Maandag 6 November.
We zijn aan het ramenas eten
geslagen, of zoals dat bij de ras Amsterdammer Jan heet: ràmmenas. Goed voor de
vitaminen……
Vandaag helemaal geen zin om te
werken. R. heeft me een vervelend werkje gegeven, dikten meten en oppanol
vellen uit elkaar trekken. Gelukkig helpt Jan een handje.
Jan gaat de “Brabender” machine,
die enorm veel lawaai maakt uit doen, en Riess die last van dat ding heeft
zegt: “Aha, Sie kommen uns erlösen” Jan had op zijn lippen: “Er löser lebt!”.
Maar deze aria (of koraal) uit de M. passion is wel wat al te scherp tegen een
Katholiek.
Vandaag sleutels teruggehaald. R.
had ze bij de “Werkschütz” afgegeven, hetgeen een dosis gezond verstand doet
vermoeden! Aansluitend even bij de Deen op bezoek geweest in verband met het
allerliefste Russinnetje dat daar op het kantoor zit. Langzamerhand begin ik me
te veel van dat meisje aan te trekken geloof ik, dat gaat mis. Ik dank er veel
te veel aan.
Brautigam moet weg. We wisten
allemaal dat we kans liepen in de fabriek gestuurd te worden, maar nu blijkt
plotseling, dat je ook naar een andere fabriek gestuurd kan worden, met
als consequentie: naar een ander lager! Dit is het ergste: als je verhuist, ben
je je vrienden kwijt. Maar we zullen nog wel erger meemaken dan dit verpoten
van het meubelair – “buitenlanders”. Meer dan stoelen of tafels zijn we niet,
zeker niet meer dan machines.
Zeladschek, onze kamergenoot, gaat
ook weg.
Jan :
Maandag 6 November 1944.
…
Dat is het ergste wat je hier in
Duischland kan overkomen, dat je uit de kring van je vrienden weggehaald wordt.
Want dat is het enigste, wat je nog hebt hier. En vooral omdat wij juist (in de
Spreekrans tenminste) zeer actief samenleefden en George zich er ook zeer voor
interesseerde, is het een groote klap voor hem.
...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten