16 Mei.
Brief naar huis gedicht, waarin de
verjaardag van Mams besproken wordt, en gevraagd wordt om een zwembroekje. Met
Rieß gesproken over kunststof masker, hij is in staat om me te helpen.
Spreekrans vanavond dreigde niet
door te gaan, omdat Thijs niet klaar was met zijn lezing.
Na het verslag v.d. abactis, dit
keer Ad den Besten, werd de hamer overgedragen aan het Senioren Convent,
bestaande uit Edzard, J de Boer en ik. J. vd Braak, eigenlijk voorzitter, die
een afspraak met een poepinske had, en dus te laat kwam, werd vervangen als
voorz. door Bob, die ons senioren een uitstekende inleiding gaf. De leden werden
verzocht de kamer te verlaten, en zij installeerden ons, tafel met kleed
bedekt, dikke boeken, twee hamers, een kaars, een beklaagdenbankje enz. alles
even ernstig. De zitting werd geopend onder mijn voorzitterschap met: “de kaars der gezelligheid
verlicht ons”. Het geheel was erg imposant, Thijs heel erg onder de indruk, en
Hans als kleine jongen verborg zijn angst met een grote mond. Zie verder het
verslag. Mij zelf viel dit geval erg tegen, ik had gedacht en meer van te
maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten