14 februari 2020

Utrecht 15 November 1944 van Mams : Wij zullen maar denken: pas de nouvelles, bonnes nouvelles, maar ik zou ’t toch fijn vinden iets te hooren.


Na drie maanden onderweg geweest te zijn komt deze brief uit Utrecht alsnog aan.

Utrecht 15-Nov. ‘44

Mijn lieve Oosje,
Deze keer maar eens een lange brief, al wordt ’t hoe langer hoe meer de vraag of ze je bereiken. Niets meer van je gehoord sinds je laatste brief; ook geen bericht van welvaren van de heele club, ná dat van 11 Oct. Wij zullen maar denken: pas de nouvelles, bonnes nouvelles, maar ik zou ’t toch fijn vinden iets te hooren. ’t Is inderdaad heerlijk dat je je winterkleren nog hebt. Alleen over je kousen en onderbroeken ben ik niet gerust. Je hebt in ’t voorjaar nog je beste zelfgebreide kousen teruggestuurd en een onderbroek. Die heb ik nu helaas hier! Als je kousen àl te kapot worden moet je maar 2 paar over elkaar dragen. Dat doet Paps trouwens al lang. Ze slijten minder: eendracht maakt macht, denk ik. Neem de proef maar eens en je zult zien dat het uitkomt. Paps doet een dun paar onder en een wollen paar er overheen. ’t Is nu alweer half nov. en nog is er geen verandering in de toestand. Gelukkig hebben wij niet van te voren geweten dat je zoo lang weg zou blijven! Met de oorlog is het trouwens net zoo: stel je voor dat ze ons in ’40 voor gehouden hadden dat wij in ’45 nog dik er in zouden zitten. Narigheid van begin tot ’t eind. Koken op één kachel (waar ik nog brandstoffen voor heb, maar velen hebben ook dat niet). Wàt je koken zult voor velen is een niet meer op te lossen probleem (ook hierin zijn wij bevoordeeld met de door mij naarstig verzamelde peulvruchten). Verder de meesten zonder licht, en dàt in deze donkere maanden! Afschuwelijk! Wij hebben nog electrisch licht, maar vandaag worden wij om 9 uur afgesloten en binnen kort waarschijnlijk óók helemaal, net als de rest. En dit zijn nog allemaal kleinigheden bij de zorg vergeleken die talloozen hebben om hun mannen of zoons die maar meegenomen worden bij duizenden en van wie niemand weet hòe en wanneer zij terug zullen komen. Met kapotte schoenen, slechte jassen, en maar in de druilende regen loopen zonder einde. Neen, je krijgt het gevoel dat de maat van de ellende vol is.
Als nu de redding maar nabij is. En jij, lieve jongen, hoe zou het met jou zijn? Ik vrees dat je de geregelde pakjes zult missen, maar wat zullen wij er aan doen. Ik zal al heel dankbaar zijn als je de brieven krijgt en ik wou dat er nog eens een brief van jou kwam. Van concerten zal bij jelui wel niets meer komen, denk ik. Dat is hier natuurlijk al lang uit: om 8 uur binnen zijn is niet bevorderlijk voor ’t concertleven. In huis niets nieuws. De laatste foto’s waren onderweg toen ‘t spoor er uit de zaak stop zette, dus zij zullen wel bij de een of den ander bewaard worden. Misschien waren zij wel in Tilburg of zoo, en dan wordt het ná den oorlog vóór dat zij terug komen. Maar de eerste serie heb ik in de safe gestopt. Dus dáár hoef je je geen zorgen over te maken. Nu lieve schat, ik zou het heerlijk vinden als dit epistel je bereikte en je een héél stevige pakkert overbracht van
je Moeder

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...