13 december 2019

Utrecht 31 October 1944. van Lily : Meestal loop ik als een dwaas door de stad te rennen op zoek naar dit of dat, voornamelijk eten.


Utrecht 31 Oct. 1944
Lievenoos,
Met een paar wanten aan, mijn zeilbroek, een dikke trui, daarover een jasje, daar weer over een wintermantel; om mijn benen een deken, aan mijn voeten een paar dikke sokken en sloffen, en die weer in een voetenzak gesloten, zit ik te schrijven, in een onverwarmde kamer. Vanwege de wanten dit rare schrift. Zojuist kregen we twee briefkaarten van je, van 9 September. Wel heel oud nieuws, en tegelijk een briefje dat 4 Oct. alles in orde was. Ook oud maar beter dan niets. Je schrijft dat je bang bent voor ons optimisme. Laat ik je zeggen dat we wel heel goed inzien dat alles wat ons te wachten staat geen sinecure zal zijn, maar dat de enige manier om er niet onderdoor te gaan is: de kop ophouden en niet je omgeving terneer drukken door pessimistische praatjes, want dat ga je allemaal samen naar de haaien. Niets is zo tergend en martelend als dat wachten, dat dag in dag uit wachten op iets dat heel erg zal zijn, maar dat toch misschien beter zal zijn dan dit wachten, omdat dan het einde van de oorlog alweer een stap naderbij zal zijn gekomen. Maar nu zal ik dan maar op een ander chapiter over gaan, en je bijzonderheden omtrent mijn belangrijke persoontje meedelen, als mede over mijn huisgenoten, vrienden en kennissen, want alles wat hier gebeurt staat in het teken van de oorlog, en als ik je dat schrijf is er de kans dat je de brief niet krijgt, en ik wil de kans dat je hem niet krijgt, die al buitengewoon groot is, niet nog groter maken. Paps maakt zich buitengewoon verdienstelijk met het kopen van groenten, iets wat je nog wel begrijpen kan. Verder heeft hij een klingelbel aan de voordeur bevestigd, omdat de electrische het niet meer doet. ’s Avonds zitten we in ’t donker. Corry de maagd gaat iedere dag naar de gaarkeuken, omdat er geen gas meer is. Mams prutst de hele dag op ’t potkacheltje, opdat we nog iets warms naar binnen krijgen. We hebben nog wat hout, en hebben van de Pegus 1 mud antraciet gekregen. Maarten maakt het best evenals Barend, van wie we vrij regelmatig bericht krijgen. Ik ben aan het werk geslagen, maar kan niet erg op gang komen, omdat er tegenwoordig zo ontzettend veel andere dingen te doen zijn in het huishouden e.d. meestal loop ik als een dwaas door de stad te rennen op zoek naar dit of dat, voornamelijk eten. Als je zit te werken word je om de haverklap weggeroepen, enfin, het valt niets mee. En dan nog en aanmerking genomen (nu ga ik de bom laten vallen) dat ik officieus verloofd ben, zul je begrijpen dat ’t werk in de knel komt.
Ja, wat staat dat nuchter zoals ik dat geschreven heb, terwijl het toch zo ongelooflijk, onuitsprekelijk veel inhoudt! Je zult me wel een rare pisang vinden. De “gelukkige” (of tot zijn ongeluk verdoemde?) is Piet waarover ik je vaker geschreven heb. Lang 1 meter 87, géén gezicht!! En ik heb de naam “Piet” altijd afschuwelijk gevonden. En hij loopt krom, iets wat ik vroeger altijd verschrikkelijk vond. Ja, de liefde is onberekenbaar! Maar hij is de grootste lieve schat die er op twee lange benen rondstruint. Je begrijpt dat de stad Utrecht al fiks aan het roddelen geslagen is, o wat heerlijk, ze hebben weer wat te praten. Overigens zullen ze van P. niet veel kwaads kunnen zeggen, ze vinden ’t alleen prettig om de combinatie van ons beiden te wikken en te wegen. En wat ze van mij zeggen laat me steenkoud. Let wel: er is niets aan de hand, ik heb alleen “een vriendje” (Dit is al sinds begin September voor elkaar) maar we zijn vast van plan om met elkaar te trouwen zodra de gelegenheid zich voordoet, en dat zou nog wel héél wat jaartjes kunnen duren. Nu, Ooslief, je weet dus hoe de vork in de steel zit, nu hoop ik maar dat dit epistel je bereikt voordat je weer terug bent, want anders zou ’t zonde zijn. We snakken allemaal naar ’t einde van de oorlog en naar jullie terugkeer, minstens zo hard als jullie zelf. Je zult alles wel veranderd terug vinden denk ik (over de Ezelsdijk kunnen we niet meer wandelen, ’t bruggetje is kapot). Dag Oosel, groetjes aan de vriendjes en een zoen van je zus.

P.S. Ik heb een allerliefste foto van mijn geslaagde zelf, maar die krijg je niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...