06 januari 2020

Zaterdag 6 Januari 1945. Oos : Met de brieven van Paps en Lily ben ik erg blij, ze zijn van de Kerstdagen, dus erg recent.


Zaterdag 6 Jan 1945
De Zaterdagmorgen staat altijd in het teken van het komende weekend. Er wordt extra opgelet dat alles wat mee moet, klaar ligt. Eindelijk heb ik vandaag weer eens tijd gehad wat Russisch te schrijven.
Naar Herzberge. Jan {Egberts} is ziek geweest, hij had een wond aan zijn been, een blaar die open gegaan is, en waar infectie bij gekomen is. Vorige Zondag, herstel, Maandag (Nieuwjaarsdag) is hij nauwelijks naar huis gekomen, het hele been was dik. Jan is hevig verontwaardigd over de geneeskundige behandeling. Er is een zuster komen kijken, die geconstateerd heeft dat Jan inderdaad ziek was. De chef arts heeft daarop een lullig kattebelletje door de hoofdzuster laten schrijven, waarop stond dat hij het been hoog moest houden. Verder heeft zich niemand geïnteresseerd voor het geval. ook niet nadat Jan uitdrukkelijk om een arts gevraagd heeft. Een hondse behandeling, en dat in een ziekenhuis, waar je met “Herr Dokter” aangesproken  wordt.
Hans v Griffen komt juist van zijn paviljoen, en heeft kaarten voor een concert ’s middags. Een kaart over, ik heb helaas geen tijd om naar het lager te gaan en verkoop de kaart dus maar aan de ingang. Hans heeft nog veel meer kaarten voor Zondag. Helaas erg duur.
Na afloop naar de kapper en naar het badhuis, alles in een hurry omdat er alarm kan komen.
Het concert was erg mooi, zoals de gewoonte. Orkest v.d. Staatsopera onder Robert Heger. Eerst uit de Figaro’s Hochzeit van Mozart. Er zongen Cebotari, Spletter, Roseange, Faßbaender, Greindl en Zimmerman. Vooral Greindl was geweldig. Een jonge vent, die zich zo inleeft in de rol die hij speelt, dat hij met zijn muziek precies weergeeft wat hij moet voorstellen. Sprekend was het vooral toen hij als koning zong in de opera Don Carlos van Verdi. Daar was hij precies de geplaagde koning Philips II. Overigens moet dit een prachtige opera zijn, te oordelen aan de gedeeltes die we hier gehoord hebben, zonder decor en zonder costuum. Hier zingen: Klose, Greindl, Rasweange en Schlusnuss. Bij Klose en Greondl merkte je dat het Schauspielhaus geen goede acoustiek heeft, vooral voor deze geweldige stemmen niet.



Vanavond Spreekrans. De vergadering is van oordeel dat de Antispreekrans niet veel succes zal hebben, en de voorstellen van die kant worden bekritiseerd. Er blijft geen stuk van heel.
Dan komt mijn voordracht, een vertaling van: das Naturbild der Physik. Het blijkt wat te moeilijk te zijn, om het in één keer te volgen. De proef is dus niet erg gelukt. Er volgt een aardige discussie. Tot slot wordt een brief van Ad gelezen, die met een brief aan mij gericht, meegekomen is. Ook voor Frederikse is er een briefje in. Ad lijkt haast wel heimwee te hebben naar Berlijn, zou je zeggen. Het vorig Kerstfeest was ook wel iets geweldigs, met dat enorme verlangen naar huis en die grote eenheid onder de mensen. Nu zit hij thuis met de ergernissen van het huishouden dat niet klopt. Ook het eten gaat niet, geen licht enz. Het is de vraag of het “thuis” zijn op het ogenblik wel opweegt tegen de voordelen die we hier hebben.
Met de brieven van Paps en Lily ben ik erg blij, ze zijn van de Kerstdagen, {23 en 21 december geschreven} dus erg recent. Alles gaat nog goed, hoewel erg onbeholpen. Ik hoop dat ik ook eens gelegenheid heb ze zo snel terug te schrijven.
Na afloop v.d. vergadering komt Tap met een Fransman, van de brandweer. Ze zijn er uit gegooid, omdat ze bedankten de Hitlergroet te brengen en verder als D. soldaat beschouwd te worden, nu de brandweer ingelijfd is bij de “Reichsfeurewehr”. In ieder geval is het consequent van Tap en v.d. Fransman, de 30 anderen hebben ja en amen gezegd. Je hebt principes of je hebt ze niet. Het is erg kinderachtig van Wieseke dat hij deze jongens nu gaat laten puinruimen. Ze werden Zaterdag weggejaagd zonder tijd om behoorlijk te verhuizen.
We praten met de Fransman nog lang door, het is een aardige vent, Parijzenaar. Radiotelegrafist

Jan :


Zaterdag 6 Januari 1945.
Vanmorgen begonnen we den dag goed, door ons te verslapen. Uit onszelf worden we nu eenmaal niet wakken na zulke emoties, en de wekker liep ook niet af. Hoe dan ook, om kwart over zes kwamen we er uit. Met kunst- en vliegwerk was ik echter toch om 7.05 op de fabriek.
Daar liepen heel merkwaardige geruchten: in verband met de kolennood zouden we drie dagen in de week vrij krijgen. Op de vier andere dagen zouden we dan eventueel onze uren vol moeten maken, dus voor ons zou dat neerkomen op 4 dagen van 14 uur. Hoe gauwer ze dat invoeren hoe beter. Ik zou het ideaal vinden. Vandaag zou hier de “upper ten” van de AEG over beslissen. Maar het zal er wel niet doorkomen, het zou te mooi zijn.
’s Avonds kregen we en brief van Ad den Besten. Hij schreef, dat het niet gemakkelijk was om in dezen tijd in Holland te leven, lichamelijk, maar vooral geestelijk, omdat ons volk zoo klein was geworden in het denken, en vooral niet eerlijk tegenover zichzelf stond. Verder schreef hij, hoe ellendig hij zich gevoeld had bij het lezen van de brief van Oswald bij zijn ouders.
Maar we zijn verder weer twee leden {van de Spreekrans} kwijtgeraakt: Edzard Engelkens en Terborg. Van den laatste had ik niet anders verwacht.
Bij de brandweer van het kabelwerk had Brumckow, een der directeuren een redevoering afgestoken, waarin hij verteld had, dat de brandweer nu tot de Rijksbrandweer was overgegaan; de mannen werden nu ook als soldaten beschouwd, van het binnenlandsche front, moesten politiediensten doen, en de Hitlergroet brengen. Twee man, van de 32 buitenlanders hebben dit geweigerd: een Hollandsche student (Tap Werkman) en dien Fransman.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...