Vrijdag 9 juni ‘44
De invasie stemming zakt wat af,
al worden we zo tegen een uur of drie erg nieuwsgierig wat er wel voor nieuws
zal zijn.
Vandaag weer wat moeten spuiten
(spritzen) zo’n dikke lul, die er uit ziet als. Het gaat natuurlijk
slecht, overal barsten. Het is ook wel verdomd moeilijk, al zou ik er graag
zelf eens een poos aan staan, aan de spritzmachine. Volgens de verhalen om drie
uur, leek het er op of de invasie teruggedreven werd, maar toen ik het M.
bericht gelezen had kreeg ik eerder de indruk dat het wel lukt. In ieder geval
is Bayeux gevallenen ten ZO ervan wordt gevochten.
Jan Egberts op bezoek, broek is
gerepareerd. Dat Hertzberge is toch maar makkelijk. Overigens is Jan erg
optimistisch en voelt het eind ook naderen.
In de nacht van Vrijdag op
Zaterdag n.b. Alarm: eerst Luftwarnung, waar al niemand op rekende en dat ging
nog over in alarm ook. En toen vielen er nog een stel bommen dicht in de buurt,
waar lijk geen lolletje. Van de opwinding en alteratie heb ik voor het eerst
mijn portefeuille vergeten! Toen de bommen floten was ik juist van plan mijn
jasje te gaan halen.
In de schuilkelder werd door de
Françaises (door ons genaamd “het hoer anno 1900” ) een aardige mop
getapt. Paans had het over het komende désalarm, (entwarnung) waarop zij zegt:
Et oui, quant nous aurons la déguerre …… en ze ging nog verder met haar
grapjes, meer op sensueel gebied, défaiser etc.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten