13 januari 2020

Zaterdeag 13 Januari 1945. Oos : Frau Lisureck spoort ons telkens aan te gaan bedelen, en dat doen we niet. Ze is corrupt uit vriendelijkheid.

Alarm nr 180 van 22:20 tot 22:45

Zaterdag 13 Jan.
Iedereen verheugd zich over de Maandag die we vrij hebben in het vervolg. Jammer dat we daarvoor Zaterdagmiddag moeten werken tot half vijf.
’s Middags naar Herzberge. Ik voel me enorm verneukt, want Hans heeft een kaart voor Walter Gieseking, en ik heb in een geestdriftige bui ’s morgens een afspraakje gemaakt met Springertje. Die vrouwen ook altijd…
Jan de Boer boft in ieder geval, hij krijgt de kaart.
Kolen halen voor de hele week. Een kist. Voor onze kamer, als we zuinig zijn juist voldoende. Frau Lisureck wil ons graag wat meer geven. . “Haal nog wat meer hout, het is haast op en er komt geen nieuw…” We weten nog steeds niet waar we dit alles aan te danken hebben.
Met Jan dB de stad in. Er is weinig te koop. Veel plezier gehad in de Russische boekhandel. КНИ ГИ staat er buiten op een bord, zodat ik weet dat we in de buurt zijn. De deur is dicht, binnen is er een enorm lawaai, allemaal sisklanken. In vloeiend Russisch legt en vent uit dat we even moeten wachten. Dan komen we binnen in een winkeltje, meteen drukkerij en boekbinderij natuurlijk, waarvan een deel is gereserveerd voor den verkoop. Heiligenbeeldjes (briefkaarten en groter formaat) in prachtige kleuren, en een paar boeken. Verder kalenders, en daarvoor kwam ik. Alleen om de Duitsers de ogen uit te steken met een kalender, waar iedereen naar vraagt, alleen daarom koop ik zo’n ding. Zonder mijn mond open te doen, dus zonder te laten merken dat ik geen Russisch spreek, weet ik te kopen en te betalen, maar Jan krijgt moeilijkheden en moet kleur bekennen. Maar hij houdt de eer aan zich, door bij het weggaan met “dorwie danja” afscheid te nemen!
In de stad nog wat gegeten, thuis nog wat gegeten, zoals dat gaat hier. Ik wou dat ik zeker wist dat de mensen in Holland de helft hadden van wat ik hier eet!
De culturele avond slaagt uitstekend. Een gedeelte van het Kerstprogramma wordt opgevoerd. Eerst een stuk uit de Gijsbrecht. Jan heeft het op de fabriek al zo vaak voorgedragen dat ik er geen oordeel over kan vellen. Pieter Bos komt dan met stukken uit de Mei van Gorter. Heel aardig, ik wist niet dat de Mei zo mooi was, en zeker had ik niet verwacht dat Bos zo goed zou voordragen. Jammer dat hij een storend Amsterdams accent heeft. Vooral ook in het volgende stuk van deze avond: de Faust, hindert dat accent zeer. Het was wel een hoogtepunt, dat te vergelijken is met de voordrachten op Kerst en oudejaar 43. Bob speelt geweldig goed, en zonder één foutje in zijn Duits. Ik zou graag Dr Helm over deze voordracht gehoord willen hebben. Ik kan me niet voorstellen dat hij als hij anderhalf jaar onder onze omstandigheden in Fr. was, hetzelfde in het Frans zou presteren. Bob was geweldig, te vergelijken met Quadflieg of andere toneelkunstenaars.
We liggen nog niet in bed of er komt alarm. Het loopt weer eens goed af, een paar luchtmijnen, ver weg. Met Jan nog even een lekkere borrel gedronken, en Deense kaas met beschuit gegeten.
Hoe zou het nu zijn als tegenover ons, onze vaders eens zaten? Zegt Jan. Ja, daarover moet je niet te veel nadenken. Ik geloof dat ik ontzettend veel te bepraten zou hebben maar tenslotte de eerste tijd niet zou weten wat te vragen! En dan mijn lieve moeder. Arme moeder, die deze ellende met haar klompen heeft voelen aankomen. En dan Grandpère, wat zal ik van deze man vervreemd zijn, als ik hem überhaupt nog terugvind en herkennen kon.
Wat een ellende, en van alle bekenden leef ik op het ogenblik verreweg het beste. Goed te eten, niets te doen. Geen onaangename baas, geen krenkende verhoudingen. Zal daarop geen reactie komen? Wat zou Zola over deze tijd een mooi boek kunnen schrijven! Ik lees op het ogenblijk “la terre”.

Jan : 


Zaterdag 13 Januari 1945.
Onze werktijd is nu vastgesteld. Alle Angestelter werken van 7. – 17.15 en ’s Zaterdags van 7.00 - 16½. Maandags veij. Echter werkt de Gummifabriek van 6.00 – 18.00, van Dinsdag t/m Vrijdag, en dus zitten wij als laboranten Zaterdags zonder arbeiders, en kunnen dus niets beginnen. Om daar nu een mouw aan te passen hebben het zoo geregeld, dat we van 6.00 – 17.15 werken en ’s Zaterdags van 7.00 – 12.00. dan hebben we de Zaterdagmiddag tenminste vrij. Het liefst waren we de Zaterdag helemaal niet gekomen, maar dat ging helaas niet.
Vanavond hebben we dat deel van onze Oudejaarsavondviering dat wegens te hoog coltureel peil geschrapt was,in kleine kring gehouden. Het was een vrij groot succes, maar het was alles samen veel de veel geweest voor Oudejaar; bij de jaarwisseling waren we volkomen knock out geweest.
Het programma bevatte:
1.      Gijbrecht van Aemstel.
Verhaal van Arent van Aemstel
Verhaal van Gijsbrecht                         door mij {Jan de Boer}
Verhaal van den bode
2.      “Mei”, fragmenten door Pieter Bosch.
3.      Faust, Studeerkamerscène.
Bob Bleeker (Faust, Schüler)
Pieter Bosch (Mephisto, Wagner, Etdgeist)
Iedere keer boeit dat werk weer, en iedere keer ontdek je er nieuwe dingen in. helaas sprak Bob iets te luid voor de kleine ruimte (we zaten boven).
Na afloop geen bal, maar alarm, van 10.20 – 10.45. Niets gebeurd.
Tot slot hebben Oswald en ik onze Zaterdagavond op traditionele wijze besloten: met een borrel en een beschuitje met kaas en een pijp.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...