Zondag 4 Febr. 1945
Vroeg uit de veren. De kans is
wel gering, maar de mogelijkheid bestaat dat de Franse film toch doorgaat! En
ja, de film “Fièvres” wordt gedraaid, met Mino Rosé in de hoofdrol. Een aardige
film met prachtige opnamen, en een mooi geluid. Stukken op de opera Don Juan
van Mozart, en veel aardige chansons. Verder kerkmuziek. Het is een goede film,
met hoogstaande moraal, niet zo prutserig zoals je gewoonlijk te zien krijgt
tegenwoordig. Dat mag ook wel na een dag als gisteren. Het is overigens een
wonder dat in de stad die grotendeels zonder water zit, gedeeltelijk nog zonder
gas en licht, de films toch maar normaal verder draaien.
Met een volle trein ga ik naar
Fr.allee en loop van daar naar Herzberge. Er zijn hier zo te zien geen bommen
gevallen. Dichter bij het ziekenhuis ziet het er steeds akeliger uit, kapotte
ruiten, een vernielde tram. Op het terrein zijn natuurlijk weer alle “ruiten”
aan flarden (het karton liever gezegd). Jan {Egberts}
is gezond, ik tref hem aan in zijn tandartsenstoel, met een borrel voor zich.
Nadat ik mijn verhaal gedaan heb, hoor ik ook wat er daar gebeurd is. Er zijn
heel wat bommen gevallen, maar geen “kleedje”. We zijn het er over eens dat het
moreel van de bevolking een aardige duw gekregen heeft.
Sieben Woudstra heeft gisteren een
akelige dag gehad, hij moest in een kelder waar een voltreffer in gevallen was,
de nog schreeuwend mensen een spuitje geven, opdat het gekerm op zou houden.
Dertig doden. De benen en armen liggen letterlijk verspreid, en er is niet te
zien wat bij elkaar hoort. Er zijn veel soldaten bij de slachtoffers, er was
juist een trein binnen gelopen in Lichtenberg.
Na een heerlijk etentje (de portie
van Deuts!) ga ik met Witkop naar een ander paviljoen waar we baden. Een echt
warm bad! Ik val steeds in uitersten. Dit is het eerste echte bad dat ik in D.
neem, Een echt warm bad! Ik val steeds in uitersten. Dit is het eerste
echte bad dat ik in D. neem, juist op een tijdstip dat er geen water en geen
warmte is in Berlijn.
Witkop loopt mee naar de Fr.allee,
en ik ga met de overvolle treinen naar huis. Twee treinen zijn te vol, de derde
gaat nogal. Iedereen is minstens oorlogsinvalide of moeder of heeft een kind
dat half dood gedrukt wordt. Voor kinderen is het levensgevaarlijk.
Thuis is alles rustig. Ik waardeer
de stilte, de rust op de kamer. Wat krijg je een hekel aan alles wat massa
is.
Jan :
Zondag 4 Februari 1945.
Nadat ik eens lekker uitgeslapen
had, ben ik de stad weer ingegaan. Veel meer valt er niet te vertellen. De
heele dag zijn de blindgangers nog geëxplodeerd. Naar verluidt is het aantal
dooden en gewonden grooter dan ooit, hoofdzakelijk door de blindgangers
(tijdbommen??)
…
’s Avonds hadden we weer alarm,
van 7.45-8.15. Er gebeurde niets. Maar ik was blij dat ze koest waren, want ik
voelde niets voor een aanval. Hoewel ik tijdens den grooten aanval van gisteren
volkomen rustig was, is de reactie achteraf er des te erger op geweest. Ik
begon met doodmoe en hongerig zijn en verder onrustig.
Overal worden barricaden gebouwd,
ook bij ons in de straat. Ze maken het zich niet moeilijk de versperringen
bestaan eenvoudig uit puin en ijzeren binten van kapotte huizen in de buurt.
Maar het verkeer wordt er wel fatsoenlijk mee gehinderd. Hoe ze zich de
verdediging van Berlijn voorstellen, is me niet heelemaal duidelijk. Als je de
voorbereidingen zoo ziet wordt huis na huis verdedigd. En dat terwijl er niet
geëvacueerd wordt. Het is nationale zelfmoord. Trouwens dat is deze oorlog allang!
Kennelijk heeft dit gewoon in de krant gestaan. Zodat iedereen het op z'n minst kan weten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten