Donderdag 13 Juli 1944
Lieve P.M. en L.
Gisteren een gezellige brief van
Paps ontvangen de post uit Holland komt geregeld door, maar van Grandpère heb
ik al een paar weken geen bericht. Gisteren is er weer een pakje Aplona
vertrokken, of het nog zal aankomen is de vraag. Het verkeer in Fr. is niet
weer helemaal je dat.
Het weer is hier ook slecht, we hebben het
Vrijdag, Zaterdag en Zondag bijzonder warm gehad, en ik was blij dat het weer
koud werd. Ik kan er slecht tegen als het zo erg warm wordt. Je kunt je er niet
tegen wapenen, zoals tegen de koude.
Eergisteren kwam Groenhart, een
student die aan de andere kant van de Spree woont, weer eens “buurten”. Hij
komt dan overgezwommen, en krijgt van ons warme kleren aan. Na een gezellige
avond vertrekt hij weer op dezelfde manier, zwemmend over de Spree. Het is
jammer dat ik het zeggen moet maar het is er wel grilliger op geworden sinds we
op die andere kamer gekomen zijn, en we niet meer met zoveel man zijn. Rustiger
en intiemer. Maar voor de genen die in de Invalidenstraße zitten is het geen
pretje. Ze kunnen er niet goed aarden, wat heel begrijpelijk is, na een
verblijf in de Lindenstraße.
Binnenkort zal ik een jubileum
uitgave moeten maken van mijn brieven naar huis. Zoiets als “het
leven in Berlijn in honderd brieven”. Het zal langzamerhand wel een
indrukwekkende verzameling zijn (wat het aantal betreft!) en wat betreft
de schrijffouten natuurlijk!
Overigens blijft alles hier bij
het oude, grote veranderingen zullen nog moeten komen. De vervelendste tijd
voor ons moet nog komen, daarvan ben ik overtuigd. Hoe we ooit weer naar huis
zullen komen, daar heb ik geen idee van, over zoiets kun je alleen maar dromen,
een goede voorstelling kun je je er niet van maken, en het is misschien maar
goed ook. Het front in het Oosten ziet er griezelig uit. Gelukkig heb ik het
nog steeds druk als een klein baasje, en dat is wel prettig. Vanavond les
geven, morgen een voordracht over isolatieën, Zaterdag muziekgeschiedenis,
Zaterdag een toneelvoorstelling. Jullie ontvangt misschien weer een stel
foto’s, sturen jullie deze dan s.v.p. eerst naar de Bornewassers, die hebben op
de eerste serie lang moeten wachten.
Vanmorgen heb ik voor het portret
van Lily staan dansen onder de klanken: ”Oh, wat zijn wij heden blij, Lily is
jaaarig, Lily is jaaarig enz. Jan dacht dat ik dan eindelijk toch werkelijk gek
geworden was van het verblijf hier.
Ik ben blij dat het met mij bijen
goed gaat, ik ben erg benieuwd of ik er later nog plezier in zal hebben. Ik ben
erg blij dat mams weer goede hulp heeft, dat verdient ze echt, hoor.
98
Vader schrijft over zijn
toekomstplannen. Ja, ik zal eerst moeten afstuderen, al zal het niet meevallen
na zo’n lange onderbreking. De tijd hier is niet verloren, dat zeker niet. En
ik heb ook heel wat geleerd over omgang met mensen, hoe je als chef niet moet
zijn en zo. Dit zijn allemaal dingen die ten slotte nog wel eens te pas komen.
In welke richting ik dan verder zal gaan, na mijn studie, dat weet ik nog niet,
maar dat ik in een fabriek terecht zal komen is wel erg waarschijnlijk.
Van mams heb ik maandag weer eens
een kaart gekregen voor Grandpère, die ik meteen doorgestuurd heb. Ik weet nog
steeds niet of hij in de bergen zit, of dat hij ondanks de invasie naar
Montpellier is gegaan. De brieven stuur ik om de beurt naar beide adressen.
Hoe is het met het “mondeling” van
Lily? Ik hoorde van Klaas dat het niet makkelijk was, het examen van dit jaar.
Ik verwacht iedere dag bericht van een gelukkige, geslaagde zus. Jammer voor
haar dat Grietje Brink weg is, ze had er geloof ik veel gezelligheid aan, is
het niet? Mijn derde briefkaart is al weer vol, gegroet, gij hoofden van de
Maliebaan 127, laten we hopen dat ik niet nòg honderd brieven behoef te
schrijven vóór ik weer naar huis mag.
Veel liefs
Oswald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten