Donderdag 22 Sept. (21)
Jan blijft thuis, hij is erg
verkouden en heeft haast geen stem meer. “Schön wieder” zegt Dietloff als ik
vertel dat Jan ziek is.
Vervelende stemming op het lab,
d.w.z. ik heb weer nergens zin in, door die oorlog in Holland. Wat kan zoiets
ellendig op je zenuwen werken. En vooral ook, op je humeur. Enfin, als de
strijd daar afgelopen is, dan zal mijn stemming wel wat beter worden. Afleiding
is het beste.
J. {Jüngling} komt met het verhaal, dat
iemand die helemaal niet meer geloofde in de D. overwinning nadat hij een paar
weken onder dienst was, gezegd heeft: De nieuwe wapens zijn zo geweldig, we
winnen de oorlog beslist nog. Wat hebben deze verhalen voor waarde! Het kan
altijd waar zijn.
De nieuwe laborant bij Kuschel
ontpopt zich als een aardige jongen. Jan Egberts vanavond op bezoek. Hij
beluistert en beklopt me en vindt dat ik puik gezond ben. Gelukkig maar. We
steken een dikke sigaar op en nemen een glaasje Kuschel likeur. Jan dB is naar
de Staatsopera, naar een concert.
Een gesprek met een Fransman
brengt me weer een kortzichtigheid aan het licht, die algemeen opgang doet.
N.l. het idee dat je, als je niets bezit, ook niets meer verliezen kunt bij
dezen oorlog. Waarbij men vergeet, dat juist wanneer men niets bezit, de
welstand volkomen bepaald wordt door de algemene welvaart. Iedereen verliest op
het ogenblik meer dan een vermogen, omdat de algemene welvaart enorme klappen
krijgt. Europa heeft afgedaan na dezen oorlog. Ons vaderlandje is weg, een
ruïne, een arme verloren cultuur.
Jan :
Donderdag 21 September 1944.
Vandaag ben ik weer thuis gebleven
daar ik geen zin had en bovendien mijn verkoudheid als goede rede kon
aanvoeren.
Van huis ontving ik het jasje dat
bij de uniformbroek van Vader hoorde. Ik ben benieuwd wat dat voor opmerkingen
uit gaat lokken, als ik dat aantrek.
…
{Het betreft hier het uniform van Jans vader die bij de vrijwillige brandweer was.}
Geen opmerkingen:
Een reactie posten