet een gitaar en beduidt Eddy Nieuwerkerk
er op te spelen. Een andere Rus heeft een mondharmonica, en dan begint de
poppenkast. Eerst geeft de Roo weer eens een buikdansje weg, en dan een van de
meest norse en vervelende Russen een prachtige nationale dans.
Een van de Russen heeft een
prachtige Stalinsnor, en vraagt aan iedere voorbijganger of hij D. is of niet.
Antwoorden ze ja, dan maakt hij een perverschlijk gebaar zoals alleen Hendrik
in de NIA-societeit dat kon doen. Zoveel minachting, zo uit de hoogte, het is
kostelijk.
Als de Fransen hun hele
wijnvoorraad hebben opgeladen, en ook de balen rijst en de coupons stof, dan
gaat de reis beginnen. Er wordt gefloten en de stoet zet zich in beweging.
Er staan overal verkeersagenten,
die ons veel last berokkenen, er is iets aan het handje of zo. Dat merken we
ook wel als er ±20 zware T34 tanks voorbij rijden. Wat een zware krengen zijn
dat, maar in de stad zijn er wel ettelijke kapot geschoten.
De parade zit ons nog meer dwars,
we vertrokken om 10 uur van huis en om twee uur zitten we nog bij
Rosenthalerplatz. Het is gelukkig prachtig weer, dus dragelijk.
Jaap Terborg wil beslist mee,
hoewel zijn hoofdwond er slecht uitziet. Zijn hele gezicht is gezwollen.
De "lagerkarte" is niet meer nodig. Oos stopt hem in zijn dagboek.
De "lagerkarte" is niet meer nodig. Oos stopt hem in zijn dagboek.
Jan :
Woensdag 9 Mei 1945.
We waren vanmorgen al vroeg in de weer, in de
bedoeling, om 8 uur te vertrekken. Maar om 8 uur verscheen er een stel Russen,
dat ons er om 9 uur uit wilde hebben. Onze plannen er vroeg tusschenuit te
knijpen waren dus in duigen gevallen, en om ca. 10 uur ging het heele lager op
stap. Vóór dien hadden we nog een demonstratie gehad van een echte
Kozakkendans, gegeven door een van de onderofficieren, die ons begeleidde. Maar
tenslotte ging en we met veel horten en stooten op stap. Tot we in de buurt van
de Alexanderplatz kwamen, waar we bij een verzamelplaats, in Hoogduitsch
betiteld: “Sammlung Punkt die Rusische Seite und Auslender”. Het wachten hier
duurde ontzettend lang, daar we niet over de Alexanderplatz mochten wegens de
voorbereidingen voor de grooten parade van morgen, het was warm en we werden
melig. Tevens maakten we ons al gedachten over het slapen vanavond, hoe en
waar.
De trek zag er zeer gevarieerd
uit. Er waren zeer vele Franschen en Italianen, die waarschijnlijk van het land
kwamen, en die zich van een paard en huifkar voorzien hadden, precies de
Zuid-Afrikaansche treks. Wij maakten echter met ons gestolen wagentje van de
postrijer geen al te slecht figuur. Dat wagentje heeft ons echter vandaag heel
wat zweet gekost, dankzij het ideale Berlijnsche plaveisel, maar het heeft zich
kranig gehouden.
In de Weinmeisterstrasse, waar we
zoo lang wachten moesten verscheen plotseling onze oude vriend Skorobohatyj op
het toneel, met zijn verloofde. Hij vroeg me onomwonden, of hij zich niet bij
onze groep mocht aansluiten, daar hij te laat er van door had gewild. Hij
verzocht ons hem als “Hollander” op te nemen, en hem op deze wijze te laten
proberen, naar het Westen te gaan. wat mij betreft, ik heb er geen bezwaar
tegen, hem op deze wijze te helpen, maar de anderen voelen er niet veel voor,
en dat brengt mij in een vrij pijnlijke positie. Maar we zullen even moeten
afwachten. Voorlopig hebben ze zich bij ons aangesloten.
De tocht was verschrikkelijk. We
hebben 11 uur gesjouwd over een stukje waarover je normaal 3 uur loopt. En dat
met onzen wagen, die naar schatting ca. 1 ton woog. Over Lichtenberg,
Friedrichsfelde (U-Bahn, en door het park van het kasteel), kwamen we in
Biesdorf, langs alle mogelijke slingerende omwegen, en over uitgezocht beroerde
straten, allen met keien bestraat.
In Biesdorf was het een ontzettend
ongeorganiseerde rotzooi. In een oude luchtdoelbatterij hadden ze een paar
barakken gebouwd, die natuurlijk bij lange na niet toereikend waren voor de
duizenden buitenlanders. De meesten kampeerden dan ook of in de open lucht, of in
de munitiebunkers van de stelling, of hadden een bungalow in de volkstuintjes
in de buurt gerequireerd. Toen we er aankwamen, begon het al aardig donker te
worden. Allereerst moesten we nationaliteitsgewijze geteld worden, wat enorm
veel moeite koste, maar tenslotte lukte het dan toch. Maar eten kregen we
niet. De organisatie was zoo mogelijk nog beroerder dan bij de Duitscher.
Goddank hadden de Vries en van
Dijk ondertusschen beslag gelegd op een bungalow, weliswaar vrij ver weg van
het lager, maar nu hadden we tenminste een dak boven ons hoofd. Het mooiste
was, dat er een pomp in de tuin staat, die werkelijk koud water geeft.
Dat gisterenavond om 11 uur de
onvoorwaardelijke capitulatie voor alle Duitsche legers te Reims ondertekend
is, werd vandaag hier in de buurt gevierd door het afschieten van alle
lichtkogels en lichtspoormunitie die er was, hetgeen een fantastisch vuurwerk
opleverde. Maar ongevaarlijk was het niet, want twee meter voor me vlogen twee
kogels in een boom. Een ander teeken van de geallieerde overwinning was te zien
aan de Frankfurter Allee, waar een groote eerepoort was opgericht met
Amerikaansche, Engelsche en overwegend Russische vlaggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten