Woensdag 3 Mei 1944 Oos : Dergelijke woorden van een PG (parteigenosse) tegen een buitenlander is toch wel kras.

3 Mei Woensdag

Koud weer. Begin van verkoudheid. Dat komt van de operakaarten, als ik die in mijn zak heb word ik altijd ziek. Rieß maakt bezwaren dat ik 5 min. over tijd op mijn werk ben. Dat is nog nooit voorgekomen, d.w.z. de aanmerking, het te laat komen dagelijks!

Grootse samenkomst. Now met dikke sigaar en tien man op bezoek. Now maakt een praatje en zegt dat hij natuurlijk mijn verlof heeft “beführwartet” maar dat ik terug moet komen. De oorlog loopt toch so wie so dit jaar af, en de bommen vallen daar net zo als hier. Het gaat er om, er op of er onder. Dergelijke woorden van een PG (parteigenosse) tegen een buitenlander is toch wel kras. Wie gelooft er nu eigenlijk nog in de overwinning? Ik zou niemand aan kunnen wijzen. Of er aan de andere kant ook zo over gedacht wordt? Wat een waanzin zo’n oorlog.

Op de tram begroeting: H.H. Sonst "alles gut, was?" niet humoristisch, maar ernstig bedoeld.

Thuis eerst boodschappen gedaan. Erg geschrokken omdat ik een pakje boter miste, gelukkig van de winkeljuffrouw teruggekregen.

Met Jan de B. in het kleine kroegje in de Bahnhofstraße gegeten. Daarna naar huis, vergadering!

Bob spreekt over: “Stufenbau und Gesetze in der Weltgeschichte”. Het wordt één van de beste lezingen, hoewel niet erg lang, maar dat blijkt geen bezwaar te zijn. Prof. Breisig, bron waar Bob uit putte, is een beetje meer optimist dan Spengler, maar iemand die verwante gedachten heeft. Jaques Witkop was als gast aanwezig en was zeer tevreden over de wijze van besteding van zijn avond.

Jan de Broer vertelt dat ik de eerste Hollander was waar hij mee sprak hier. Het is toch wel héél gek. Hij zat op Dr Nowach te wachten op auditie, toen ik heel toevallig binnen kwam om wat te vragen. Frau Prichter (tegenwoordig “het oude lijk”) zei toen: “kijk daar zit een landsman van je”. Ik stelde me toen voor en maakte een praatje. Later kwam de Boer nog wel eens met Siegenhagen mee in het lab, en toen hebben we nog wel eens gepraat. Poleman was echter de aanleiding tot nauwer contact, toen ik hem opbelde vroeg hij of ik de Boer kende, die ook op het kabelwerk werkte. Samen zijn Jan de B. en ik toen naar Poleman geweest, en daarna kwam pas het nadere contact. Toen kwam dat gezanik met privé wonen. Jan de B. kon van Schültz gedaan krijgen dat hij “privat” mocht blijven wonen, maar zijn 15 Mark toeslag kreeg hij niet meer. Jan heeft toen bij zijn chef geklaagd, die Schültz aanklaagde wegens contractbreuk. Het resultaat was, dat Jan 20,- M salarisverhoging kreeg. Iets waar je recht op hebt krijg je niet, het andere wèl. Salarisverhoging bleef toen Jan in het lager kwam wonen!

Uit Jans dagboek :

Woensdag 3 Mei 1944

…

Vanmiddag op de tram wat moois beleefd. Een juffrouw stapt op voorzien van alle mogelijke partij-insignes. Ze schijnt den wagenbestuurder te kennen. Deze groet haar al als we nog niet eens stilstaan en vraagt haar hoe het met haar gaat. Zij antwoordt: “Heil Hitler, aber sonst geht’s gut”. 

Heil Hitler, maar verder (afgezien daarvan) gaat het goed.

…