Portret van Lily vervangen door
dat van Mams, en felicitaties in ontvangst genomen. Om negen uur al druk in de
weer. Eten gekookt, jus gemaakt, eitje gebakken (met spek) en om tien uur in
zomerkleren naar de Invalidenstrasse om daar het toestel van Frederikse terug
te brengen. Wat een enorme rommel daar, bij de studenten. Het is er vies, en
het stinkt er doodeenvoudig. Ze zijn ook niet waard dat ze een goed lager
krijgen, en ze zullen thuis ook wel in de viezigheid zitten, in de toekomst. Frederikse
blijft toch een rare kerel, een echte kruidenier. Maar niet ongeschikt. Het
wordt zo’n typ als Oom Hector, denk ik. Harold ligt op bed met mazelen, hoe
komt zo’n jongen er aan! Nog even bij de gek Jaap Terborg aan geweest, en daar
geconstateerd dat de boel niet viezer en vuiler en onordelijker zijn kon. En
Huizinga, de ergste, is nu al maanden weg. Overigens alles in beste welstand,
en iedereen treft voorbereidingen voor een goede besteding van de prachtige
zomerdag. Ik heb vergeten te vermelden dat ik mijn zomerpak weer aan had
getrokken voor deze gelegenheid.
Om half één in Wannsee, zoals
afgesproken was met de anderen. Jan E. en van Dam niet aanwezig, die hebben
beiden dienst. Kees Booy, Edzard, Jan de B. en ik zijn dus van de partij. We
gaan om vijf over één met de boot, die ons voor 80 Pfennig naar Potsdam zal
brengen. Onderweg veel grote buitens en prachtige jachten gezien. Een
merkwaardig, Grieks aandoend kapelletje halverwege ongeveer, vlak aan het
water, getuigde van een merkwaardige smaak.
Het was een prachtige tocht.
Hogerop naald- en aan het water vers loof hout, juist in het blad,
ongeschonden, schoon. Tegenstelling met de viezigheid in de stad.
Kaartje Jan Kaartje Oos
Kaartje Jan Kaartje Oos
In Potsdam eerst eens een biertje gedronken, en toen gewandeld naar Ufastad - Bablesberg. Deze wandeling was geen succes. We kwamen langs een fabriek van Arado, deze naam deed me driect danken een Rehbrücke, er zijn veel studenten naar “Arado” gestuurd. Potsdam deed merkwaardig aan met zijn ongeschonden ruiten, en schone straten.
Met Kees mee om gips te halen, en
daar in de buurt wat gegeten, eendeneieren met spinazie. Je moet het maar
treffen.
Edzard is in slechte stemming, hij
zit te piekeren over de invasie. Die zal dan toch ééns moeten komen, dat
verwacht ik ook wel. Zaterdag heeft in het Wehrmacht bericht gestaan dat de
bombardementen wijzen op een komende invasie, zoiets staat er niet voor niets
in.
Thuis gekomen meteen aanstalten
gemaakt voor het maken van een gipsmasker. De beplakkerij is het grootste werk,
en het vervelendste ook. Dan komt je haar met vaseline, en dan parafine op je
huid. Als alles goed vettig is komt daar de gips, als dikke kleverige massa op
je gezicht, en je ziet het donker worden. De nieuwe gips van Kees is veel beter
dan de oude, en na zeven minuten voelde ik dat het hard was. Met papier en
potlood mag het slachtoffer zijn opmerkingen te kennen geven. Ik was in een
ernstige stemming, enkele bijzondere dingen maken je nooit vrolijk. Enfin,
alles ging best, en ik vond een methode om te slikken zònder dat de gips brak,
n.l. door met mijn hoofd iets naar achteren te gaan, dan kwam wat ruimte vrij
onder de kin, net genoeg om te slikken.
Over mijn gedachten “onder het
gips” is niet veel te vertellen, ze dwaalden natuurlijk af naar huis, en naar
Waverveen. Dit laatste is nog steeds een obsessie van me, waar ik toch af zal
moeten.
Het negatief komt er tenslotte met
een stel oogharen en wenkbrauwharen af, maar moet als geslaagd beschouwd
worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten