04 juli 2019

Berlijn 4 Juli 1944 Brief 94 Ik behoor niet tot de mensen die denken dat dan plotseling alles weer is zoals vroeger.


94
Berlijn 4-7-1944
Lieve Paps, Mams en Lily,
Voor de afwisseling maar weer eens een lange brief, we zijn alweer met een nieuwe maand bezig, en dus kan het weer. Laat ik beginnen met huiselijk nieuws. Vorige week Woensdag morgen hebben we, zoals ik al schreef, de barak gedeeltelijk ontruimd, en ’s middags lagen er al twee grote flessen SO2 in, terwijl alle ramen en kieren dichtgeplakt waren. Deze plakkerij was echter niet voldoende, de stank verspreide zich over het hele terrein, zodat we er in een aanliggend terrein, de ontluizingsinrichting, nog last van hadden. We lagen daar op de vloer te slapen (op matrassen gelukkig!) en moesten ’s morgen steeds de matrassen weer wegbergen, want dan kwamen er weer klanten. Drie nachten hebben we zo doorgebracht, en Zaterdag middag konden we weer in onze barak. Het stonk nog wel erg naar SO2, maar het was toch wel uit te houden. Jan de Boer en ik hebben een tweepersoons kamer aangewezen gekregen, en dus hebben we Zaterdag alles zo gauw mogelijk in orde gemaakt en verhuisd. Bob zit nu ook op een tweepersoons kamer, twee deuren verder dan wij. We hebben alles keurig ingericht, echt model. Het is wel leuk weer eens te verhuizen, je krijgt weer eens orde in je zaken. Maar het is verschrikkelijk jammer van de Spreekrans, dat was echt een geestelijke drijfveer, die je wel eens nodig hebt bij zo’n leven als wij hier voeren. Als compensatie hebben we er al wat anders op gevonden, Jan heeft hier zijn algebraboek, en we maken iedere avond dat we thuis zijn een paar sommetjes. Dit is een goede hersengymnastiek. Op een tweepersoons kamer is het veel rustiger, veel minder afleiding. Gisterenavond hebben Jan en ik samen gegeten, een grote pan met aardappels en lekkere jus. Pannekoeken toe. Het spaart tijd als je samen eet, maar je bent natuurlijk gebonden aan elkaars smaak. Ieder heeft zo zijn eigen methodes bij het klaarmaken van zijn potje. Onze kamer heeft nog een ander voordeel boven de oude, en dat is dat wij minder last hebben van de geluiden in de barak. Vroeger keken we op de Spree, maar nu via een huis van ±30 meter diepte op de straat. Daar is altijd voldoende lawaai van trams, zodat het gezang van je huisgenoten niet meer zo doordringend is. Aan het straatlawaai ben je snel genoeg gewend.
De nieuwe bewoners zijn nog niet gekomen, wat mij betreft mogen ze wegblijven ook. Het is de laatste dagen schitterend weer vandaag zelfs àl te warm. Gelukkig is de lucht hier droog, zodat je niet gauw last van de warmte krijgt. Dit is mooi weer voor verlof, maar daar kunnen we naar fluiten, we moeten wachten tot de oorlog uit is. Het ziet er wel naar uit dat de beslissing binnenkort valt, maar het zal toch nog wel aan paar maanden kunnen duren. En wat dan? Ik behoor niet tot de mensen die denken dat dan plotseling alles weer is zoals vroeger, liefst nog beter en rechtvaardiger. Daarvoor is te veel gewroet in de laagste instincten van den mens. Zoals jullie wel gemerkt hebben in dat jaar dat ik nu naar huis schrijf, heb ik het hier nog steeds behoorlijk. Je mag zoiets wel niet naar Holland schrijven, want dan stel je de mensen enorm teleur, maar ik waag het dan toch maar, omdat ik bij jullie een beter begrip veronderstel. Dat anderen het wèl slecht hebben is voor mij geen reden om in dat koor mee te zingen; ik help er niemand mee, en onwaarheid is er al genoeg. Nu, ik verwacht dat het niet héél lang meer zal duren, ben ik begonnen een verslag te schrijven over de bepalingen en onderzoekjes die ik hier gedaan heb, en ik kan wel zeggen dat ik hier nog het een en ander geleerd heb ook in dit jaar. De balans over dit jaar sluit voor mij in zijn geheel genomen, niet zo erg nadelig, vergeleken bij degenen die thuis zijn gebleven. En dat die anderen daarmede zo’n geweldig vaderlandslievende daad verricht hebben, kunnen ze galoof ik alleen zichzelf wijs maken. Ik krijg hier soms brieven van kennissen uit Holland, die zo enorm naïef zijn dat je die mensen graag eens hier zou willen laten rondlopen, tussen die horden van verschillende nationaliteit, die uit hun land, uit hun stad, uit hun huis verdreven zijn en tevreden zullen zijn als ze weer wat terug hebben. Iedereen verwacht zoveel van de vrede, dat het gros van de mensen dàn pas wèrkelijk ontevreden zal worden. Maar genoeg hierover, het is gevaarlijk fel te worden in een brief, omdat je woorden op een goudschaaltje gewogen worden, en je niet kunt protesteren tegen een verkeerden uitleg. Zo kreeg ik laatst een brief, waarin iemand beweerde in mijn brieven gelezen te hebben dat het me best beviel hier! Wat me het meest dwars zit, is, dat je niet weet hoe je ooit weer naar huis komt, en wat er nog gebeurt voor het zover is. Die bombardementen zijn perslot makkelijk te verdragen, dat is maar even, en als je de bom op het hoofd krijgt is het uit met je, wat vroeger dan je verwacht had, maar nu ja, je bent niet alleen.


Morgen gaat Oos verder met schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...