Jan brengt me vanmorgen vroeg
direct al uit mijn humeur. Hij vindt het helemaal niet erg dat het al zo lang
donker is ’s morgens, daar heb ik me al meer over geërgerd. Maar vanmorgen werd
het te kras. Hij liep zich kennelijk te verheugen. Ik heb hem toen aan zijn
verstand gebracht dat een rijkelui’s jongetje dat in de stad is opgegroeid dat
misschien wel prettig kan vinden, omdat een warm huis en dikke kleren en goed
eten hem altijd voor de winterkoude en winterarmoede beschut hebben, maar dat
hij uit deze droom hier in Berlijn, met de chaos tastbaar dichtbij en een
rampspoedige ellende vlak voor de deur, nog niet ontwaakt is en nog niet door
heeft dat deze winter wellicht millioenen het leven zal kosten door uitputting
en koude, dat is te gek! De winter is de dood van de natuur, en de mens heeft
iedere herfst weer de taak deze dood te ontgaan, deze ondergang in zichzelf
bestrijden. Iemand die de winter alleen ziet als een periode van warme,
gezellige avonden bij lekker eten, een sigaar en een open haard, heeft nog niet
kennis gemaakt met de werkelijkheid, met honger en koude!
Vanmiddag een van de
merkwaardigste ontmoetingen van mijn leven gehad. Na me verkleed te hebben was
ik, op weg naar Borris, doorgereden naar Schlachtensee, om daar wat buitenlucht
te happen en van de natuur te genieten. Ik keek zo over het meer heen om mijn
wandeling uit te kiezen. Daar komt een oude mijnheer me achterop, en begint een
gesprek met de woorden: dat gebeurt ook niet veel, dat men jongen mensen
ontmoet die niet in uniform zijn. Nadat ik uitgelegd had dat ik Hollander was,
vertelde hij dat hij in Rotterdam geweest was en veel gevaren had op Hollandse
schepen. Verder ging het gesprek over de oorlog. Toen plotseling: Do you speek
English? I have been 15 years in America! Het gesprek liep verder in het
Engels, en het viel me mee, dat ik me nog verstaanbaar kon maken. De man sprak
voortreffelijk Engels, en begon later nog Frans te spreken, voor een Duitser
behoorlijk Frans. Spaans had hij in Z. Amerika geleerd. Hij was geboren in
Sleeswijk-Holstein en op zijn tweede jaar was hij D. geworden omdat het gebied
bij D. kwam. “I have been American soldier in the war against Spain!” deze
merkwaardige man was 80 jaar, en heeft de laatste 20 jaar in D. doorgebracht.
Het laatste was hij gids in Podsdam! Na een half uurtje neemt hij afscheid met
“Goodbey, very glad to have met you”.
Nog even aan het water gezeten,
wat geslapen, en toen naar Borris.
Borris is weer op zijn best
vanavond. Hij speelt nog eens stukken van de vorige keer, en ik bemerk dat je
deze nieuwe muziek van Hindemith enz. ook onthouden kunt. Hij speelt ook zijn
laatste eigen composities, die uitstekend zijn. Ze geven ook een vlotte indruk,
de piano is hier uitgebuit zoals Chopin dat kan. Zeer voldaan naar huis.
Met den Deen nog een lange
conversatie op touw gezet. Van de gebeurtenissen hier in Mei 1943, toen we hier
kwamen, krijg ik nu een betere indruk. Het is aan één man te danken geweest,
dat we niet allemaal arbeider geworden zijn. Hij kreeg de mededeling dat we
weliswaar niets gedaan hadden, maar dat we toch wel “Deutsch-feindlich” waren,
en dat hij moest oppassen. Vandaar dat alle studenten die exacte vakken
studeerden als arbeider de fabriek in gingen. Het scheelde maar een haar, of we
waren in Mühlenberg terecht gekomen. Vanwege het gevaar voor invloed van ons op
de andere arbeiders werden we toch maar liever bij Tsjechen in Friedrichshagen
geduwd. Het gekke is dat na een jaar geen sprake meer is van een bijzondere
positie van ons, en dat we zelfs niet gerekend kunnen worden tot de exponenten
van de anti-duitsen, we zijn gewoon net als andere buitenlanders.
Wat zal Oos blij geweest zijn met dit stempel op zijn Ausweis. Hij mag tot 5 October 1945 in Berlijn blijven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten