Zondag
Om half tien op, en direct aan
het koken, en naaien aan de rugzak, gezellig met Jan bij de kachel, terwijl de
anderen nog in bed liggen. Het is een heel werk, en we komen lang niet klaar.
De rug, de aanhechting van de riemen, moet nog verstevigd worden en dat is
moeilijk. Mijn laatste bonen gaan in de pot, en smaken uitstekend. Om een uur
of één naar Jan {Egberts}. Er is weer
“dikke lucht” en de mensen hollen allemaal naar de bunkers. Na een buitengewoon
vlotte reis kom ik in Herzberge en tref daar een lege boel, zonder bericht waar
de heren gebleven zijn. Ik schrijf wat in mijn dagboek en vind het vervelend
dat mijn Zondagmiddag, de laatste vrije, naar de maan is. Ditsz komt nog
opdagen en verveelt me. We reizen samen terug, ik ga naar huis en sta in dubio
waar ik zal gaan eten. Tenslotte waag ik de voorgenomen tocht naar Rahnsdorf,
op zoek naar eten, niet meer, omdat het te laat wordt. Een wandelingetje door
het kerkhof achter onze straat geeft het idee van een middagwandeling.
Thuis eten klaar gemaakt. Een lekkere
pan met pap en veel suiker. Met een deken in de kou zit ik wat te lezen in
“Climats” van André Maurois. Ik geniet van het “alleen” zijn, iets wat haast
niet meer voorkomt sinds we nieuwe kamergenoten hebben. Met alarm naar het
station. Ik vind het niet meer verantwoord bij ons in de kelder te blijven, nu
ik het effect van een luchtmijn goed bestudeerd heb.
Jan :
Zondag 11 Maart.
Vanochtend weer lang uitgeslapen. Mijn
slaperigheid schijnt wel een gevolg te zijn van de inenting, want Thijs Vinks
had het zelfde. Als ochtendpasseering hebben Oswald en ik onze rugzakken zitten
naaien. ’s Middags ben ik naar frau von Scheibershofen geweest, en heb daar nog
een paar karwijtjes opgeknapt, en er tevens heerlijk gegeten en een paar
borrels gedronken uit een groene flesch met een etiket: “Zeer oude Hollandsche
genever”.
’s Avonds bij het alarm (van 8.20 –
9.25) viel er weer het noodige in onze buurt. Het Stettiner Bahnhof is nu een
belangrijk punt voor ravitailleering geworden, en we kunnen nu wel eens een
zware pijp gaan roken. Maar zoolang er leven is, is er hoop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten