Ergens tussen de spullen is er een
briefje tevoorschijn gekomen dat zich voordoet als een kladje dat paps in januari
1942 gemaakt heeft. Het betreft een beschrijving van de vertrekken in het huis
aan de Maliebaan vermoedelijk voor de aangifte van woonruimte ten behoeve van de
inkwartiering. In het stukje tekst onderaan beschrijft hij dat de ruimtes ofwel
reeds bewoond, ofwel onvoldoende verwarmd zijn voor bewoning. Als men de
afmetingen van de kamers en vertrekken, en het aantal (20), bekijkt is wel duidelijk waarom het gezin niet aan
inkwartiering is ontkomen.
Misschien was de beschrijving die op 22 april gegeven is nog iets te bescheiden.
Aan de andere kant probeert paps te
doen voorkomen dat het sousterrain niet bewoonbaar is, maar een naaikamer van 17,2 m2 en een
honingkamer van 16.1 m2
moeten toch bewoonbaar te maken zijn geweest. Bovendien is het sousterrain weldegelijk
bewoond geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten