07 juni 2019

Utrecht 23 Mei 1944 van To : Tot mijn blijdschap heb ik vernomen dat je snor in de strijd gebleven is.


Utrecht 23 Mei 1944
Lieve Oswald,
Wel bedankt voor je briefkaart.’k Had juist een paar dagen te voren bedacht, dat we wel eens iets van je konden krijgen zo langzamerhand; je schrijft zo opgewekt, enz. dat mams zei: “hij schijnt het er nogal naar zijn zin te hebben“. Maar het is beter zo dan andersom. Wim Hijzel schrijft altijd zulke plechtige brieven, en dat is niets nodig. ’k Denk dat die, als ’t nog lang duurt, een soort godsdienstwaanzin krijgt, te oordelen naar zijn epistels. Er was sprake van dat hij terug zou komen ±½ Mei, maar tot nu toe is er nog niets verschenen; ik heb er een hard hoofd in. Alles gaat hier verder zijn gewone gang, tenminste wat wij zo langzaam aan gewoon zijn gaan vinden. Om maar met mezelf te beginnen; ik vorder nog voortdurend wat betreft mijn doen en laten, gewogen heb ik me maar niet meer, dat is zo hatelijk voor de anderen. Zo af en toe verveel ik me een ongeluk, maar verder alles best. Mies is weer druk aan ’t werk voor een examen, (1ste deel med. analyste) volgende week heeft dat festijn plaats.
Arike verlaat haar baan in Amersfoort. Na Pinksteren heeft ze een nieuwe gekregen in Zeist, iedere dag, ’s morgens alleen, en niet voor het huishouden, dus slechts voor ’t vak. ’t Lijkt me leuk, morgen avond gaat ze afspreken. Paps heeft ’t nog steeds erg druk; zo af en toe een buitenkansje: Zaterdag b.v. van een dankbare patiënt een taart + 1 fles cognac. De taart hebben we met de overkant verorberd, de fles zullen onze respectievelijke pa’s wel soldaat maken. Mams maakt zich steeds druk, schoonmaken e.d.; je ziet dat we allemaal in blakende welstand verkeren. Vanmiddag heb ik op mijn kamer 5 spijkers in de muur geslagen en maar één keer op mijn vinger geraakt. ‘k Kan helemaal niet goed hameren, maar ’t zit nu stevig. Met Pinksteren komt Bertie weer logeren; hij moet naar dr. Roessingh. Hij durfde het wel niet zo goed aan, hetgeen ik me begrijpen kan met het oog op de omstandigheden. Eindhoven is een heel eind van Utrecht en als er iets gebeurt kan hij beter thuis zijn. ‘k Hoop dat hij weer wat lekkers meebrengt; de vorige keer had Tante Marie brood gebakken, ‘t was lang niet te versmaden. Tante Marie van Egmond zit nog steeds in Alfen die oude mevrouw van Gr. op te passen. (Ze is nu trouwens bijna dood.) Dina (haar vroeger dienstmeisje) gaat zo af en toe in haar huis in de Mengelberglaan kijken. Tot haar grote verbazing stond, toen ze er laatst kwam, de deur wijd open en was tante’s bed netjes opgemaakt. Haar buurvrouw kreeg blijkbaar een logé (of heeft de kamer misschien wel verhuurd). Mams heeft dat natuurlijk aan tante Marie geschreven, die, zoals te begrijpen is, diep verontwaardigd was. Nu komt ze van de week en zal ze wel de hele dag zitten meieren over die kamer. We zullen ons plezier wel op kunnen. Denk ik.
25 Mei.
‘k Zal mijn brief maar eens gauw afmaken, dan komt hij nog weg voor Pinksteren. Tot mijn zeer grote blijdschap heb ik uit je brief naar huis vernomen dat je snor in de strijd gebleven is. Laat hem maar niet weer aangroeien, want wij zijn het er hier allemaal over eens dat we niet van jongens met snorren houden. Knoop dat in je oor, tegen de tijd dat je naar huis komt weet je dan wat je te doen hebt.
Veel groeten van je
To
P.S.
Aan de overkant heb ik vandaag je gipsmasker gezien: ik vind het maar een luguber iets.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...