Donderdag 15 Febr.
Grote schrik: er schijnt
“ontdekt” te zijn dat er op grote schaal kaarsen gemaakt worden, en Wieseke
zit er achterheen. Razzia door de fabriek zegt Dostalik, die het weer van de chauffeur
van W. heeft. Vooral de vormen wegstoppen is het devies geworden. En natuurlijk
geen kaarsen meenemen vandaag. Als we vroeger weg gaan worden we inderdaad
gecontroleerd. Gelukkig niet al te streng …
VDI- Vortrag Mathematik, in het
“VDI Haus” vier man sterk zitten we te wachten, twee D. en wij. Er ontwikkeld
zich een gesprek over de toestand. Één van de mannetjes, een ingenieur, geeft
lucht aan zijn gevoelens en zijn kritiek op maatregelen als het af draaien van
het licht. Hij heeft de oorlog al lang verloren. "There is something rotten is
the state of Denmark” is zijn conclusie.
Vandaag neemt Arnberg afscheid.
Eerst uitverkoop van alles wat hij niet mee kan nemen. We krijgen er weer een
hoop rommel bij. Alles gaat even langzaam en zeker. Als hij bijna klaar is
ontdekt hij de spiegel die hij nog had willen meenemen! Een rare vrijgezel
hoor, hoewel hij getrouwd is. Wel tien maal zegt hij dat het wel erg lullig is
ons in de steek te laten, maar hij kan niet anders, hij wil weer naar huis. Hij
is helemaal niet bang voor de Russen. Om een uur of elf is alles verdeeld, ook
een pakket dat nog niet gearriveerd is. Wij zijn zijn vertrouwden en moeten
alle mogelijke berichten verder geven. Ik heb een dikke keel, niet slikken
pijnlijke prontosil slikken en met een dikke das naar bed.
Jan :
Donderdag 15 Februari 1945.
Het is vandaag de 15e Februari,
de gevreesde dag, waarop de termijn dat alle kelders hier in Berlijn nogmaals op
gas gecontroleerd moeten zijn, afloopt. Wat zullen de eerstvolgende vier weken
brengen? In ieder geval niets goeds. Misschien staat met dezen datum in verband
dat gisteren vijf aanvallen op Chemnitz zijn gedaan, waar tenslotte de
chemische industrie van Duitschland een zwaartepunt heeft. Ik heb een vaag
angstgevoel, en het beroerde is, dat ik niet weet in welke richting dit
angstgevoel gaat. Maar één ding staat vast: we zullen heel erg blij mogen zijn,
als we onze huid levend uit de komende hel redden, want dat het een hel gaat
worden, daarvan ben ik overtuigd.
Steeds komt me een regel uit de “Gijsbrecht
van Aemstel” in herinnering, die een gruwelijke actualiteit heeft. Het zijn de
woorden waarmee Gozewijn het vierde bedrijf opent, en de nonnen aanspreekt:
“Het loopt met Amsterdam, gelijk
gij hoort, ten ende
En wij verwachten deel aan d’algemeene
ellende.”
Dat gaat het voor ons worden, want zooals ze hier zeggen, het “Ende ohne
Schrecken” is omgezet in een veel waarschijnlijker “Schrecken ohne Ende". {"eind zonder verschrikking" wordt "verschrikking zonder einde"}
…
We hebben een kleine
afscheidsavond gehouden met Arnberg, heel bescheiden, met een paar koekenen nog
wat echte thee. Het was een echt gezellige laatste avond. Arnberg was in vele
opzichten een oud wijf, maar hij was erg makkelijk om mee samen te wonen, en ik
ben benieuwd, wat of we ervoor terug krijgen. Voorlopig liggen we dus weer met
ons tweeën.
Op wiskundecursus rust geen zegen:
vanmiddag hebben we een half uur op Dobbrack zitten wachten, die echter niet
verscheen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten