17 Aug.
Even vertellen wat het gesprek
met mijn Italiaan opleverde vandaag. Luit. Kolonel Adreanis heeft geen huis
meer. Zijn huis met inhoud is geplunderd en in brand gestoken. Het optreden van
partizanen wordt langzamerhand heel erg. Wat moet er worden van deze wereld? De
Italiaan schilderde zoeven de toestand zoals die wordt als de Russen hier
komen, en ik ben er wel erg van geschrokken. Als je zulke dingen hoort, dan zou
je toch het liefste thuis zijn, en zo gauw mogelijk. Alle arbeiders worden naar
Siberië gebracht, om daar nu eens een paar jaar voor de Russen te werken.
Niemand zal natuurlijk zeggen dat hij vrijwillig gekomen is, en dan nemen ze
voor de zekerheid maar iedereen mee. Het is wel logisch gedacht moet ik zeggen.
Wordt het niet de hoogste tijd naar huis te gaan? Werkelijk, als ik met die man
praat dan denk ik altijd: wat doe ik hier nog, waag toch eens iets en ga naar
huis.
Niets gedaan vandaag. 1 uur
geslapen. Vannacht in de schuilkelder ook weer zoiets geks. Een aardig meisje
werd verrast door het alarm en belande bij ons in de schuilkelder. Ze stak
direct een sigaret aan, en er ontwikkelde zich een gesprek over de
bombardementen en zo. Daar komt uit de andere afdeling van de kelder plotseling
een jongen, die blijft staan kijken naar het meisje, of het een stuk vee is dat
hij kopen wil. Ik werd boos over de onbeschoftheid, toen ik merkte dat hij een
Duitser was, en een arm miste. Van D’s kan je dit soort onbeschoftheden
verwachten. De jongen begint meteen een praatje, en vraagt na een paar minuten
waar ze woont. Vlak bij. Bij je ouders? Neen, alleen. Zeer korte pauze, “Darf
ich sie begleiten”! Als dit geen zedenverwildering is, want het meisje knikte
en verdween met hem vóór de Entwarnung.
Heb vandaag 17 aug niets
gedaan, behalve dan geholpen als arbeider. Het mooiste was, dat ik na een lange
middagpauze (ruim een uur) met een pak kunststofvellen onder mijn arm, zonder
enige boodschap of zoiets, naar Clb wandelde, om daar de vellen af te geven
omdat ze er schoentjes en tassen e.d. van willen maken. Nowak komt me tegen op
het terrein. Ik houd mijn hart vast. Hij houdt me aan, geeft me een hand, zegt
heel vriendelijk dat de kwestie van de kamer nu ook kloppen zal, dat alleen
Brunkohl de president directeur van KWO nog tekenen moet, en neemt dan vriendelijk
afscheid. Waar heb ik dat nu aan te danken? Aan mijn correcte optreden? Dat is
nog nooit de reden geweest van goede behandeling hier. Aan mijn grafiekjes?
Misschien. Maar een feit is, dat ik me hier tegenwoordig alles kan veroorloven!
Oos gaat morgen pas door met brief 112.
Jan :
Donderdag 17 Augustus.
…
’s Middags weer
naar de dokter toe. Ik voel me nog steeds niet 100%, en dat vertelde ik hem dan
ook, waarop hij me prompt voor meer dan een week ziek scheef. Ik geloof, dat ik
de trappen afgedanst ben. Voorlopig dus nog vacatie. Op het papiertje stond
als ziekte: enteritis gravis, of te wel : ernstige ingewandsontsteking. Dat zullen
we maar niet al te serieus opnemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten