Vandaag een kort alarm, van 12:15 tot 12:30
Een mede student, Arie van der Linden, schrijft aan de Lindenstrasse:
Een mede student, Arie van der Linden, schrijft aan de Lindenstrasse:
14 Januari ‘44
Amsterdam
Beste Knapen
Ik ben inderdaad, zooals in één
van jullie brieven stond, door grote bedrijvigheid niet tot schrijven gekomen,
maar thans zal ik mijn nalatigheid herstellen.
In de eerste plaats, zooals je
ziet ben ik weer in Holland, en John en Dick met mij. Dick is al een paar
maanden hier met ziekteverlof, welke tijd ik in Waldshut hem heb vervangen,
daarbij ik echter zo’n stront kreeg en tenslotte voor saboteur uitgemaakt werd,
dat ik de overall maar aangetrokken heb en mij onder de cementzakken geplaatst heb,
waarbij ik intussen de vurige gewenschte rust vond, al kan ik ’s avonds van
moeheid niet meer op m’n gat zitten.
John en ik wisten echter met
Kerstmis na eindeloos gelul met verlof te gaan. Hij, John, is geopereerd. Over
2 mnd gaat z’n blinde darm eraan. Dit was een naburig abces n.l. Hij is zeker 3
mnd onder dak.
Ik zelf vond ook een oplossing en
treed morgen in dienst als scheikundige op een research laboratorium. Ik heb ge
... ijnd maar daarover later meer.
Uit jullie brieven spreekt de
vraag hoe ze hier leven. Een vraag die onder de hedendaagsche omstandigheden
niet goed is te beantwoorden. In het kort – niet zoals jullie denken. Zo af en
toe komt er eens eentje lucht happen op het huis. Verder zo zedig als maar
mogelijk is het aardse bestaan zien te rekken. Koffiehuis wordt niet meer
bezocht. Ook reizen doet men niet meer. Bioscopen worden niet slechts om principiële
redenen vermeden.
Ik heb de zaak van 2 zijden
bezien, maar breek je hoofd niet over de vraag of jullie indertijd goed gehandeld
hebt. Er zijn er die het jullie kwalijk neemt, in het bijzonder het streven
naar “hogerop” is onbegrijpelijk voor hen maar ze kennen niet de 11 uurige
werkdag en de “lagerprut”. Ze vervelen zich gruwelijk en werken maar zo’n
keertje, maar begrijpelijk is dan ook dat het hun onaangenaam treft te lezen dat
jullie de geneugten van het theater zo rijkelijk geniet. Bijzonder lullig
vonden ze een knaap die om z’n smoking gevraagd heeft. Ik geloof niet dat het
een van jullie geweest is.
Tja – er is een groot verschil
tussen de gaanders en de blijvers maar volgens mij zullen jullie later als
alles goed en wel achter de rug is blij zijn gegaan te zijn al is je leven nu
rot. Bij de “burgers” zijn er geen die jullie iets kwalijk nemen en de
principiële studenten hennen vaak hun verantwoordelijkheid niet waarbij komt
dat ze achteraf makkelijk praten hebben.
Jaap is zoals ik het nu zie per
vergissing ondergedoken maar dat was niet nodig. ƒ10,- V.zl. is n.l. niet
“ingeschreven”. Hij houdt zich wel gedeisd natuurlijk. Waldshut ligt voor mij
dus in het verleden. Indertijd heb ik me “vrijwillig” laten bemiddelen omdat ik
daar een uitkomst hoopte. Die was er niet zonder mijn “Arbeitskamaraden” in moeilijkheden
of erger te brengen. Ik heb daarom een plaatsvervanger gesteld en blijf verder
hier. Al is de zaak niet zo eenvoudig dit is toch het schema van mijn
toestanden al heeft deze, laten we zeggen, mislukte poging mij een half jaar
gekost. Ik heb twee voordelen.
1e de ervaring en 2e
wat belangrijker is, ik ben niet meer aan de universiteit (waar ik niet weg
mocht) verbonden. Ik ben er kort voor kerstmis geweest. Je kotst als je de
troep ziet, vooral aan onze faculteit. Dat het 3e gesteld doel niet
mocht gelukken – enfin ’t was misschien nauwelijks de moeite geweest. Eenmaal
over de Rijn ben je er ook nog niet en zit je weer in een kamp als je niet over
relaties beschikt.
Achteraf zal misschien dat wat ik
nu heb nog wel beter blijken. Wie weet? Ik werk bij Jansen op het Instituut
voor Volksvoeding.
Die St Nicolaaspaketten was weer
een jofel idee van de heren. Het heeft ook John en mij weer even sterk
getroffen als indertijd in het veldleger. Er zijn een paar o.a. Ben en Hessel,
die niet daaraan hebben willen meewerken. Ben schrijft bijzonder principieel te
zijn. Van Hessel kreeg ik hierover een brief. Hij stond op het standpunt dat de
“bonloozen” eerder een extraatje moeten hebben, maar had generlei rancuneuze
gevoelens.
Ik ga eindigen en wensch jullie
sterkte, speciaal op de bijzonder moeilijke ogenblikken die de oorlog jullie
brengt. Ik ben pessimist maar zoo erg lang hoeft het niet meer te duren. En als
jullie met verlof mocht komen, ik ben ’s avonds altijd bij m’m ouders thuis
Amsteldijk 87 schuin tegenover Neruis waarheen zij evacueerden. Ik hoop van
harte jullie spoedig eens op de stoep te zien staan. Er valt zo veel te praten
en de Vivat kring is de Vivat kring gebleven, waar men heerlijk koffiet en
gezellig smoest. Hou je haaks
Witte Muizen
Arie
A.C. van der Linden
P.S. Adres afzender is
verouderd. Ik heb nog geen verhuisvergunning en zal die wel niet krijgen ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten