Prof. Dr. J.M. Bijvoet
Utrecht 15-2-1944
Beste Heer de Bruin
Ik was zeer verheugd met Nieuwjaar Uw brief te krijgen. Door
een misverstand kreeg ik een naar ’t buitenland geschreven brief terug, waaruit
ik opmaakte dat correspondentie niet goed meer mogelijk was. Nu ik bemerk dat
dit niet zoo is, wil ik mijn verzuim herstellen en U zeer hartelijk een goed
einde van dit jaar met al zijn ellenden wenschen. Ik hoorde van uw vader dat U
de bombardementen nu ook van nabij hebt meegemaakt; moge er spoedig aan deze
beproeving een einde komen. Laten U en Uw vrienden ervan overtuigd zijn hoe wij
hier steeds in gedachten bij onze leerlingen zijn en hun de sterkte toewenschen
om dit door te komen.
U vraagt waarom er niets aan de
Universiteit gebeurt. Dat is uit medeleven met hen, die noodgedwongen daar nu
niet zijn kunnen. Het overgroote deel van hen, die hier gebleven zijn, wil niet
op de afwezigen vooruitkomen, de docenten willen natuurlijk niet graag doorgaan
alsof het beste deel hunner leerlingen niet ontbrak en ver weg was. Bij ons op
‘t lab. beperkt de werkzaamheid zich tot de doctorandi. Tot nu toe is overigens
weinig veranderd; zoo juist hoor ik dat het Gymnasium, dat ontruimd moet
worden, zijn leerlingen voor de scheikunde lessen over ons lab. zal uitstorten!
Uw groeten heb ik Dr. Maesveld en
den assistenten overgebracht, ze doen U hunne hartelijk terug. Mochten wij
iets kunnen doen – het aan bieden van studiemateriaal zal op ’t ogenblik wel
niet de juiste behoefte treffen – dan zouden wij niet graag daar onkundig van
blijven.
Ik zal er mij niet minder op verheugen dan U, als ik U weer in de collegebanken zal mogen zien. Laten wij
goeden moed houden in de verwachting, dat dat spoedig weer zoo zal zijn.
Mijn hartelijke groeten aan U en
Uw lotgenooten
Uw J.M. Biijvoet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten