Krommenie, 31 Juli 1944
Beste Jan
Je brief van de 8e had
ik de 12e juli al in bezit. Mijn dank ervoor dat je toch nog aan
schrijven bent toegekomen. Van Kees hebben we uit de juli maand nog niets
gekregen en we hebben ons deze maand weer dikwijls afgevraagd, hoe jullie het
wel zouden hebben. Wij hier hebben veel gehoord en gelezen, maar de gevolgen
van het verplaatsen van het fruit en de aanslag zijn hier nergens merkbaar. Het
enige wat wij merken, zijn de eindeloze periodes van slecht weer en harde wind,
met als sensatie een korte, maar hevige aardappelschaarste en een vrij hevige
jacht op onderduikers op Zondagmiddagen nu al enige weken achter elkaar, door
landwachten in burger.
Begin Juli heb ik mij weer naar
den docter begeven, die een zeer langzaam herstel constateerde, reden waarom
mijn contract met de blikfabriek voor onbepaalde tijd is verlengd en ik door ga
mij ’s morgens aan de practijk en ’s middags aan de theorie te wijden. Nu deze
week is er fabrieksvacantie en is het dorp stiller dan ooit.
Vrijdag heb ik Eppens bezocht. Hij
is over wegens ernstige jicht van zijn vader, die gelukkig al goed vooruit is
gegaan. Merkwaardig vond ik het te horen, dat hun clubje, hoe kleiner het werd
hoe meer ook de onderlinge band verdween. Ze leven daar nu veel meer langs en
naast elkaar dan een half jaar geleden. Omdat ik toch in de buurt was heb ik
Piet de Jong opgezocht, die daar driehoog achter bij zijn vader inwoont, en erg
belangrijk is in de vakgroep Amsterdamsche Ziekenfondsen, als penningmeester,
terwijl Henk het voorzitterschap van diverse groepen en andere combinaties
heeft weten te bemachtigen. Het huis maakt het financieel uitstekend, alle
kamers bewoond, maar lost zijn leningen af door de … vergoeder het geld maar te
schenken. Welke methode zeer veel succes heeft. Jaap heeft daarom ook zeer goed
werk verricht, wegens Piet. In de trein terug reisde ik met Koos de Boer, als
altijd vol roeiersverhalen, had Hemelvaartsdag nog een acht met oude bekenden
op de Zaan laten verschijnen. Hij is nu in het Binnen Gasthuis, waar … al weer
is verdwenen. Die vervangt hier en daar, verplicht zich nog niet.
Ko schijnt het nog niet te kunnen
vinden: nadat hij uit Amsterdam is weggegaan is hij nu eens hier dan eens daar.
Ook jammer voor zijn moeder, die juist zoveel behoefte aan zijn gezelschap had.
Vorige week Donderdag ben ik nog bij Heer de Bruin geweest. Nu, die verlangt
erg naar de terugkomst van Oswald, vindt het wel aardig, dat hij zich er goed
doorheen slaat, maar zoals overal, degelijke lichtpuntjes kunnen de achterblijvers
en jullie zelf er wel en tijd lang overheen zetten, maar op de lange duur wordt
alles verdrongen door de gedachte dat ze terug moeten komen. Vader heeft dat nu
ook weer zo sterk over Kees, die hij zo graag weer een volgend studiejaar zag
beginnen, dat hij niet nog een jaar moet verliezen en jullie zullen dat net zo
ondervinden. En toch, het einde komt soms zo plotseling, dat hebben we al bij
zo velen gezien.
In Amsterdam zijn nu ook de meeste
telefoons afgesloten en is het contact weer moeilijker geworden. Mevrouw
Schmidt is ook van de zorg over niet opgeschreven spullen verlost. Vrijdag ben
ik nog even daar langs gelopen. Ze had wel bezoek gehad van het broertje van
Jan Nijman, maar Jan was er de laatste tijd niet geweest. Ik heb op mijn brief
aan hem wel niets gehoord, maar volgens mevrouw Schmidt gaat het hem goed, ook
was Hermien er nog geweest, die nog altijd vol goede moed is. Gelukkig want dat
kan zoveel goeds doen. Ik heb bij Eppens de verhalen gehoord, hoeveel moeite
zijn zusje had moeten doen om de ambtelijke schijven aan het draaien te houden,
hoeveel keer ze vergeefs naar het scheepvaarthuis was geweest, maar hoe ze toch
ten slotte alles voor elkaar had gekregen.
En dus, goede moed, voor allen,
vooral Pels na zijn … hoop ik, de groeten. Het beste, en tot spoedig.
Klaas
Geen opmerkingen:
Een reactie posten