Berlijn 7 Februari 1945
Lieve paps, mams, en Lily,
Het is al weer een paar weken
geleden dat ik twee dagen achter elkaar brieven naar huis geschreven heb. De
ene brief zou per extra gelegenheid gaan, maar helaas is het niet zover
gekomen. Ik heb die brief nog bij me, maar hij is te zeer verouderd, ik schrijf
dus maar een nieuwe.
Zaterdag hebben we een
bombardement meegemaakt dat het zwaarste is dat ik tot nu toe beleefd heb.
Aangezien we vrij hadden zat ik in de stad, en ik schuilde in de onderste verdieping
van de ondergrondse spoorlijn. Iedereen had het idee dat er niets meer overeind
zou staan, zo hebben we daar onder de grond nog staan dansen en deinen door
alle zware explosies. Maar als je dan boven komt zijn er alleen maar een paar
gaten meer en de huizenrij, en hier en daar brandt het. Vooral de brand, die hier
en daar pas tegen de avond onhoudbaar werd heeft veel vernield. Ons Lager staat
er nog, we hebben geen schade opgelopen. Maar iets verderop in de straat begint
het, de enkele huizen die nog stonden zijn voor een groot deel verwoest.
Het is geen prettige tijd die ons
nu te wachten staat. De barricades in de stad wijzen er op dat men van plan is
om de stad te verdedigen tegen een eventueel tot hier doorstotende vijand. Wat
er in dit geval met de bevolking gebeurt, en vooral met ons, buitenlanders, is
niet bekend. Ik vrees dat we niet uit de stad weg komen, en het is zeer de
vraag of ik vertrek als me de gelegenheid geboden wordt. Je ziet hier veel
mensen die op doortocht zijn, vluchtelingen uit het Oosten, en die vertellen
geen opwekkende berichten over hun reis. Velen hebben er spijt van dat ze niet
rustig thuis zijn gebleven.
Zondag was ik bij Jan Egberts, die
het naar omstandigheden goed maakt. Naarmate het einde van den oorlog nadert,
wordt het humeur van Jan weer beter. Het einde van ons gedwongen verblijf hier
is nu in zicht.
We hebben tegenwoordig Vrijdag en
Zaterdag vrij, hetgeen erg prettig is, omdat er altijd veel dingen op te
knappen zijn waar je anders geen tijd voor hebt. Helaas wordt nu ook ons loon
veel minder, en dat is minder prettig. Gelukkig zit ik nog goed in mijn geld,
wat dat betreft kunnen we nog wel minder gaan werken.
Sinds ik de brieven van Kerstmis
ontvangen heb, is er nog maar één brief doorgekomen, van 16 Dec. van Mams (ontvangen
22 Januari). Ja mams, ik geloof ook wel dat we elkaar pas weer zullen zien, als
de bladeren weer aan de bomen zitten. Ik hoop maar zo dat er gauw een einde aan
de ellende gaat komen, maar het gaat altijd anders dan je hoopt en verwacht, en
meestal wordt het er slechter op. De toestand zoals die in Holland is, verwacht
ik hier ook voor de toekomst, en ik bereid me er ook op voor dat ik alles hier
zal moeten meemaken, doormaken liever gezegd. Eten en kaarsen hebben we al
gehamsterd, maar verder weet je niet wat je nog moet doen. Ik reken er niet
meer op dat ik me zal kunnen terugtrekken naar Holland, als het beroerd gaat
worden. Er kan wel eens een front tussen komen. Misschien ook wel twee fronten,
wie weet!
Onze cursus wiskunde houdt ons
weer twee avonden in de week bezig. Hoewel we nu minder werken, hebben we het
toch nog altijd even druk.
Het Donderdagavond bezoek van Jan
Egberts, een traditie van bijna een jaar, zullen we moeten veranderen, door de
slechte treinenloop. Stroombesparing maakt dat er veel te weinig treinen lopen,
met het gevolg dat deze veel te vol worden. En verder moet Jan dan maar lopen
van het station naar huis, omdat de tram na tien uur helemaal niet rijdt!
Zondagmiddag ga ik nog altijd naar Herzberge, het is daar zo’n beetje reünie.
Kees Booy en Jan Pels Rijcken komen ook meestal.
Ziezo de dag is al weer bijna om
de fabrieksdag dan wel te verstaan. Daarna begin je eigenlijk pas te leven.
Boodschappen doen, eten koken, proberen in restaurants wat behoorlijks te
krijgen, en dan ten slotte met je benen bij de kachel een uurtje lezen. Ik ben
weer bezig met een boek van Zola, die lectuur bevalt me het beste.
Deze brief bereikt jullie
waarschijnlijk niet meer. Ofwel in het Westen breekt een offensief los, dat de
verbindingen verbreekt, ofwel uit het Oosten komt de storm over Berlijn, en
daar gaat het toch ten slotte om.
Veel liefs
Oswald.
Deze brief is met zekerheid wel in Utrecht aangekomen alhoewel er geen datum van aankomst bekend is, bestaat het vermoeden dat het wel in april geweest zal zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten