2e Paasdag 1945, 2 April
Een uur korter geslapen: overgang
naar zomertijd. Vervelend zo’n feestdag naar de fabriek. Zonder behoorlijk
gewassen te zijn (geen water!) naar de fabriek met je nette pak aan, gekke
vertoning. Iedereen in zijn netten pak op de fabriek.
Dagboek bijwerken, kousen wassen,
verslag voor de Spreekrans, dat zijn zo de bezigheden. Onderwerp voor een
lezing ontdekt: glas. Het wordt tijd ook, over een week moet ik mijn voordracht
houden. Ik ben benieuwd wat het wordt. Litteratuur er over zal moeilijk te
vinden zijn.
Het bonloze eten in de cantine
valt mee, het is iets dunner dan vroeger, maar we mogen niet klagen. Op weg
naar huis stil gestaan met de trein, drie kwartier ongeveer. Gelukkig zaten we,
en ik had Hollands Glorie bij me zodat ik me niet verveelde.
Geprobeerd op te bellen naar
Peschko en Frl Borris, maar bij de eerste geen gehoor, bij de tweede geen
verbinding. De telefoon doet het maar zelden meer, je moet boffen. We zijn dus
voor de vrije dagen nog niet onderdak met eten! Het is schandalig, maar zo
reken je tegenwoordig.
Vanavond weer zonder licht. Op de
kachel wat gebakken, mijn tweede Paasei! Met gebakken aardappeltjes en goed
spek, ik wilde dat ze thuis wisten hoe we hier nog leven. Dan zouden ze
misschien minder ongerust zijn.
Naar het schijnt zijn de Engelsen
nu ook Holland binnen gerukt, en ze ondervinden weinig weerstand. Zo moet het
gaan! Maar ik denk nog steeds dat ze Utrecht verdedigen zullen. De bunker op
het Janskerkhof is niet voor niets gebouwd. Lieve help, wat wordt dat spannend
met die oorlog! Het Ruhrgebied is nu afgesneden, het lot van D. is dus beslist.
Jan :
Maandag 2 April 1945.
Vandaag, op 2e
Paaschdag werken. Bovendien werd vannacht de zomertijd ingevoerd, dus we
verschenen onuitgeslapen en met een minimum aan zin op de fabriek. Maar we waren
niet de eenigsten, en de productie was er dan ook naar.
Vanavond was het mijn beurt om
wacht te houden in de kelder. Dat moet nl. iederen avond gebeuren, daar er een
paar weken geleden voortdurend diefstallen waren uit de koffers. Frau Lisurek
heeft toen een resoluut besluit genomen, en de kelder slechts van 8.00 – 8.30
opengesteld. In dien tijd moet er echter wacht gehouden worden, en de wacht
moet de namen van personen, die beneden zijn geweest, opschrijven. De
mogelijkheid van diefstal is hierdoor sterk gedrukt. Het wacht houden is geen
onaangenaam baantje, je zit rustig te lezen. Alleen is het enorm onvoordelig
als je honger hebt en er een groote zak met geroosterd brood in de rugzak zit.
Ik ben tenminste een flink eind door mijn broodvoorraad heen geschoten.
Mijn voorraadje vet is ook weer
goed op peil gekomen dank zij Fred, die me voor 14 sigaretten aan 150 gram margarine hielp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten