06 juni 2019

Utrecht 22 / 30 Mei 1944 van Mams : Daarna is ’t weer eten koken en ’s avonds brieven schrijven, met de familie om me heen, kan ik dat niet.

Vandaag twee brieven van Mams
Maandag 22 Mei ‘44
Mijn lieve Oosje, ’t is alweer 14 dagen geleden dat ik je geschreven heb, als ik het kaartje niet meetel dat ik je verleden week schreef. Mijn plan was je nu weer uitvoerig te schrijven, maar dat zal niet gaan. Grietje Feenstra is weer terug en ik heb zoo iets als een dienstbode; maar ’t is een eenigszins achterlijk kind, dat je niet alleen haar gang kan laten gaan, dus ik moet steeds instrueren. Vandaag heeft Gr. F. het van mij overgenomen, maar ik heb in den tusschentijd de groote kast in de huiskamer gedaan. Dus ben ik den heelen morgen druk bezig geweest. Straks komt Fred de Rooy bij mij Frans doen. Daarna is ’t weer eten koken en ’s avonds brieven schrijven, met de familie om me heen, kan ik dat niet. Dus nu maar even gauw, vóór dat Gr. weg gaat. Heb ik je al gezegd dat er weer een pak voor je vertrokken is waarin je witte jas, sokken en zakdoeken + eetwaren. De andere 3 blikken van Ar. v.d. L. zaten in dit laatste pak. Hij heeft er n.l. 6 meegebracht, maar ik heb het risico verdeeld; ik vond het tè veel lekkers in een pak. Wat een gruwel dat de verloven weer zijn ingetrokken. Wij zijn er erg door teleurgesteld, maar erger nog teleurgesteld denk ik dat jelui het zijn. Wat zal Jan brommen! Na je briefkaarten 73, 74 en 75 en je brief 76 die voor mijn verjaardag bestemd was, hebben wij niets meer gekregen van je, en ik begin weer uit te kijken. Gisteren heerlijk de door jou getuurde sardientjes op ’t brood gegeten. Mijn verjaardag was kalm en wel gezellig. Wij hebben ’s avonds bij de haard gezeten. Trouwens ook nu is de Pegus aan. Heerlijk dat hij ’t nog doet. De bonen zitten in de grond en wachten op warm weer. Maarten heeft de zijne ook gepoot. Petertje is op mijn verjaardag hier geweest. Zij wordt al aardig kwiek, al loopt ze nog niet. Hebben wij je al verteld dat Dirk Dolman overleden is? Ik ben voor de begrafenis naar O’kerk geweest. Daan Meijer heeft weer gesproken in zijn gewonen trant en de dominee had het over ons aller nietswaardigheid. Ik geloof wel dat hij ons voor drek uitmaakte. Iets dergelijks in ieder geval. Erg opbeurend, als je toch verdrietig bent omdat je op een begrafenis bent. Wij mochten Dirk allemaal graag en waren echt verdrietig over zijn dood.
Nu, Oosje lief, ik verlaat je gauw om mijn brief nu mee te geven aan Gr.F. Grand-père kan geen Aplona krijgen. Kun jij er soms voor zorgen? Het komt van de Kali-Chemie Aktiengesellschaft Berlin Niederschöneweide. Het zal in Frankrijk zeker anders heten, maar hoe weet ik niet.
Dag lieve jongen, een stevige pakkert van je
Moeder


Utrecht 30 Mei ‘44
Mijn lieve Oosje, Ziezo de Pinksterdagen zijn weer voorbij. Wij zijn niet naar O’kerk geweest uit angst voor die invasie waarover zooveel gesproken en geschreven is. Maar er is niets gebeurd en alles gaat weer zijn gewone gangetje. Wij zitten plotseling weer in een hittegolf na alle koude en Oosje zit zonder zwembroek! Paps lacht mij uit dat ik daarover inzit. Ik zal hem deze week sturen; maar ik weet wel niet wat ik nog meer in het pak zal doen, daar ik vrees dat de levensmiddelen het hard te verduren zullen hebben met zoo’n temperatuur! Er worden geen verpakte roggebroden meer gemaakt! Het vorige had ik zelf nog eens over gebakken en gepakt in papier dat ik ook in den oven had gesteriliseerd. Ik ben erg benieuwd of het nog goed gebleven was. Maar met deze hitte zal ik er maar geen sturen. Het beschimmelt vast. Lilie heeft je een kaart gestuurd om de goede overkomst te melden van het pak waarin je masker etc. Ik vind het maar een luguber vermaak van jullie, dat masker maken. Als het niet zoo spierwit was zou het misschien minder griezelig zijn. Het pak was keurig intact en de kaart zat er ingeschoven (jammer van de postzegel) je brief 78 van 16 Mei is de laatste die wij van je gekregen hebben. Bedank de jongens voor de gelukwenschen.
77 is nog niet gearriveerd. Dat zal wel een briefkaart zijn. Het spek was verrukkelijk omdat wij nooit, maar dan ook nóóit iets van ‘t varken te eten krijgen. Maar je moet niet zoo’n geweldig medelijden met ons hebben, hoor! Het gaat best met ons; wij hebben de laatste maanden 2x een flinke kip en 2x een flink konijn verorberd. Eergisteren en gisteren. Paps heeft tot mijn schrik gemerkt dat hij weer een buikje begint te fokken, als ’t zoo doorgaat! Voor Lilie heb ik tegenwoordig nog al eens melk, dus dat gaat ook. Met mijzelf gelukkig ook best. Als ik wat gerommel voel neem ik snel wat Aplona en ’t is weer in orde. Wij hebben al ’t een en ander in de honingkamer in kisten gestopt. Die staan vlak bij het schuilplaatsje en wij zouden die waarschijnlijk wel naar buiten kunnen slepen door het raam. Ik heb het Paps maar laten doen op een Zaterdagmiddag. Onze winterkleren zitten er ook in en wat foto’s. Aan boeken zijn we niet begonnen, omdat wij niet uit kunnen zoeken welke wèl en welke nìet. Als er soms boeken van jou zijn die je veilig wil hebben, schrijf dan maar welke.
Mevr. Lecornu stuurde mij een brief door van Grand-père. Hij was nogal netjes geschreven en viel mij nog mee. Misschien wordt hij daar boven in de bergen wel wat kalmer, want ik geloof dat de zenuwen hem ook kwaad gedaan hebben. Die evacuatie, toen de dood van Zelie, nu weer die van Oom Hector. Wat erg, niet? Wil je nog eens proberen of je die Aplona voor hem kunt krijgen? Op ’t etiquet staat Aplona Apfeldiät en in een kringetje Rhenania. Dan links en rechts Kali-Chemie Aktiengesellschaft Berlin. Niedeschöneweide. Misschien wil een apotheker het wel voor je sturen. Dat uitknippen uit de brief van Gr Brink zal de censor wel gedaan hebben. Ik zal het haar morgen vragen (zij is nu met vacantie naar huis). Vanmorgen weer kijkers voor de kwartierkamer. Een juffrouw weer! Ponth! En natuurlijk weer een manspersoon er bij om alles te bekijken. Geef mij maar een officier. Die komt tenminste alleen en die juffers zijn altijd dubbel. Hoewel ik van de vorige, die toch ook met z’n tweeën kwamen kijken, geen last heb gehad. Maar de schrik voor vrouwvolk zit er nog in van Brigitte! De warmte zit mij lelijk dwars! Het is net mooi weer om rustig te zitten schrijven. Gre is wel aan ’t schoonmaken, maar in ’t souterrain en daar is het lekker frisch. Mr. Peters is vanmorgen geweest. Zijn bijen gaan naar de klaver. Hij vroeg wat ik met de jouwe wilde. Ik heb maar gezegd ze hier te brengen voor de linde. Je mocht eens verlof krijgen. Nu, lieve Oosje. Ik verlaat je nu weer met een heel stevige pakkert.

Je moeder 

Ik vind het maar een luguber vermaak van jullie, dat masker maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...