23 september 2019

Zaterdag 23 September 1944 Oos : De winter is de dood van de natuur, en de mens heeft iedere herfst weer de taak deze dood te ontgaan.

Zaterdag {23 Sept}
Jan brengt me vanmorgen vroeg direct al uit mijn humeur. Hij vindt het helemaal niet erg dat het al zo lang donker is ’s morgens, daar heb ik me al meer over geërgerd. Maar vanmorgen werd het te kras. Hij liep zich kennelijk te verheugen. Ik heb hem toen aan zijn verstand gebracht dat een rijkelui’s jongetje dat in de stad is opgegroeid dat misschien wel prettig kan vinden, omdat een warm huis en dikke kleren en goed eten hem altijd voor de winterkoude en winterarmoede beschut hebben, maar dat hij uit deze droom hier in Berlijn, met de chaos tastbaar dichtbij en een rampspoedige ellende vlak voor de deur, nog niet ontwaakt is en nog niet door heeft dat deze winter wellicht millioenen het leven zal kosten door uitputting en koude, dat is te gek! De winter is de dood van de natuur, en de mens heeft iedere herfst weer de taak deze dood te ontgaan, deze ondergang in zichzelf bestrijden. Iemand die de winter alleen ziet als een periode van warme, gezellige avonden bij lekker eten, een sigaar en een open haard, heeft nog niet kennis gemaakt met de werkelijkheid, met honger en koude!
Vanmiddag een van de merkwaardigste ontmoetingen van mijn leven gehad. Na me verkleed te hebben was ik, op weg naar Borris, doorgereden naar Schlachtensee, om daar wat buitenlucht te happen en van de natuur te genieten. Ik keek zo over het meer heen om mijn wandeling uit te kiezen. Daar komt een oude mijnheer me achterop, en begint een gesprek met de woorden: dat gebeurt ook niet veel, dat men jongen mensen ontmoet die niet in uniform zijn. Nadat ik uitgelegd had dat ik Hollander was, vertelde hij dat hij in Rotterdam geweest was en veel gevaren had op Hollandse schepen. Verder ging het gesprek over de oorlog. Toen plotseling: Do you speek English? I have been 15 years in America! Het gesprek liep verder in het Engels, en het viel me mee, dat ik me nog verstaanbaar kon maken. De man sprak voortreffelijk Engels, en begon later nog Frans te spreken, voor een Duitser behoorlijk Frans. Spaans had hij in Z. Amerika geleerd. Hij was geboren in Sleeswijk-Holstein en op zijn tweede jaar was hij D. geworden omdat het gebied bij D. kwam. “I have been American soldier in the war against Spain!” deze merkwaardige man was 80 jaar, en heeft de laatste 20 jaar in D. doorgebracht. Het laatste was hij gids in Podsdam! Na een half uurtje neemt hij afscheid met “Goodbey, very glad to have met you”.
Nog even aan het water gezeten, wat geslapen, en toen naar Borris.
Borris is weer op zijn best vanavond. Hij speelt nog eens stukken van de vorige keer, en ik bemerk dat je deze nieuwe muziek van Hindemith enz. ook onthouden kunt. Hij speelt ook zijn laatste eigen composities, die uitstekend zijn. Ze geven ook een vlotte indruk, de piano is hier uitgebuit zoals Chopin dat kan. Zeer voldaan naar huis.
Met den Deen nog een lange conversatie op touw gezet. Van de gebeurtenissen hier in Mei 1943, toen we hier kwamen, krijg ik nu een betere indruk. Het is aan één man te danken geweest, dat we niet allemaal arbeider geworden zijn. Hij kreeg de mededeling dat we weliswaar niets gedaan hadden, maar dat we toch wel “Deutsch-feindlich” waren, en dat hij moest oppassen. Vandaar dat alle studenten die exacte vakken studeerden als arbeider de fabriek in gingen. Het scheelde maar een haar, of we waren in Mühlenberg terecht gekomen. Vanwege het gevaar voor invloed van ons op de andere arbeiders werden we toch maar liever bij Tsjechen in Friedrichshagen geduwd. Het gekke is dat na een jaar geen sprake meer is van een bijzondere positie van ons, en dat we zelfs niet gerekend kunnen worden tot de exponenten van de anti-duitsen, we zijn gewoon net als andere buitenlanders.

Wat zal Oos blij geweest zijn met dit stempel op zijn Ausweis. Hij mag tot 5 October 1945 in Berlijn blijven!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...