Alarm 121 van 01:01 tot 01:50. Bombardement 27
4-7-1944
Alarm, enkele luchtmijnen, verder
niets. Zoals gewoonlijk, te kort geslapen. Te slaperig, zelfs om een brief te
schrijven. Rieß wil me charteren voor het sjouwen van stenen, maar ik moet
voorzitten bij de Spreekrans, het gaat dus niet door. Hij zet een zuur gezicht
en heeft zelfs de brutaliteit te zeggen: Vielleicht Klapt ’s doch noch! Dit is
de voornaamste reden dat ik zelfs niet geprobeerd heb de Spreekrans te
verzetten.
In het lager moeilijkheden. Bob
was, naar boven verhuisd, naar de plaats waar Ad lag, die weer op een plaats
van de gebroeders Jansen lag. De Jansens zijn naar huis, en goed aangekomen
ook. Bastiaanse lag op de eerste plaats. Bob verhuisde zonder iets te zeggen
tegen de Lagerführerin, die natuurlijk in haar wiek geschoten was. Alles werd
echter bijgelegd. Bob en Bastiaanse blijven, en wij, Jan de Boer en ik, zullen
het ons gezellig moeten maken in de grote zaal.
De berichten van de fronten wijzen
er op, dat in het Oosten alles teruggaat, en in het Westen stand gehouden
wordt. Een communistisch Europa lijkt dus op het ogenblik de meest
waarschijnlijke toekomst.
Dr Jüngling amuseert zich vandaag
met Russische boeken die ik heb meegebracht, en zg. “Bildwörterbuch” voor
Russen, en een gramatica. Hij leeft er echt van op. Met zijn tweejarig verblijf
in het vooroorlogse Rusland, heeft hij wel wat vóór bij de Russische studie.
In het Duitse leger wordt de
nationaalsocialistische groet ingevoerd. Het verschil Wehrmacht – Partei wordt
hiermede weer iets verder teruggedrongen.
Deze nacht weer alarm, en wel om
kwart voor twee. De dag tevoren een uur vroeger. Zoals Jan het uitdrukte: “je
raakt alle grondslagen van je existentie kwijt” als je er nu niet eens meer op
rekenen kunt dat er alarm komt om één uur, wordt het ook wel heel erg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten