30 oktober 2019

Berlijn 30 October 1944. Brief 123 : Ik heb voorlopig meer reden me ongerust te maken over jullie, dan jullie over mij.


123
Berlijn 30 October 1944
Lieve Paps, Mams, en Lily,
Het kost me wel moeite weer aan het schrijven te gaan, maar het moet toch maar. Niet dat er niets te vertellen is, integendeel, als je lang niet geschreven hebt valt er wel het een en ander mede te delen, maar het hopeloze van dit schrijven is, dat je niet weet wannéér en of het wel aankomt. Boven dien hebben wij het hier net als vroeger, en jullie leven onder zeer veranderde omstandigheden. Ik heb voorlopig meer reden me ongerust te maken over jullie, dan jullie over mij. Ik hoop maar dat jullie het een beetje rustig hebben in Utrecht, en dat de buren geen last veroorzaken in het andere einde van de straat. In de brieven van Paps en Mams van 23 Sept. en 4 Oct. staat eigenlijk niets dat me een goede indruk geeft hoe jullie nu leven. Het is natuurlijk als maar afwachten, en nog eens afwachten, dat begrijp ik wel. Ik vrees dat de oorlog in de komende week naar Utrecht door zal dringen, een ellendig gevoel is het, niets anders te kunnen doen dan afwachten en liefst zo weinig mogelijk aan al die narigheid denken. Maar laat ik me niet te veel bezig houden met jullie narigheden, daar weten jullie meer van dan ik, en het heeft geen zin daar den nadruk op te leggen. Hoe onbelangrijk het allemaal ook is, ik zal dus toch maar over gaan tot het vertellen van wat hier allemaal gebeurt.
Ten eerste onze woning. We zaten eerst met zijn vieren, twee aan twee in de hoek van een zaal, de andere bedden waren niet beslapen. Nu is er echter een ander lager ontruimd, en de hele zaak is vol gekomen. Voornamelijk Belgen, die zeer veel lawaai maken en wat erger is, een taaltje spreken waaraan je je dood ergert. Ja, die kerels spelen het klaar om twee woorden Vlaams, twee woorden Waals!! En een woord Duits in een keurige mengsel uit hun mond te slingeren. Vooral aan het would be Frans van de heren erger ik me dagelijks. Maar, Jan en ik hebben het in ons hoekje nog niet zo slecht, het is best uit te houden.
Wat het eten betreft gaat het nog best hier. Weliswaar wordt het steeds minder , en vooral met de groenten gaat het tamelijk slecht, maar er is geen sprake van dat ik magerder wordt. Jan Egberts breng tegenwoordig mee wat hij aan aardappels en brood overhoudt in (Herzberge) zijn ziekenhuis, en dat scheelt ook weer wat. Wat de muziek betreft, wordt het steeds minder. Toevallig heb ik gisteren nog een concert gehoord in een kerk, maar dat zal voor de eerstvolgende weken wel het laatste concert geweest zijn. Onze voordrachten over muziek gaan nog steeds door. Elke twee weken een voordracht. We zijn nu aan het oefenen in het bepalen uit welke tijd een bepaald muziekstuk kan zijn. Het is erg moeilijk, maar je voelt echt dat je vorderingen maakt.
In mijn vorige brief heb ik ook geschreven over de wiskunde (colleges) voordrachten die we (Jan dB en ik) tegenwoordig ijverig bezoeken. Het is erg prettig en een goede hersengymnastiek. We krijgen sommetjes op en zo, we moeten er echt voor werken, want eenvoudig is het niet, daar heb je tenminste later nog wat aan, als ze niet verbranden.
Zoals ik in mijn laatste brief al schreef, is mijnheer Fischer naar Holland, zijn zoontje is omgekomen bij een bombardement op Velp. Deze week zou hij terug komen, maar ik heb geen verbinding met hem kunnen krijgen, zijn telefoon geeft geen gehoor. Ik denk haast wel dat hij in Holland is gebleven.
Om me weer eens te herinneren wat er allemaal gebeurd is, kijk ik nog even mijn dagboek door. Op 4 October, de dag waarop jongste brief van mams gedateerd is, waarin ze zich bezorgd maakt over me, op vier October dus, heb ik een van de mooiste concerten gehoord die ik ooit hoorde. De achtste van Bruckner, in de staatsopera. Ik had prachtige plaatsen, Karajan was dirigent. Dit concert zal ik nooit vergeten omdat het precies aan mijn stemming aansloot. Bruckner is zo mooi, zo meeslepend en hartstochtelijk zonder een greintje sentimentaliteit. Wat dat betreft sluit hij zo prachtig aan aan deze tijd, hij is zijn tijd een halve eeuw vooruit geweest. Voor ons is er geen gelegenheid meer om sentimenteel te doen, dan gaan we te gronde. Maar laat ik niet te veel doordraven, ik wil even bewijzen dat het geen zin heeft erg ongerust te zijn (Dit advies geldt ook voor mezelf!)
Mijn werk op de fabriek is nog steeds zeer prettig, veel vrijheid en tamelijk wetenschappelijk. Jan de Boer en ik zitten tegenwoordig met de schrijftafel bureaux naast elkaar, zodat we gezellig kouten kunnen.
Zo, mijn brief is weer eens bijna klaar. Ik heb enkele dingen uit mijn vorige brief herhaald, maar dat kan, gezien de omstandigheden geen bezwaar zijn. Dat beide brieven jullie bereiken zullen, is niet te verwachten. Met Kerstmis zal ik nog wel niet thuis zijn, maar laten we het dan maar op volgend jaar Kerstmis houden, belangrijker is dat we elkaar dan weer gezond op de Maliebaan 127 terug vinden. We maken al voorbereidingen voor het Kerstfeest hier, een Kerstfeest dat moeilijker zal zijn dan dat van 1943.
Veel liefs en maak je geen zorgen over mij
Oswald.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...