29 mei 2020

Dinsdag 29 Mei 1945. Oos : Ik geloof dat het niet gek is Russisch te leren, want de toekomst zal gelegenheid genoeg bieden het te spreken.


Dinsdag 29 Mei 1945
Half zeven. De Rus staat voor de deur en zoekt mannetjes om soep te gaan halen. Een gemoedelijke man is dat in zijn boerenkiel, een echte boer en geen militair. Dat is de sympathieke kant van deze bende: het gaat gemoedelijk. Nicolaus … schreeuwt hij, en dan moet Nico Oud, onze tolk, direct naar voren komen en de orders in ontvangst nemen. Nico spreekt met een vlotheid waar je versteld van staat. Deze student heeft een aardig woordje Russisch geleerd van een Russisch vriendinnetje. Niet stom, die heeft tenminste iets geleerd in deze oorlog. Ik geloof dat het niet gek is deze rot-taal nu nog te gaan leren, want de toekomst zal gelegenheid genoeg bieden deze taal te spreken.
De Rus zorgt voor het eten en zo, het is een prettige, rustige verbindingsman. Hij grijnst over zijn hele gezicht als hij een mededeling heeft die een beetje plezierig is.
De Amsterdamse jongens naast ons zitten met zijn allen op een hoge boeren kar, en zingen met een mondharmonica mee. Ik hoor een heel stel nieuwe liedjes, waarvan ik er een paar zal proberen vast te leggen. Ik vermaak me wel met al het nieuwe wat ik hoor.

Simmetje.
1.   Ik liep laatst door de Kalverstraat
Daar hield ik een meisje aan de praat
Maar ze schoot al in de lach
toen ze mijn ruige benen zag.

Refrein
Hup zei mijn Simmetje, daar gaat-ie weer
De hele avond op en neer
Vegen vegen vegen maar
Anders kom je vast niet klaar

2.   Ik kwam laatst bij een oude vrouw
Die vroeg of ik haar schoorsteen vegen wou
Neen mevrouwtje dat gaat niet
Oude gebouwen veeg ik niet

3.      Ik kwam laatst aan een Herenhuis
Daar was alleen de butler thuis
Maar dat was ook geen bezwaar
Ik kom met alle schoorstenen klaar

4        Ik ontmoette laatst een negerin
en klom ook daar de schoorsteen in
een half uur zat ik in het gat
toen was ook hier mijn bezem nat


Kleine Jan die wou proberen
Om zijn griet een kunst te leren
Kom maar boven zei dat mieser
Douw hem in mijn sodemieter

Refrein
Hij komt klaar  4x
Op die grote kittelaar

Kom maar boven zei dus Klaartje
Ga maar zitten in die hoek
Douw het ding maar in mijn gaatje
Maar kijk uit voor je Zondagse broek!


Vannacht hebben een paar duizend man, Fransen Belgen en Hollanders buiten staan wachten, aan de straat, van drie uur af. Om een uur of negen werden ze weer terug gestuurd het kamp in. Geruchten dat het was:
1e Omdat in Maagdenburg alles vol was.
2e Omdat de auto’s wat anders te doen kregen.
3e Omdat er typhus is uitgebroken.
Het wachten wordt door deze dingen niet aangenamer.
Het kamp moet vanmiddag schoongemaakt. De Rus roept eerst verzamelen, en dan marcheren we af. We merken pas later dat het werken wordt. Het opstellen in rijen van 5 levert bij Hollanders enorme moeilijkheden. Ze verdommen het gewoonweg. Van dit stelletje kan je eigenlijk alleen maar een leger maken zoals dat van de Russen.
We scheppen wat rommel bij elkaar, ruimen stenen op en gooien een kuil met afval dicht, waarna we schielijk van het toneel verdwijnen. Je moet zien dat je niet te veel doet. In ons eigen kamp is een andere ploeg aan het werk. Met Portegies maak ik een ommetje om niet weer aan het werk gezet te worden.

Jan : 


Dinsdag 29 Mei 1945.
Het slapen vannacht ging best, alleen hadden we een enorme last van de vliegen, die hier in veel grooter getale rondzwermen dan bij Kasimir in de Köningsallee.
Plaatsvervangers hebben we niet kunnen vinden; er was vanmorgen geen inschrijving meer. We zijn dus min of meer aan het noodlot overgeleverd.
De organisatie voor het wegvoeren klopte vanochtend weer eens niet. De laatste groep Belgen werd om half drie gewekt met de mededeling dat ze vertrekken gingen. Ze gingen naar de verzamelplaats, wachtten daar 2 uur en moesten naar een ander punt. Daar wachtten ze vier uur, en toen kwam het bevel: inrukken! De stemming was dan ook min of meer om het kookpunt, zooals te begrijpen was.
Om ongeveer half vier ’s middags kwam er een groote Rus bij ons met het bevel: “aantreden”. We begrepen eerst niet, waartoe dat diende, maar toen vrouwen en zieken uit de rij gestuurd werden, hadden we het al gauw door: het was “Rabotti, rabotti!” (werken).
Met een heel langen omweg, waarbij meer dan de helft van de menschen droste kwamen we op een deel van het kamp, wat we op moesten ruimen. We hebben ons er niet al te druk over gemaakt, en nadat we de los rondliggende steenen wat bij elkaar gelegd hadden, zijn we er vantusschen gegaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...