Zeist 5 Juli 1944
Lieve Oswald,
‘k Lig hier morgen alweer een
maand, en nog geen kans dat ik er voorlopig uit mag. Intussen is het getal …
van zieke zusters uitgebreid tot vier, waarvan er 2 bij mij liggen dat is dus
wel erg gezellig. Als we ’s nachts binnen liggen, kunnen we precies in onze
kamer, wel een beetje nauw maar ’t gaat.
Overdag staan Sineke en ik buiten
op het balcon, no. 3 kan er niet meer bij, want daar is ’t balconnetje te klein
voor. ’t Is echt fijn om buiten te liggen, je slaapt zo lekker. Alleen als het
regent is het minder aangenaam: we staan wel onder een glazen afdak maar ’t
spettert toch wel op onze bedden. Zo langzamerhand ben ik al zo gehard geworden
dat ik daar niets weer om geef. ’t Gaat wel goed met me, morgen wordt er weer
bloedbezinking gedaan en worden we doorgelicht. ‘k Hoop maar dat het een beetje
opgeschoten is, want ik krijg genoeg van al dat liggen en eten. Bovendien krijg
ik nu ook nog levertraan en dat vind ik verschrikkelijk vies. We hebben ‘t ’s
avonds altijd erg druk voor we ons bed in kunnen gaan. We mogen er n.l. wel uit
om ons te wassen en naar de w.c. te wandelen. Voorbereidende maatregelen voor
de levertraan nemen het meeste tijd in beslag. We leggen eerst van alles klaar
om er na te eten, slikken eens met de moed der wanhoop de levertraan en dan een
hapje suiker, water, koekje en kersen. Na afloop ben ‘k gewoon misselijk van
alles door elkaar eten. ’t Is nu volop kersentijd, we eten er heel wat. Sineke
woont in Wageningen dus vlak bij de Bétuwe en haar vader en verloofde brengen
steeds kersen mee. ’t Is anders wel moeilijk om er aan te komen, zoals trouwens
met alles. ’t Wordt tijd dat er een einde aan komt.
‘k heb het natuurlijk weer erg
druk met lezen, denksporten en meer dergelijke tijdverdrijven. ‘k Doe ook nog dapper
Italiaans, maar dat is zo taai; ik ben al aan de onregelm. werkw. toe, als die
klaar zijn zal ik maar eens een boek proberen. Wat ontwen je het toch van zo
lesjes te leren, op school ging dat allemaal wel makkelijk; maar nu moet het
niet dan wordt je hoe langer hoe luier. ‘k Heb hier zo’n mooi uitzicht op de
vijver (kom!), in driehoekvorm, basis ±3 m en de benen 1½ denk ik. Er staan lissen in
te bloeien en 8 waterlelies +1 goudvis. Dat is ’t vermaak van de dag, dat
begrijp je. Verder staat er onder ons een meneer die er al een eeuwigheid is,
een enige gezellige baas, die we zo af en toe plagen door hem te bekogelen met
water en kersepitten. En een bezoek dat ik krijg! Uit Zeist, want daar hebben
we verschillende kennissen, en verder natuurlijk van thuis en uit Utrecht. Jouw
vader komt bij voorkeur zonder regenjas en regent dan of op de heenweg of op de
terugweg nat. Hij vindt dat het zo onder de hand tijd wordt dat het ophoudt met
regenen, waarin ik hem geen ongelijk kan geven. Wat een snertzomer is ’t toch
van ’t jaar. Wij wijten dat maar aan de oorlog, maar Paps zegt dat dat niet kan
want ‘t is al vier zomers oorlog geweest.
Mies heeft weer examen gedaan en
is geslaagd met een pluim voor bacteriologie. Er zakken er zoveel, bij Mies haar
groep 8 van de 10.
Verder nieuws heb ik niet,
aangezien er op bed niet veel gebeurt.
Tot een volgende keer, veel liefs
To
7 Juli.
Er is bloedbezinking bij me
gedaan en die was gelukkig goed, maar ik moet nog een maand in mijn bed
blijven, dan wordt ik weer doorgelicht. ‘k Heb niet veel zin, maar aan alles
komt een eind, aan die ene maand dus ook wel, en ik heb gezellige kamergenoten,
die me nog een poosje gezelschap houden. Bedankt voor je briefkaart
Je To
Geen opmerkingen:
Een reactie posten