Zondag 12 nov.
Vroeg op, naar de Staatsopera
voor kaarten. Na een paar uur staan in de rij merken we dat er alleen verkoop
is voor een concert op Woensdag! Onderweg naar huis kom ik Henk Radins tegen.
Dit is de tweede keer dat ik hem ontmoet, de eerste keer ontmoette ik hem in de
philharmonie. Met zijn drieën even koeken gegeten. Hij vertelt dat hij een
meisje heeft, een Finse, die in Reval {vermoedelijk Rävala, een wijk in Tallinn Estland} de Russische bezetting heeft meegemaakt.
Ze gelooft woordelijk de beweringen over gruwelen e.d. in de door Rusland bezette
gebieden. Ze heeft zelf gezien hoe een mens als Christusbeeld tegen de muur
gespijkerd stond. Bevooroordeeld is ze niet, want ze heeft behalve bij de Gpoe
ook bij de Gestapo in de gevangenis gezeten omdat zij zich minachtend over het
nat. soc. {nationaal socialisme} had
uitgelaten. Weer een geval waar er geen reden is aan leugens te denken, en dat
me dus de vrees voor de Russen versterkt. Over het algemeen verheugt men zich
over de fronten zonder de gevolgen te overzien. De haat is wel blind geworden.
Merkwaardig is dat Radins vertelde, helemaal geen heimwee te hebben. Of hij
Holland ooit nog terug zou zien, dat kon hem eigenlijk niet veel schelen. Hij
is wel typisch een massamens geworden, als hij het niet altijd geweest is. De
zwaarmoedigheid van zijn meisje begrijpt hij niet erg.
’s Middags naar Jan Eg. De
stemming is er niet erg. Er zijn brieven doorgekomen, waarin verhaald wordt hoe
de huizen van stakende spoorwegambtenaren in brand worden gestoken. Niet één,
maar zo geregeld iedere dag. In het Volk heeft er een stuk gestaan over het
verbranden van huizen van “saboteurs” in A’dam. Zo ziet ons landje er al uit op
plaatsen waar de oorlog er nog niet door gegaan is. Waar moet dat heen? De
machines van de A-inrichtingen Hembrug {Artillerieinrichtingen, wapenfabriek bij Amsterdam} zijn hier bij Borsig aangekomen.
In een kistje boeken bij elkaar
gepakt. Voor verzending naar Holland gereed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten