Wat is het toch ongelukkig dat je nergens tijd voor hebt in
dit land. En nu heb ik nog wel een week de tijd gehad om mijn gedachten op te
schrijven.
Tweede Paasdag heb ik gewerkt,
voor het eerst in mijn leven geloof ik. Enfin, veel heb ik niet gedaan, dat is
een troost, en ik voelde me beroerd.
Dinsdag dan ook thuis gebleven, in
bed, ziek. Woensdag naar de dokter, hij schreef me ziek; fieberhaften
Bronchitis. Dat ging dus best. Alleen, ik voelde me beroerd ook, en dat is niet
zo best als je vacantie wilt hebben. Jan E. is me nog komen opzoeken, en heeft
me onderzocht, inderdaad wat Bronchitis. Met pillen en drankjes onder de wol,
en vooral goed zweten. Dit heb ik dan ook trouw gedaan, de eerste dagen was ik
te beroerd dan dat ik kon lezen. Vrijdag ben ik opgestaan en heb een wandeling
gemaakt naar Hirschgarten, waar ik bij de oude ploerterij op bezoek ben
geweest. Alleen Fräulein Freitag was aanwezig. Het huis is danig toegetakeld,
soldaten hebben tijdens den brand alles op straat gezet. De kamer waar we het
laatst gewoond hebben, voor dus, is juist weer opnieuw behangen en voor
Fräulein Freitag ingericht. Ik zou er ook graag in trekken.
Na dit bezoek heb ik mijn
wandeling langs de Spree voortgezet. Mijn hart is toch meer verpand aan het water
dan ik me wel realiseer, ik leefde weer op, op deze voorjaarsdag aan het water.
De Spree is toch wel erg mooi in deze buurt.
Thuis gekomen voelde ik me toch
niet helemaal fit meer, en ik ben maar snel te bed gekropen.
Zaterdagmorgen (15 April) eerst inkopen
gedaan, en wat rondgelopen. Om een uur of elf naar de stad, bij Callignon wat
boeken gesnuffeld en niets gevonden. Toen koekjes gehaald bij Börse, en daarna
op Jan de Boer gewacht. Bob kwam eerst, mijn klok was verkeerd en ik wilde net
vertrekken. Een ogenblikje later kwam Jan de B. ook, en een lelijk gezicht dat
hij zette! Hij zag natuurlijk niets, en liep finaal langs ons heen. We zijn
toen achter hem aangegaan in de winkel. Daar zag hij ons pas toen we
handtastelijk werden. De juffrouw die hielp trof me in het diepste van mijn
hart door me, bij het overhandigen van de koopwaar, met de meest vriendelijke
stem ter wereld op attent te maken dat ik maar één maal mocht komen. Ze deed
het zó aardig, en zacht, opdat de andere mensen het niet zouden horen, dat ik
me diep schaamde. Vooral, omdat ik me op alle mogelijke Pruisische opmerkingen
voorbereid had. Ze had me niet dieper kunnen treffen.
Daarna met Jan nog geprobeerd een
tekstboekje van Figaro’s Hochzeit te kopen, bij welke gelegenheid ik een boek
van 30 Mark bestelde (Houwink).
Toen kwam er “Luftwarnung” waar we
ons niets van aantrokken. We gingen op de bankjes naast de Staatsoper onze
koeken opeten, en merkten toen plotseling dat we niet veilig waren, er werd
hevig geschoten. Maar alles was voorbij vóór we een schuilkelder bereikten. We
rookten dus rustig een pijpje verder. De foto’s waren nog niet klaar, en omdat
we dorst hadden zijn we in zur Spaten een biertje gaan drinken.
Om half vijf trof ik dan Jan Egberts
weer voor de Staatsoper, waar overigens onze hele groep AEG voor de
studentenverzameling was. Mijn hoestje en hoofdpijn waren nog wel hinderlijk,
maar ziek kon ik me niet meer noemen.
Figaro’s Hochzeit
Rolverdeling
Vooral de aria van de page, een
aria die Lily veel gezongen heeft, roerde me innig, vooral deze Vera Schröder
heeft een stem om gek op te zijn, zo helder en klinkend als een klok.
Na afloop van de opera, waar Jan
Egberts maar matig over te spreken was (eerste bezoek aan de staatsopera)
hebben we samen een biertje gedronken op de gezondheid van de zoon van Henk van
Dam. Jan zit hier aardig verneukt langzamerhand, zijn kamergenoten beiden weg,
en verder zal hij de laatste zijn van de drie die met verlof mag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten