90
17 Juni ‘44
Lieve P.M. en L.
Maandag heb ik het laatst
geschreven, sindsdien is er weer wereldschokkend nieuws bijgekomen, een teken
dat de vernietiging zijn hoogtepunt nog niet bereikt heeft. Waar het wel heen
moet begrijp je langzamerhand niet meer. Gelukkig dat niet alle mensen hoera
schreeuwen, het zijn er eigenlijk maar weinig. Zolang het geen beslissing
brengt is ieder nieuw wapen alleen maar een onding. Overigens zullen we hier
wel een of andere reactie bemerken, vrees ik.
Dinsdag heeft Jan de B. de tweede
ronde van de Spreekrans voordrachten geopend met een voordracht over
muziekinstrumenten. We hebben enkele nieuwe leden gekregen; een student die aan
de overkant van de Spree woont, en waar we zwemmende kennis mee gemaakt hebben.
(Groenhart, Delft), en één van de Invalidenstraße, die nu op de opengevallen
plaats van Ad den Beste gekomen is. Het is jammer dat we Ad kwijt zijn, verder
heeft hij het ook niet zo goed daar in Boutsen, wat voor ons geen prettig idee
is. Ze hadden hem beter naar huis kunnen sturen.
Dinsdag een brief van Mams van
8-6-44 ontvangen. Het zwempak is aangekomen. Stuur maar geen eten, ik heb heus
genoeg en, wat voornamer is, voldoende afleiding dan dat ik alleen aan eten
hoef te denken. De Muinck heeft toch verkeerd geoordeeld over Hans N. de
bewijzen stapelen zich op en raken me persoonlijk. Ik schreef al dat ik Yvonne
niet over de Dienstpost (niet het zelfde als Feldpost!) kan antwoorden.
Veel liefs
Oswald
Geen opmerkingen:
Een reactie posten