112
Berlijn 16 Aug ‘44
Lieve P.M. en L.
Het wordt weer eens tijd voor
een brief, we zitten al weer half in Augustus. Wat gaat de tijd toch snel, en
de oorlog toch langzaam. Als alles in dit tempo doorgaat, dan wordt het nog
1945 voor we thuis zijn. Overigens konden er nog wel onaangename complicaties
komen, zoals een landing in Holland, waarop ik nog steeds reken, vooral sinds
de landing in Toulon of daar in de buurt, die gisteren bekend is gemaakt. Maar
laat ik me niet bezig houden met strategische beschouwingen, we weten toch
niets en moeten maar afwachten of we deze winter nog hier zitten of weer thuis,
of dat we wellicht een reisje over de Styx achter de rug hebben.
Het leven in het lager aan de
Invalidenstraße valt echt mee. Je went toch wel snel aan andere omstandigheden
moet ik zeggen. Jan en ik zitten in een hoekje van wat vroeger een cafézaal
geweest moet zijn, en ons hoekje is beslist gezellig. De andere studenten
zitten drie en vier hoog, en ze komen dus nog wel eens langs als ze thuis komen
en niet direct de tocht naar boven willen aanvaarden. De rest van de zaal staat
vol met bedden, maar die zijn niet beslapen, op één na, waar een Tsjech ligt.
Deze Tsjech is een merkwaardige man. Een jaar of zes-, zeven en twintig,
ingevallen wangen, sluik haar, mager als een lat, lichtbruine kleren aan,
zonder das, plusfours zonder kousen, en zo scharrelt onze vriend door de stad.
Het is echt een artiestentype. En iedere avond voor het licht uit gaat komt hij
om vuur vragen, steeds met dezelfde bescheiden beleefdheid, zich excuserend dat
hij nu eenmaal nooit lucifers heeft en ook niet kan hebben. Een doosje lucifers
accepteert hij niet, omdat hij dat toch niet terug kan geven! Het spreekwoord
dat onze Lieve Heer rare kostgangers heeft, gaat hier in Berlijn wel heel goed
op!
Nu had ik gedacht mijn brief
rustig te schrijven, en daar wordt me verteld dat ik vanmiddag weer moet helpen
in de werkplaats. Zo nu en dan eens handwerk is anders wel aardig als
afwisseling, maar het moet niet te zwaar zijn, en het moet je plannen als
brieven schrijven, schoenen repareren en zo, niet in de war sturen. Overigens
word ik vandaag erg gestoord, ieder ogenblik moet ik mijn geschrijf
onderbreken. Zoals ik al schreef heb ik een brief gekregen van het buurmeisje.
Heeft ze weer wat uitgehaald dat ze verhuisd is? Ik heb haar terug geschreven,
ik ben benieuwd wat ze verder te vertellen heeft.
Zondag ben ik bij meneer Fischer
geweest, ik ben benieuwd of mijn felicitaties Paps bereikt hebben. Hij had een
briefje geschreven aan de dames Fischer. Hij vertelde dat het optimisme in
Holland weer geen grenzen kende, en dat de landwacht erg haar best doet de
onderduikers te vinden. In september gaat hij weer naar Holland, en op het
ogenblik maakt hij een reis door D. zoals gewoonlijk was het weer erg gezellig.
De verstoringen zijn kennelijk zodanig dat Oos morgen verder gaat met deze brief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten