20 Oct. 44
Vandaag weer eens een vervelende
dag. Ten eerste zit me die dienstplicht van Helga me meer dwars dan ik gedacht
had. Ik heb me eigenlijk de laatste maanden eigenlijk überhaupt altijd beperkt
tot een gezellige “kout” en zo nu en dan een aardigheidje. De gezamenlijke
wandeling naar het station, een keer in de week kwam eigenlijk nog het meest
voor. Ik geloof wel ook dat ze zich er door zal slaan, en dat ze nu niet direct
verpest zal worden, maar waarom trek ik me dit geval dan zo aan? Ik geloof meer,
dat de tragedie die daar achter zit me het meeste beet heeft. Dat is me nu een
brave oerburgerlijke familie. Vader 57 jaar, dochter 22 of 23 jaar, geen zoons.
Je zou op het eerste gezicht zeggen dat dit een familie is die wel door deze
oorlog heen zal rollen. In het laatste jaar worden nu nog de vader en de dochter
militair. Pa bewaakt een concentratiekamp, de dochter zorgt voor de
luchtafweer, Flak dienst. Wat moet het voor die twee zijn om de moeder met een
hartkwaal achter te laten. Wie zorgt er voor haar? Onbewust zie ik Mams al in
de zelfde omstandigheden. Ja, waarom niet, waarom zou mijn moeder nu juist er
veel beter aan toe zijn? Mijn lieve moeder alleen thuis met een hartkwaal als lugubere
compagnon. En dan hebben deze mensen nog de bof hun huis te hebben behouden. Ze
mogen dus niet klagen, en wat voor toekomst gaan deze mensen tegemoet? Het is
merkwaardig hoe je het hopeloze van de toekomst van een ander inziet, terwijl
je aan je eigen toekomst maar liever denkt.
Bij onze thuiskomst (na de wiskundeles)
krijgen we de mededeling dat er een heel stel nieuwe bewoners komen in ons
“vertrek”. Commentaar overbodig. De buitenlanders die op kamers wonen worden
“geregistreerd” en dus moeten allen die geen vergunning hebben van de kamers
af.
Fischer is niet terug. Borris
houdt geen cursus deze week.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten