3 November. Vrijdag
Een merkwaardige dag. Vanmorgen
eerst naar Schröder om te praten over de proeven met de Consistometer. Als
gewoonlijk is de baas erg vriendelijk, en heeft het druk . Helga zit vreselijk
te knoeien met een N2 bepaling. Het arme kind zit er erg mee in, het
is de vijfde verkeerde bepaling al en de vierde kapotte verbrandingsbuis!
Dudlitz is razend.
Na het eten in de cantine, waar ik
het vriendinnetje van Heijkens tref, dat photo’s voor me afdrukt in het lab,
een heel gesprek met Huschel gehad. Tijdens dit gesprek haalt Hofmeier me, met
het doel het opstelletje over de gelatinering nog eens goed door te lezen en te
verbeteren. De chef is in een sympathieke bui, en verbetert het verslag op de
wijze van Paps, erg precies en juist. Het mooiste is dat Riess, toen we
halverwege waren, binnen kwam en door de chef weer weggestuurd werd! Het
gesprek ging verder over de waarde en de perspectieven van deze onderzoekingen.
Het gebied is erg moeilijk en er is nog niet veel bereikt. Na afloop van het
gesprek aan Riess een papiertje gevraagd om vroeger weg te gaan, waartegen hij
nooit meer bezwaar maakt. Riess excuseert zich dat hij niet het verslag heeft
gecorrigeerd!
De wiskundevoordracht, het
sommetjes maken onder Dr. Günther, is vandaag weer bijzonder aardig. Hij is
zo’n leuke dikkerd die dan zo half staat te dromen zo nu en dan. Na afloop
stellen we ons even voor, en de man staat paf dat we buitenlanders zijn. Hij
heeft erg met ons te doen. Hij stelt me zelfs voor, aan mijn promotie te gaan
werken! Je moet brutaal zijn, anders kom je niet verder! En dan zorg je maar
dat je publicatie alleen “geheim” blijft en dan ben je Dr. zonder dat iemand je
controleren kan! Werkelijk een goede raad, maar hij krabt zich waarschijnlijk
wel even op zijn hoofd, als hij later bedenkt dat hij dit aan een buitenlander
verteld heeft! We lopen met Günther mee tot het station waar we roerend
afscheid nemen.
Jan dB is vandaag weer eens wat ingelicht
op het gebied van het sexuele gedrag van onze landgenoten-arbeiders. Een
arbeider uit G.f. vertelt, naar aanleiding van de intrede van student Witteveen
in de fabriek: Wat is dat voor een rare snuiter die daar gekomen is? Als ze
jouw nou een aanbod doen een lekker nummertje te zetten, wat doe jij dan? “Dat
hangt er van af, hoe ze er uitziet” houdt Jan zich op de vlakte. : Nouw, dat
was prima, uitstekend hoor en laat die vent nouw nee zeggen….”
Er komt ook nog een verhaal van
een D. meisje dat zo’n koude blik had, en dat er graag wat warms in wilde
hebben, naar ze zei. Na de bioscoop had hij haar “in de gang nog effe gehad”
want de moeder was thuis en daarom ging het boven niet…
In de S-Bahn met Jan een grote
mand met was naar boven, naar de tramhalte gesleept voor twee meisjes. “Det
sint bestimmt Berliener Jungs” was hum uitroep toen we de mand uit hun handen
grepen… Na afloop heb ik gezegd dat ze de buitenlanders moesten bedanken
en dat het dan wel goed was. (Ze wilden sigaretten, die ze niet bij zich
hadden, aanbieden!)
Vanavond die vervloekte slechte
aardappels eerst geschild en toen gekookt. Toen even naar boven en op bezoek
geweest bij v. Denen en Frederikse. Toen was de avond om.
Alarm om een uur of twee. Veel
schieten maar er gebeurt niets. Voor de afwisseling maar eens in de kelder. {Dit alarm valt onder de 4e}
Jan :
Vrijdag 3 Novemder 1944.
…
Bij het Stettiner Bahnhoff hadden
we nog even intermezzo: onder op het perron stonden twee juffrouwen met een
zware waschmand, die ze naar boven moesten hebben. Galant als steeds, pakten we
dat ding aan en brachten het naar boven, waarop de ene juffrouw betoogde: “Det
sind keen Ausländer, det sind bestimmt Berliner Jungs!” En de andere beweerde,
geen rookerskaart bij zich te hebben. Ze wisten kennelijk met hun figuur geen
raad. Maar ze hadden toch wel graag Anschuss gehad (daarvoor zijn het tenslotte
Duitse vrouwen), alleen wij wilden niet…..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten