Utrecht 4 Juli 1944
Mijn beste Oos.
In afwijking van mijn gewoonte
schrijf ik je eens niet op mijn kantoor te Amsterdam, maar thuis in Utrecht. De
reden daarvan is dat het steeds maar regent zoodat ik ’s avonds, in plaats van
te gaan fietsen of wandelen dikwijls thuis moet blijven, en nu het vanavond
weer zoo is zal ik je maar eens schrijven, in plaats van morgenochtend op
kantoor, na de behandeling van de steeds kariger post.
We hebben eergisteren en gisteren
twee mooie dagen gehad en daarmee was het weer uit; afgebroken door een hevig
onweer met een plas regen en vandaag is het eigenlijk de gehele dag niet droog
geweest. Ik geloof beslist dat door dat schieten met afweergeschut en die
bombardementen kernen in de lucht komen zoodat elke oververzadiging direct
uitregent. Daarmee klopt het onweer van gisteren weer niet, maar dit is ook het
eerste onweer van dit jaar. Voorjaarsonweders hebben we hier niet gehad,
althans ik herinner ze me niet, altijd maar kleine regens en dan weer
opklaringen en zoo gauw het wat warmer wordt weer regen. Eigenaardig is ook dat
het hier thans met alle winden regent. Vroeger was in de zomer de oosten wind
steeds droog en warm, nu regent het regelmatig terwijl de wind Oost waait.
Noordenwind is nu altijd koud met gewoonlijk wat helder weer maar ook wel eens
regen, Z. wind warm voor 1 à 2 dagen en dan weer regen. Nu zijn dit natuurlijk
maar lekenwaarnemingen maar het zal me benieuwen of er na den oorlog bij
meteorologen kant niet wat abnormaals uit de bus komt.
Van dit weer-praatje komen we
vanzelf bij de bijen. Je zult al wel gedacht hebben dat wordt niets, maar
Zondag was Peeters hier en die vertelt me daar dat de bijen het opperbest
maken. Ze haalden wel geen kruimel honing zodat de imker bedrogen naar huis
gaat, maar de volken zijn zeer sterk geworden, blijkbaar is er genoeg voor hun
onderhoud en aanwas, maar niet genoeg om voorraad te maken. Peeters zegt nu dat
het vermoedelijk nog een best honingjaar zal worden. Als reden: dat er is een
zomer altijd wel een periode van warm weer is. We hebben nog niets gehad en dan
krijgen we dat nog. We krijgen nu de klaver en de heide, de volken zijn sterk,
als het mooi weer is, is het warm in Juli en Augustus dus … krijgen we nog een
hoop honing! Klopt precies, als … die warme periode nu maar komt, en daar ben
ik nu juist niet zo zeker van, maar hij kan best gelijk hebben. Laten we dit
dan maar hopen, dan kunnen we nog eens genieten van die zoete lekkernij.
We kregen vanmorgen je briefkaart
91. Het zou jammer zijn dat je daar uit de Lindenstraße weg zou moeten. Ik had
er al van gehoord bij mijnheer de Boer, maar die zei dat Jan en jij met nog
twee anderen er zouden blijven. Enfin, we wachten nu maar weer een volgend
bericht af.
De gebeurtenissen aan de diverse
fronten wijzen er wel op dat er sneller een beslissing wordt gezocht en ook
hier is men van mening dat het nu er op of er onder is. Ja, dat zal nog heel
veel ellende meebrengen en een massa slachtoffers kosten. Ik geloof wel dat we
deze zomer werkelijk de beslissing zullen zien; alle krachten zijn tot het
uiterste gespannen en dat kan nooit lang duren. Laat ons maar hopen dat alles
zo snel mogelijk gaat en dat we er heelhuids af komen allemaal.
Intusschen zit ik nogal te
prepareren voor het werk na de oorlog. Het jammere is dat er zooveel onbekende
factoren zijn die je beletten een en nader eens met volle overgave te doen.
Telkens denk je weer: is het niet allemaal monnikenwerk, de werkelijkheid zal
toch wel heel anders zij dan wij ons nu voorstellen. Maar niettemin geeft dat
afleiding. Ik heb nog altijd grote plannen op het programma; en zwak punt is
dat wij te weinig staf hebben; dat heb ik altijd gevoeld en ik heb altijd voor
vergroting gestreden maar met weinig succes. Nu wreekt zich dat. Maar, we
zullen zien wat er komt. Mocht het tot uitbreiding komen dan hoop ik dat je er
ook een rol in kunt spelen; dat zou fijn zijn voor mij, maar ik zou toch steeds
geheel en al vrij laten je keuze te doen voor je carrière. Het is trouwens niet
goed altijd achter je vader aan te lopen in je loopbaan. Ook in dit opzicht
kunnen de tegenwoordige omstandigheden voor jou nog veel goed voortbrengen. Je
hebt daar op je laboratorium weer eens wat heel anders gezien en dat kan later
van veel nut zijn om je te behoeden voor eenzijdigheid. Maar ook dat is
allemaal toekomst muziek. Het kan ook heel anders lopen en dan ben ik nog net
goed genoeg om de hele zaak te liquideren en daarna rustig of onrustig op zijn
einde te gaan wachten. Kijk, zooals ik nu schrijf gaat het met mijn werk ook,
maar telkens begin ik toch weer met nieuwe moed. Veerkracht heb ik gelukkig nog,
dit in tegenstelling met het gros der menschen hier die in hun werk volkomen zijn
doodgelopen en alleen nog maar inbreng hebben voor de politieke gebeurtenissen.
Nu nog wat over thuis. We hebben
weer een beste meid; een aardig rond kind dat zich de tweede dag al
geheel als een lid van het gezin beschouwde, steeds spreekt over jullie enz.
werkelijk grappig. Mams is er heel goed mee geholpen, daarom kan je nu weer gerust zijn. Grietje Brink is ten slotte 1 Juli vertrokken, min of meer onder den
indruk.
Tante Anna, nog altijd de zelfde.
Nu we maar weer een meid hebben gaat alles weer goed en irriteert ze ons niet
meer zoo met haar “had het maar gezegd, dan had ik het wel even gedaan”
en ondertuschen er de kantjes aflopen met werkelijk virtuoze genialiteit of wel
geniale virtuositeit. Voorts is onze inkwartiering ook weer eens erg
meegevallen. Correct, geen lastig geval enz. enz.
Nu maar weer tot kijk of beter tot
schrijf, in gedachten zijn we steeds bij je.
Je vader.
Wat zij je van de V1 was mij
belangstelling voor die raket zoo opvallend? Ze hebben er nog wat om
uitgelachen in kringen die het aanging. Die maanvliegenier had toch ook nog
reeële betekenis!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten