I
Utrecht 17 October 1943
Lieve Oswald.
Hoe gaat ’t met je? ’t Is al weer
een poosje geleden sinds de laatste berichten die ik over je hoorde. ‘k Denk
dat ze bij je thuis wel geregeld bericht van je krijgen, maar ik kom zo
ongeregeld thuis, de laatste tijd steeds ’s middags, en dan zie ik nooit iemand
van de overkant. Gisteren kwamen er twee Duitsers bij jullie aan de deur voor
inkwartiering. Je Mams was vreselijk verschrikt, want dit weekend kwamen juist
de Silmannen logeren; toen ze vroeg wanneer hij wilde komen, zei hij “vandaag”.
Je mams heeft toen heel deemoedig
verteld dat ze logees kreeg waarop hij het goed vond dat ze kwamen, hij zou die
nacht dan wel in een hotel gaan slapen. Ja, mams was natuurlijk helemaal
vertederd.
Gisteren avond was Kik Gijsel bij
ons; ze heeft vacantie en kwam eens poolshoogte nemen. Ze had natuurlijk van
alles te vertellen over het ziekenhuis in Zeist, enz. De directrice daar had
aan tafel verteld dat ik kwam, dochter van de keel-neus-oorarts in Utrecht,
zo’n flink meisje enz. enz. enz. ‘k Vind het niets leuk om zo aangeprezen te
worden, ik zou tenminste al dadelijk een vooroordeel hebben tegen zo’n vooraf
aangekondigd iemand. Gelukkig ken ik er een stuk of wat meisjes, dus dat zal
nog wel meevallen.
‘k Kreeg een paar dagen geleden
een brief van Wim, ik kreeg niet direct de indruk dat hij ’t er zo bijster naar
zijn zin heeft. Hij moest van zijn kamer af en was op zoek naar een andere, wat
nogal moeilijk was; dat zal je wel begrijpen. Mies is nog steeds druk op den
analystencursus, op Zaterdag is ze altijd uit haar humeur, van wegen als dat ze
’s middags van 2 - ½6 les heeft, daar kan ze nog niet zo erg aan wennen. Mijn
kinderen leiden me zo af, ze liggen om het hardst te schreeuwen. Toch wel
jammer van hier weg te gaan, maar misschien is ’t daar ook wel leuk; in ’t
begin vond ik het hier ook niet prettig. Per slot van rekening duurt het daar
maar 2 jaar en dan is de oorlog voorbij en dan zullen we wel weer verder zien. Er
valt hier tegenwoordig anders niets te beleven. Echt misselijk, ga je bij de
kachel zitten met een breikous! En als de oorlog voorbij is zijn we allemaal
oud en der dagen zat. Niks an! En daar in Duits. zit je natuurlijk helemaal
opgesloten als ‘t ’s avonds zo vroeg donker is.
24 Oct. Gisteren avond hartroerend afscheid genomen
van ’t ziekenhuis en diens bewoners. Niets leuk hoor. De avond te voren hebben
we afscheidsfuif gehouden met zijn zevenen. We hadden te voren iets lekkers
(???) gekocht, appeltaart (meer schuim dan appel), vlaai (een koek met een kwak
gele nattigheid er op, die room moest voorstellen), Eeltje had koekjes gebakken
(lekker!) en sterappeltjes (ook erg lekker). Daar hebben we de avond mee
doorgebracht van een uur of tien tot over ½12. ’t Was erg gezellig zo bij
elkaar te zitten praten, dat zal ik ontzettend missen, want je gaat rustig aan
elkaar wennen als je dag in dag uit met elkaar omgaat en als je er eenmaal weg
bent is dat toch anders geworden wanneer je elkaar weer ziet. En zo knus praat
je nergens met elkaar als in je pyjama samen ’s avonds op je bed zittend. ‘k
Heb nu een week vacantie voor ik naar Zeist vertrek; ik ben erg benieuwd hoe ’t
daar zal zijn. ’t Leek me wel aardig, maar zo onbekend en nieuw. Aan een huis
en een kamer raak je ook gewend en al was het hier maar een lelijk uitgewoond
oud huis, ’t is toch wel genoeglijk met al die binnenplaatsjes, trapjes en
hokjes. En baby’s zijn veel liever dan al die grote mensen. Je doet er vast wel
5 minuten langer over voor je één zo’n lang been gewassen hebt. We hadden de
laatste weken op de baby zaal 3 halve tweelingen (de andere helften waren
thuis). Zulke snoepjes,
II
Ik kan me gewoon niet voorstellen dat ’t nog 2 jaar duren
zal, op zijn minst, voor ik weer met die kinderen bezig ben. Je hebt daar ook
wel een kinderzaal maar dat is heel wat anders, daar ligt, geloof ik, groot en
klein bij elkaar en dat is lang zo leuk niet. ’t Is niets leuk ergens weg te
gaan waar je het naar je zin hebt, dat zal jij trouwens ook wel ondervonden
hebben en ’t is eigenlijk misselijk van me om zo te zitten jeremiëren over dat
weggaan, want ik kan per slot van rekening terug komen en gaan kijken wanneer
ik wil en jij moet maar afwachten of je over een jaar misschien màg gaan.
Vanmiddag hebben we gewandeld,
mijn paps, jouw paps, Maarten en ik. Over de Ezeldijk en de Blauwkapelseweg
naar de Bilt en door de Kerklaan en daar op de tram. Op de Ezeldijk hebben ze
al de heuveltjes langs ’t water afgegraven, zodat je nu recht op de achterkant
van de huizen van de Adm. van Gentstraat kijkt, geen erg mooi gezicht, trouwens
huizen zijn van voren altijd mooier dat van de achterkant. Maar dat de
heuveltjes weg zijn staat wel netjes, daar zullen nu wel aardappels of bonen
komen tegen ’t voorjaar. Toen we langs de verschillende forten kwamen vroeg je
papa natuurlijk hoe of ze heetten, Blauwkapel wisten we natuurlijk, maar
Voordorp konden we met geen mogelijkheid bedenken. ‘k Heb laatst zo goeie beurt
gemaakt! We fietsten in de buurt van Houten en plotseling vroeg je vader me,
hoe heet dat fort daar rechts? Zei ik zonder blikken of blozen: ’t Hemeltje, en
laat ’t nu goed zijn. Een tien met een griffel en een zoen van de meester! We
zagen zulke prachtige dikke ganzen lopen, echt lekker voor Kerstmis, jammer
genoeg waren ze niet van ons, de eigenaars zullen er zelf wel erg op gesteld
zijn. ‘k Denk dat we dit jaar wel van eend, gans of kalkoen verschoond zullen
blijven. Er is ook niets aan gezellig te doen als vroeger nu jij er niet bij
bent. Hoewel je nooit kunt weten wat er nog gebeurt voor ’t zover is, maar daar
reken ik maar niet al te vast op, want dan is de teleurstelling des te groter.
We zullen de eenden dan maar bewaren tot jij er bent, midden in de zomer zal ’t
ook wel lekker zijn, denk ik.
Een meisje in ’t ziekenhuis bij
ons heeft een Zwitsersche grootmoeder en die had haar een zak chocola gestuurd.
‘k Wou dat mijn Zwitsersche vriendin dat ook eens deed, misschien komt er wel
zo iets tegen Kerstmis, als ’t dan maar weer niet tot Maart duurt voor dat ik
het krijg, ik kan er moeilijk om vragen, dat staat een beetje gek als je elkaar
nog nooit hebt gezien; ik heb laatst een uitnodiging gehad van haar om na de
oorlog in Zwitserland te komen. Ga je ook mee, dan kan jij Frans voor me
praten. Paps heeft een Italiaanse, Franse en Engelse Duden gekocht, dat is een
boek. Op de rechter bladzijde staat een plaatje met nummers bij de voorwerpen en
links staan de nummers met de betekenis van de plaatjes met de nummers er voor,
ik hoop dat je deze uitleg begrijpt. Mams is druk bezig te leren met Engels,
maar aangezien er 33 000 (of een nul minder dat weet ik niet precies maar ’t is
erg veel) woorden in staan over gewone maar ook over de gekste onderwerpen
(b.v. ook de volledige wapenrusting van een Indiaan) zal ze ze wel nooit
allemaal leren, af en toe heb ik er een Holl. woordenboek bij nodig. Maar ’t is
erg leerzaam. ’t Gaat goed met mams, ze mag al twee keer naar beneden op
één dag, maar ze wil veel te veel doen en nu ze niet zo hard meer mag lopen,
loopt ze langzaam met hele grote passen, dan is ze er nog even vlug. ‘k Houd
eens op, Oos, ik moet weer breien. In ’t ziekenhuis moeten we n.l. voor St.
Nicolaas alles zelf maken voor de kinderen wat betekent dat we 70 cadeautjes
moeten maken. Ik brei nu maar baby sokjes voor zover we daar wol voor hebben.
’t Was erg ingewikkeld beschreven hoe ’t moest, maar je mams heeft er op zitten
turen en proberen en ’t resultaat was dat ze uitvond hoe ‘t moest. Nu tot een
volgende keer.
Groeten aan al je vrienden en
kennissen en een zoentje van je nichtje
To.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten