23 Mei 1945 Woensdag.
Nog steeds slecht weer, de regen
houdt ons binnen. Met zoveel man in een klein huisje, dat is een toer.
Vanmorgen gaan we weer met Hans op sjouw naar de ziekenbarak. Na lang wachten
komt de dokter, die direct vertelt dat we hem naar een klein hulpziekenhuis
moeten brengen, we dragen Hans op een draagbaar naar de plaats van bestemming,
waar we vriendelijk ontvangen worden in een betrekkelijk schoon huisje met
Russische verpleegsters. Ik had niet durven hopen dat we hem zo goed zouden kunnen
onderbrengen. Het afscheid is kort en koel. Eerlijk gezegd zijn we blij dat we
dit blok aan ons been kwijt zijn. Het idee dat je steeds weg kan moeten zonder
dat Hans ondergebracht is, is hinderlijk. Hans is beslist niet in staat de reis
te maken, hij moet eerst een paar weken op verhaal komen.
We staan stom verbaasd als ’s
middags een Rus tabletjes komt brengen, die we moeten innemen, in verband met
de ziekte van Hans. We moeten ons de volgende dag nog melden ook! Zoveel
belangstelling hadden we niet durven hopen. Later komt nog een Hollander van
het kamp ons dezelfde mededeling doen. Hopelijk houden ze ons nu niet de twee
weken incubatietijd hier vast in Berlijn!
De Fransman, buurman, waar we de
bonen en aardappels van geërfd hebben, komt vanmiddag plotseling tevoorschijn.
Hij is niet vertrokken, het kamp in Maagdenburg schijnt vol te zijn, en nu
staat de afvoer weer stop. Het is vervelend voor de mensen die hier alles
achter zich hebben afgebroken, en nu moeten wachten en nog eens wachten. Ze
zijn in een barak ondergebracht. Onze vriend komt een paar aardappels terug
bedelen. Natuurlijk heb ik een “combât de politesse” met hem, zoals dat betaamt
met een Fransman die iets komt vragen.
Met Pieter Bos maak ik een
wandelingetje na het eten. De Fransen hangen om de barakken heen in afwachting
van hun vertrek: ze zullen nu weer morgenochtend gaan. Ieder uur komt er
verandering in een dergelijke belofte. Vanmiddag hebben ze de rommel die ze
achter lieten op moeten ruimen. De Fransen spannen wel de kroon, ze vernielen
alles wat ze niet mee kunnen nemen, tot karren en etenswaren toe. Alles wordt
verbrand, om niets in handen van de Duitsers te laten vallen, die direct achter
de vertrekkers aan de kampen af zoeken. Hout, bedden enz. alles is van hun
gading.
Op de hoek met het verkeersagentje
kijken we nog een poosje naar het operette gedoe, en gaan dan met een
omweggetje naar huis. Ik heb net zo’n idee dat dit de laatste avondwandeling
is, ik kijk zo beschouwend rond en denk aan mijn thuiskomst. Wat een avontuur
maak ik toch mee! Zie zo’n verlaten kamp eens aan. Gisteren nog duizenden
mensen herbergend, nu een beeld van wanorde en rommel.
Wat vindingrijk zijn de mensen als
het er op aan komt een woning te fabriceren. De kudde is nu weg, wij zijn
achterblijvers. Dat geeft weer een onrustig gevoel, je wilt nu ook weg. Het
heeft lang genoeg geduurd! Naar huis willen we!
We staan te kijken voor een groot
bord met Russische letters. We ontcijferen na heel lang piekeren! Wees gegroet,
gij vrienden en verbondenen van de Sovjet Unie. Warempel, het was nog voor ons
bedoeld ook! Het is ongelukkig dat op die politieke platen met koppen van
Stalin en Lenin alles in het Russisch geschreven staat! Je zou zo graag eens
wat willen weten van wat ze willen met al die propaganda.
De krant komt weer uit, nu met nog
meer propaganda dan vroeger! Een normale krant schijnt wel nooit meer te zullen
uit komen in dit land.
Hier in Biesdorf is er nog geen
sprake van een goede levensmiddelenverdeling, daarentegen hebben ze in de stad
behoorlijk te eten, beter dan vroeger!
Jaques komt thuis met de
mededeling dat hij Portegies gesproken heeft! Ook in dit kamp, aan de andere
kant van de spoorweg. Kees Booy is ook nog hier, hij is niet verder dan Potsdam
gekomen!
Jan :
Woensdag 23 Mei 1945.
…
De Franschen hebben wel enorm veel
levensmiddelen vernietigd, opdat ze niet in handen van de Duitschers zouden
vallen. Zoo vertelde hij een geval van een groep Franschen, die 10 kg gepekeld vleesch door
de WC. Gespoeld hadden. Begrijpen kan ik het, want de behandeling van de
Franschen hier in Duitschland liet wel heel veel te wenschen over; maar
rechtvaardigen kan ik het niet.
...
...
’s Middags werd mijn maag weer
opstandig, en ik heb me er toe gedwongen gezien, een tweede vastendag in te
voeren. Bovendien heb ik slecht geslapen, want ik lag binnen, naast Hans? Op de
grond (de regen liet het niet toe dat ik buiten sliep), en die draaide zich
gedurig van zijn eene op zijn andere zij. Na het eten zijn Witkop en Edzard nog
even naar Hans toegegaan. Maar die was al weg, naar een ziekenhuis voor
onderdanen van de verenigde mogendheden in Mahlsdorf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten