Zondagmorgen
De strozak valt nog wel mee, dat
slaapt niet eens zo beroerd. Maar het alarm er afgetrokken, is onze slaap toch
maar kort geweest. Om tien uur weg, naar Hertzberge. Ik vind de heren in het
laboratorium, met “bloedbeeldjes”, Jan maakt zijn pijp schoon, van Griffen
kijkt door de microscoop. Mijn tijding wordt daar zonder emotie of andere
uiting van medeleven ontvangen, die verwende kloten zitten alleen maar te
schelden op het eten dat helemaal niet slecht is. Na wat mee gegeten te hebben
naar Köpenick. Op de valreep krijg ik nog twee citroenen mee, een bewijs,
minder van liefdadigheid, dan van onkunde wat met heerlijke vrucht te beginnen.
In Köp. de laatste rommel van mij, en van Thijs en Ward in het hok gezet, en
voor zover dat kon, meegenomen. Nog een zware reis.
Daarna naar het Thalia theater, in
de Dresdenerstrasse, waar het “Theater am Nollendorfplatz” Rosen aus dem Süden
speelt. Het was erg aardig, maar Jan E en consorten vonden er natuurlijk weer
niets aan. Zelf was ik met J dB, Bob en Groenhart, de groep Hertzberge,
uitgebreid met Booy, Jan Pels (die weer beter is, en een bewijs heeft dat de arts
hem besneden heeft!) en Berto van Dijk.
Na afloop naar Plex gewandeld,
maar geen behoorlijke kroeg tegengekomen om een borrel te drinken. Om elf uur
doodmoe in bed.
Kaartje Oos:
Kaartje Jan:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten