Utrecht, 25 Juni 1944
Beste Oswald,
Allereerst mijn hartelijke dank
voor de zeeppoeder, die zeer goed van pas komt. Er valt bij ons nog al eens wat
te wassen. Hoe staat het leven verder? We hadden vandaag na al die kou en regen
eindelijk eens een warme dag en hebben met Petertje voor op de fiets in een
“zitje” een klein tochtje op de vélo gemaakt. Je hoort het, ze wordt al heel
wat mans. Eerstdaags zal ze wel los lopen. Trappen klimmen en kruipen beheerst
ze tot in de perfectie en de box is ook al niet meer een onoverkomelijke
hinderpaal. Ze is fors en dik en eet nu als een groot kind met de pot mee,
brood en middageten melk en pap. Je vader heeft met Pinksteren weer leuke
foto’s gemaakt. Je zult Petertje niet uit het kleine aapje van vorig jaar
herkennen. Ze krijgt jouw kleur haar, hebben we voorspeld en ze lijkt soms ook
veel op je, ook wel op Frits. Van ons beiden heeft ze eigenlijk niets. Wie weet
krijgt krijgen we nog wel eens een rood jochie. Wij hebben nog maar 2x
gezwommen. Verder was ’t veel te koud. Zwem jij er al? Maarten heeft 10 dagen
vacantie en Henk komt logeren. Hopelijk blijft het weer wat mooi. Dan kunnen we
prachtig gaan zwemmen. Peter kan mee, dan mag ze pootjebaden. Nu Oos, tot
horens, nogmaals bedankt. Het ga je goed.
Stevige poot van Nel en Maarten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten