29 januari 2019

Berlijn 29 Jan. ‘44 Brief 36. Onderweg gezien dat het aloude huis Plugk–Harttugstraße 7 volledig uitgebrand is!

Vannacht alarm van 03:00 tot 04:20
29 Jan. ‘44
36
Beste allemaal.

De fabriek staat er nog, wat mijn afdeling betreft, en mijn barak ook. Stil is het in de straten en in de winkels. Alleen de openbare vervoermiddellen zijn overvol. Ik ben nog niet in Berlijn zelf geweest, na de laatste aanvallen, hoe het er daar uitziet weet ik niet. Maar ongeveer 40 zware bommen kwamen bij ons in de buurt terecht, zodat we genoeg aan ons zelf hadden. Het percentage blindgangers is enorm, maar zo is het al erg genoeg. Kapotte ruiten en daken maken het leven voor vele mensen moeilijk. Vooral als het regent, zoals nu. Algemeen wordt er door de bevolking enorm veel gepresteerd wat betreft blussen en elkaar helpen huizen ontruimen. Wat de oorlog betreft maken we hier dus meer mee dan menig soldaat. De verloren bezittingen zullen niet makkelijk weer vervangen kunnen worden. Maar daarover kun je eigenlijk niet spreken. Het belangrijkste is dat de oorlog een eind neemt vóór we allemaal beesten geworden zijn. Durft iemand nu nog hopen dat het bijtijds zal zijn? Het zal helaas echter wel niet op tijd zijn.

Zaterdag middag.
Inderdaad, Paps heeft gelijk, als hij ergens in een brief schrijft dat jullie je niet goed kunt voorstellen wat we hier meemaken. Daarvoor zijn geen woorden te vinden. Niet alleen tijdens het vallen van de bommen, maar vooral ook later. Stel je maar eens voor. Vannacht geslapen van half elf tot drie, en van 5 tot 7. Daarna naar de fabriek, waar de verwarming het niet doet, en waar de ruiten gedeeltelijk kapot zijn. Na het werk geprobeerd met Bob in Köpenick te eten, wat niet ging, restaurants gesloten. Toen met de tram bus naar mijn vroegere woonplaats. Onderweg gezien dat het aloude huis Plugk–Harttugstraße 7 volledig uitgebrand is! Ons bezoek van Maandag was dus net op tijd. Je moet hier geluk hebben, een week eerder en we hadden beiden onze zomerspullen verloren! Wat er met die arme vrouw gebeurd is, en de twee “Bombenbeschädigten” die ze in huis had, het zal wel ellende troef zijn. Die oude moeder van 92 jaar zal het wel niet overleefd hebben denk ik. En dan te denken dat ik bijna zo eigenwijs geweest ben daar te willen blijven wonen! Nu zit ik te eten. Tegenover me zit een oude dame die haar vork niet meer vast kan houden van de vermoeidheid, en constant zit te zuchten en te steunen. Kennelijk gisteren alles of een gedeelte verloren, en een paar dagen niet kunnen slapen. Je hoeft er niet meer naar te vragen, je ziet het de mensen aan, als je een beetje “geoefend” oog hebt.
Ja, Donderdagavond was het wel heel erg deze keer, zo èrg dichtbij. En er zijn erge dingen gebeurd. De twee grote arbeiderslagers zijn beide zwaar beschadigd. In één daarvan is er een brandbom in een houten schuilkelder geslagen, een fosforbom, terwijl de schuilkelder op slot zat! De man die de sleutel had was maar naar een betere schuilkelder gegaan. Deze man zal opgehangen worden als hij gevonden wordt, hij is voortvluchtig. Het dak van die schuilkelder bestaat uit planken met een laagje zand erover, volstrekt onvoldoende. De directeur heeft zich persoonlijk van deze ramp die ± 100 mannen, (Fransen en Belgen) het leven heeft gekost, op de hoogte gesteld en zoekt de verantwoordelijke personen. Als het kalf verdronken is … Veel van deze wantoestanden liggen aan de Lagerfürer, de onze zou beslist de hele A.E.G. op zijn kop gezet hebben voor zo’n schuilkelder die onvoldoende is. Wat dit betreft kan ik me geen betere kampleiding voorstellen, ze zorgt dat we alles krijgen waar we recht op hebben.
Dit zijn zo de dingen die mij direct raken. De barak staat er nog, ik heb mijn werk nog als vroeger, theoretisch is er dus niet veel gebeurd. Ik ben wel benieuwd hoe het Jan, Klaas en Kees gaat.
In de barak is het ook koud, de stoker is uitgebrand en krijgt dus een week verlof, zodat we deze tijd zonder verwarming moeten doen. Maar we zijn erg dankbaar dat we het leven er vanaf gebracht hebben, de rest is eigenlijk bijzaak. Gisterenmiddag, tussen twee zware bombardementen dus, ben ik naar een concert geweest! Het gekke was, dat de chef het niet eens gek vond me daarvoor vrij te geven! De pastorale van Beethoven en een pianoconcert van Chopin onder leiding van Herman Abentroht. Vooral de tegenstelling met al die ellende maakte deze middag onvergetelijk. We vragen ons af hoe lang die ellende nog door kan gaan. De bommen komen steeds dichterbij, telkens brandt er wat af, en wijzelf zijn nog gespaard. Kan dat wel zo doorgaan? Vandaag zal ik een zwaar pak naar huis sturen met dingen die ik niet steeds naar de schuilkelder wil slepen. Mijn zenuwen ben ik nu weer de baas al is mijn methode twijfelachtig van aard: tijdens het vallen van de bommen houd ik tegenwoordig mijn oren dicht! Dapper hè! Het is de beste oplossing als je in een stinkende kelder zit en niets kunt doen dan afwachten wat er gebeurt. Het is beter een baantje te hebben als brandwacht, dan heb je tenminste een plicht, en je aandacht is op iets anders gevestigd.
Lieve ouders en verdere familie, ik hoop dat ik de verjaardag van Mams weer thuis kan vieren, en niet hier op de manier van vier jaar terug. Mensen die zich op zo’n verjaardag verheugen zij niet waard dat ze het zelf goed hebben, het zijn geen mensen meer.
Veel liefs
Oswald




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...