Maandag 12 Maart 1945
Het verkeer is weer eens heerlijk
in de war. We lopen naar de Fr.Strasse en zien onderweg een merkwaardig effect
van een bom. Een heel groot gat, zoo groot als de straat breed is, met steile
wanden en 7 meter
diep. En midden in het gat, helemaal onderin, een (kar) wagen van de post,
helemaal heel. De ruiten in de huizen van de straat zijn bijna allemaal … heel!
Van Schlesiecherstrasse tot
Warschauwerstrasse gelopen. Er is een luchtmijn gevallen bovenop een station
van de U-Bhan, (Hohbahn) wat een fantastisch gezicht is. Alle stukken ijzer
staan kromgebogen in de lucht. Een uur te laat op mijn werk.
Op de fabriek voornamelijk gewerkt
aan mijn rugzak. Van staal een versterking in de rug gemaakt, en deze ’s avonds
vastgemaakt. De rugzak is bijna klaar nu, er mankeren alleen nog een paar
gespen aan. Frederikse komt vanavond weer praten, maar
gelukkig komt Paans zodat Frederikse weg gaat. Paans
wordt zelf weer door het alarm verdreven, maar rust krijgen we niet! Paans is
erg veranderd de laatste weken, hij wordt oud. Hij wil nu plotseling weg, lopen
naar Holland of zoiets, terwijl hij vroeger beweerde het einde hier te willen
meemaken. Het is een oude man geworden vergeleken bij zijn vitaliteit vroeger.
Jan :
Maandag 12 Maart 1945.
…
Op het tweede stuk van onze
expeditie kwamen we voorbij het station van de U-Bahn: Stralauer Tor. Daar is
een bom bovenop gevallen, en deze (een luchtmijn) heeft meteen één wand van het
reusachtige koelhuizencomplex aan de Osthafen meegenomen, zoodat je de halve
koeien er zoo kon zien hangen. Een aanlokkelijk gezicht. Het resultaat van één
en ander was dat we pas om 8.30 op de fabriek waren.
De alarmen ’s avonds worden
vervelend. Je kunt niets meer beginnenhet is eenvoudig afwachten tot het alarm
komt. En komt het niet, dan weet je dat ze je ’s nachts uit je bed halen. je
gaat dus in den meest letterlijken zin niet meer rustig slapen vóór het a;arm
geweest is.
Vanavond was het alarm van 8.30 –
9.45. sinds bij den aanval van Zaterdagnacht de pui van het Gemeinschaftsraum
plotseling uit de voorgevel wegwandelde zitten onze “Luftschutzwarte”, Paans,
Heikens en van der Meer ook in de kelder waardoor ik nu niet kan zeggen, dat
het er aangenamer op is geworden.
Vroeger werd er gepraat, gelachen
en zo, zoodat je de bommen pas hoorde, als ze al gevallen waren, maar vanavond
vond Paans dat niet goed! Moens, één van de belgen maakte tijdens het fluiten
van de bom een of andere opmerking waarover gelachen werd. Onmiddellijk vloog
Paans op: “Mijheer Moens, ik moet U verzoeken geen gijntjes te verkoopen
tijdens luchtalarm. Dat is daarvoor niet het juiste ogenblik. Ik kan dan als
Luftschutzwart niets hooren”. Laat hij dan buiten gaan staan als hij wat horen
wil. Onze bedoeling is juist niets te hooren. Morgenavond ga ik in de
andere helft van de kelder zitten, en als hij daar ook komt, zit er niets
anders op dan naar het Stettiner Bahnhof te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten