29 Juni –‘44
Vroeg op, om zes uur is iedereen
in de weer.
Frau Becker is in haar nopjes. Zo
moest het iedere dag gaan, niemand te laat, niemand ziek, alles prima ordelijk.
De Russinnetjes van de ontluizing komen natuurlijk al binnen als wij nog in ons
negligé staan, maar dat zijn ze wel gewend. Stel je voor, die jonge meisjes die
daar iedere dag tientallen naakte mannen staan te bekijken! De matrassen worden
weer opgeborgen, en alle sporen van ons verblijf verdwijnen.
Vrij vroeg alarm, maar er gebeurt
niets. Het is al weer een week geleden dat we het zwaarste bombardement hadden,
en we zitten hem dus al wat te knijpen. Het is warm, vandaag geen tijd gehad
voor ijs.
Na werktijd eerst weer mijn bedje,
en dat van Jan, gespreid en daarna naar de stad. Bij Alex uitgestapt en
geprobeerd daar wat te eten. Wel hoerenkroegen gezien, maar geen
eetgelegenheid. Ten slotte bij Friedrichstrasse uitgekomen, en zonder eten naar
Fischer toe. Zijn dienstbode (of huishoudster?) zag er allerliefst uit ze had
zich keurig opgemaakt. Maar Fischer was natuurlijk niet thuis, hij was op
zijn kantoor, voor de luchtbescherming.
Toch maar even naar hem toegegaan, om kwart over negen stond ik daar. Een
heerlijke avond is het, en de stad haast uitgestorven. Veel nieuws heeft hij
niet. Hij ziet de weerstand groter worden naarmate de vijand dichter bij D.
komt. Overigens waren we het eens over dat gevaar in het Oosten. In H. maakt
men zich hierover geen zorgen. Ik had idee dat ik stoorde, toen ik kwam zat F.
te praten met een jongere dame, die erg lief deed, en hem haar kamer nog wilde
laten zien. En dan te bedenken dat ze maar met een paar man in dat grote gebouw
zijn, ik zou dus zeggen, hier zal nog wel eens iets gebeuren. Vrouwen in de
Luftschutz, dat is echt iets voor hier in D. dat maakt het voor beide partijen
wat aantrekkelijker!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten