11 juni 2019

Amsterdam 7 Juni 1944 van Paps : Het zou wel eens kunnen gebeuren dat we in langen tijd niets van elkaar horen.


Amsterdam 7 Juni 1944
Mijn beste Oos.
Er is al weer heel wat gebeurd sinds ik je de laatste keer schreef. Gisteren was de grote dag waarop weer een illusie van mij in rook opging. Ik koesterde n.l. de illusie dat men niet tot de invasie zou overgaan, maar dit ontzaglijk bloedbad zou weten te vermijden, waarmede geen van beide partijen ten slotte gebaat zullen zijn. Maar gisteren is de lang verwachte invasie dan toch begonnen en, laag geschat, zal dit weer aan een miljoen jongen mannen het leven of de gezondheid kosten. We leven wel in een krankzinnige wereld; zou er dan toch werkelijk geen andere methode kunnen worden toegepast om conflicten onder de naties op te lossen?
Enfin, we zullen ook hier weer doorheen moeten en we zullen er maar op vertrouwen dat we er allen heelhuids afkomen. Het heeft geen zin, in een tijd als deze, je zorgen te maken over de dingen die komen zullen; rustig afwachten tot het zover is en dan met koel hoofd aanvaarden wat over je komt. Je zult het daar in Berlijn, al wel gehoord hebben, beter dan wij hier. Ik wil er mede maar mee zeggen dat je je ook over ons maar niet naar moet maken, ook al kwam de bui over ons heen; we zullen trachten er ons doorheen te slaan en mochten we elkaar, na de oorlog, niet allemaal meer terugzien, dan zullen ook wij de tol hebben betaald in dit geweldige gebeuren, zooals miljoenen anderen. Maar, laten we maar niet somber worden; er is nog een zeer goede kans dat we het er allen goed afbrengen en dat we de vreugde in het weerzien onverdeeld zullen kunnen smaken als het eind daar is.
Van de overkant, moet ik je helaas wel minder gunstige berichte geven; To is n.l. weer ziek en is in het ziekenhuis opgenomen. Ogenschijnlijk was ze geheel beter, mankeerde niets meer, nam steeds in gewicht toe (ze werd kolossaal) en melde zich dan ook volkomen in orde. Tot dat ze, nu een paar dagen geleden, last kreeg van spierpijn in de zijde; overigen een heel gewoon verschijnsel dat meer menschen hebben, aangezien we, na een paar vreselijk hete dagen (Pinksteren) teruggevallen zijn in een koude periode met wind en regen. Toevallig moest ze nu Maandag j.l. weer voor contrôle naar haar dokter in het ziekenhuis in Zeist en deze constateerde direct een begin van pleuritis. Dus weer in bed voor zoveel maanden. De pleuritis zal hoogst waarschijnlijk wel op t.b.c. basis zijn, en een gevolg van haar vorige infectie. Het hele geval is weinig vrolijk en je begrijpt dat Tante Fie weer lelijk onder de indruk is. Ongunstig doet het geval zich echter niet aanzien, volgens de medicus, dus we zullen het beste er maar van hoppen.
We kregen gisteren twee briefkaarten van je van 13 en 19 Mei; dus erg oud. Gisteren belde Klaas Booy me weer op; ze waren sinds lange tijd zonder bericht van Kees en hij vroeg me of we regelmatig bericht van jou kregen. Ik heb hem maar gerustgesteld en gezegd als er wat bijzonderheden waren, dat je dan toch zeker die vermeld zou hebben, waarmee hij alweer tevreden was.
Overigens is er hier heel weinig bijzonders. Grietje Brink zal dan nu tegen 1 Juli werkelijk vertrekken. Jammer aan de eene kant, maar toch zal het misschien mams enigszins verlichten want ieder brengt toch zijn werk mede en ze is een kolossale eetster wat in deze tijd ook zijn besognes medebrengt. Met de hulp is het nog steeds niets; we hebben een poosje een halfgare meid gehad maar die moest weer terug naar de fabriek waar ze gewerkt had, tot opluchting van mams. We zouden nu een meisje krijgen tegen 15 juni, maar dat is ook weer niets geworden. Het is met de hulp tegenwoordig een ramp. Niemand heeft zomaar meer een dienstbode en je mag al blij zijn als je een paar dagen in de week een werkster kunt bemachtigen. Trouwens met al het personeel is het hetzelfde: ook op de fabriek is het tobben en tobben met de paar menschen die je nog hebt overgehouden. Maar de zaak draait nog en dat is het voornaamste.
Het zou, nu de oorlog wat dichterbij komt, wel eens kunnen gebeuren dat we in langen tijd niets van elkaar horen. Daar is nu eenmaal niets aan te doen, maar laten we ons daarover maar niet onnodig zorgen maken, de maalstroom nadert maar daarna komt het meeste weer aan de oppervlakte en laten we maar vertrouwen dat wij elkaar dan weder in gezondheid zullen vinden, allen te samen. Hou je maar goed jongen.
“het zal waarachtig wel gaan”
Vader

Bij overlezen merk ik dat de hele brief wat somber is uitgevallen. Dit is niet de bedoeling maar gevolg van mijn gemoedstoestand op het ogenblik, maar blijkbaar is de teleurstelling gisteren ongemerkt toch nog in stand geweest, hoewel ik daar allang over heen ben. Dag hoor P.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...